Thijs tikt: Lekker hard rijden

29-11-2011 12:00

130 wordt de norm op de Nederlandse snelwegen. Op 60 procent van alle snelwegen mogen hardwerkende Nederlanders straks maar liefst tien kilometer per uur harder. Overal was veel blijdschap, vooral bij Nederlanders die zich nu groen en geel ergeren aan het feit dat ze maar 120 mogen, in plaats van 130. Ik voorspel dat die Nederlanders zich over een jaartje groen en geel ergeren dat je maar 130 mag, en geen 140, of gewoon zo hard als je wil, zoals op de Duitse Autobahn. Burgertje pesten, is het.

Hysterische reacties
Ondertussen zorgt de verhoging van de maximumsnelheid er ook voor dat de uitstoot van schadelijke stoffen toeneemt, en daarmee de luchtvervuiling. Ook worden de wegen 2 procent onveiliger, waardoor er ongeveer 15 doden per jaar extra vallen. Maar dan mag je dus wel 10 kilometer per uur harder. Als je van Groningen naar Maastricht vol gas doorrijdt zit er net iets minder dan een half uurtje tijdwinst in. Handig, voor wie een half uurtje extra werd vastgehouden bij z’n schoonouders en anders te laat was voor Studio Sport. Verder heb je er uiteraard geen zier aan.

Op Twitter zag ik echter allemaal hysterisch enthousiaste reacties van CDA’ers en VVD’ers die blij waren met zo’n stoer kabinet. Hard rijden, dát is nog eens een verworvenheid! Met die nare linkse kwakbollen was het onmogelijk geweest deze historische stap te zetten. In gedachten stelde ik me voor hoe vele honderden partijleden met orgastisch genoegen aan hun vingers zaten te sabbelen.

Honkbalknuppels en 130
Toegegeven, het is een knap staaltje politieke ruilhandel. Geef het volk honkbalknuppels om inbrekers mee uit huis te meppen en 130 op de snelweg en je hebt geen kind aan ze als je tegelijkertijd de echte verworvenheden van de democratische rechtstaat uitkleedt. Minister Opstelten gaat de griffierechten voor een Hoger Beroep met ongeveer 500 procent verhogen (om Italië aan het infuus te kunnen leggen, volgens De Telegraaf). Win je het Hoger Beroep, dan krijg je het geld terug. Verlies je echter, dan is het voor eigen rekening. De overheid wordt in bijna de helft van de gevallen vaak alsnog (deels) in het ongelijk gesteld, maar wie voor dat gelijk een paar honderd euro moet aftikken bedenkt zich wel twee keer voordat zo’n gok genomen wordt. De rechtsgang wordt moedwillig bemoeilijkt.

Afgelopen vrijdag, tijdens de Nacht van de Rechtstaat sprak minister Donner van Binnenlandse Zaken stichtelijke woorden over de waarde van democratische controle en het belang van goed geïnformeerde burgers om daar invulling aan te geven. Hij kreeg een klein applaus van zijn toehoorders. Deze week werkt hij echter weer rustig verder aan zijn plannen om de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) in te perken, zodat het journalisten en kritische burgers moeilijker gemaakt wordt om ‘misbruik’ te maken van de wet. Donner kondigde zijn plannen een half jaar geleden aan op de Dag voor de Persvrijheid – veel onbeschofter kun je niet worden.

Alles stiekem doen is handiger
‘Misbruik’, dat is hoe een minister tegen het principiële vraagstuk van de openbaarheid van overheidsinformatie aankijkt. Onderzoeksjournalist Brenno de Winter maakte vast ‘misbruik’ van de WOB toen hij, dankzij de wet, de ongeëvenaarde aaneenschakeling van fouten bij de introductie van de OV-chipkaart onthulde. De Winter wordt nog dagelijks tegengewerkt door gemeenten die hun geheime documenten liever voor zichzelf houden. Aan pottenkijkende burgers en journalisten hebben de meeste overheden een broertje dood. Stel dat er fouten aan het licht komen, of mensen verantwoordelijk worden gehouden voor wanbestuur, of journalisten hun werk kunnen doen waardoor er in de toekomst geleerd kan worden van gemaakte fouten. Daar moet je toch niet aan denken. Het is veel prettiger als mensen niet weten over fouten in stemcomputers, parlementaire journalisten die lucratief bijklussen voor de overheid, onwettige wapenexport, astronomische gouden handdrukken voor topambtenaren, of kwestieus declaratiegedrag van politiechefs.

‘Misbruik’. Het is godgeklaagd dat een minister denkt zich zo’n woord te kunnen veroorloven. Alsof hij er niet voor ons zit, maar wij er voor hem. ‘Niet teveel lastige vragen stellen als we bezig zijn hoor!’

Maar gelukkig mogen we ons straks met 130 in plaats van 120 tegen een viaduct te pletter rijden. De ministers Donner en Opstelten kunnen doorgaan met het verder ontmantelen van de afrekenbare overheid. Minder openbaarheid, hogere kosten om in beroep te gaan. Allemaal overbodige luxe natuurlijk. Niet iets, in ieder geval, waar mensen die diep in hun hart het liefste gewoon lekker hard willen rijden van wakker liggen. Zij fantaseren liever over de dag dat ze 140, of misschien wel 150 mogen. Met natte, afgekloven vingers aan het stuur.

Foto CC: Evilnickname