ThePostOnline

Scheiding van kerk en staat

16-11-2009 12:11

De filosoof John Rawls had een broertje dood aan ‘algemeen belang’. In de meest extreme zin van het woord zou de gemeenschap erop vooruit kunnen gaan, als één lid tot zelfmoord wordt gedwongen. Want hoe rechtvaardig is het om iets van een ander te eisen, wat je jezelf niet toewenst? In A theory of justice werkte Rawls dit voor christenen herkenbare beginsel uit. Een overheid handelt volgens hem pas rechtvaardig als ze de persoon met de minste rechten of kansen bevoordeelt, zonder die persoon meer rechten of kansen dan een ander te geven. Juist vanwege de christelijke wortels is het interessant om de Nederlandse praktijk van scheiding van kerk en staat langs Rawls’ meetlat te leggen.



Artikel 23 en homodocenten

Als iedereen het recht heeft om partijen, vakbonden, omroepen of scholen te stichten, geldt dit ook voor moslims. Zolang een islamitische school zorgt voor goed onderwijs en de gelden op de juiste manier besteedt, is er geen reden zo’n school te sluiten. Ook wanneer de school ‘de integratie niet bevorderd’. Dat is een vaag omschreven algemeen belang, dat niet door de school gedeeld hoeft te worden. Pas als zaken worden geleerd of gedaan die ingaan tegen de rechtsstaat, zodat de rechten van anderen bedreigd worden, is er reden om in te grijpen.

Het ontslag van homodocenten op islamitische en christelijke scholen, is een reden om in te grijpen. Moslims en christenen worden namelijk wel beschermd tegen ontslag vanwege hun geloof. Bovendien moeten homoseksuelen bijdragen aan de financiering van deze scholen; iets waar confessionele schoolbesturen gek genoeg geen bezwaar tegen maken. De cosmetische verandering die de Raad van State voorstelt door het enkele feit dat een docent homo is niet als ontslaggrond te zien, maar ‘bijzondere omstandigheden’ wel maakt nog steeds inbreuk op de rechten van de zwakste groep ten gunste van groepen met meer rechten. Alle mooie postbus-51 reclames en meldpunten ten spijt, het kabinet en het hoogste rechtscollege van ons land keuren discriminatie goed.

Crucifixen, hoofddoekjes, kerken en moskeeën
Het dragen van een hoofddoek of crucifix of de weigering om handen te schudden, kan voor een gelovige zoveel betekenen, dat je goede redenen moet hebben om te eisen dat hij zich aanpast aan geldende normen. Die reden is er pas als religieuze uitingen belemmeren dat een werknemer zijn functie naar behoren uitoefent. Er is op dat moment geen reden om religieuze uitingen wel toe te staan, die op niet-religieuze, praktische gronden geweigerd mogen worden. Maar zolang het functioneren van de gelovige niet ter discussie staat, gaan zijn extra kansen op werk niet ten koste van die van een ander en vallen alle bezwaren weg.

Een vernietigend oordeel kan wel worden geveld over de staatssteun aan theologische faculteiten, islamitische culturele centra, imamopleidingen, het onderhoud van kerken en de bouw van moskeeën. Alleen al de grond waarop niet-belastingplichtige kerken en moskeeën staan, zou gebruikt kunnen worden voor sociale woningbouw, koopwoningen en bedrijven, en zo de samenleving miljoenen zo niet miljarden aan gederfde belastinginkomsten opleveren. De staatssteun aan het particuliere belang van gelovigen wordt goedgepraat vanuit het bevorderen van ‘integratie’ of ‘sociale cohesie’, maar tegenover dit boterzachte algemeen belang, staat de harde praktijk van euro’s die direct uit de zakken van niet-gelovigen worden geklopt.

Egoïsme
Rawls’ beginsel geeft antwoord op nog een aantal kwesties rond de scheiding van kerk en staat die de laatste tijd zijn langsgekomen. Een boerkaverbod in bepaalde situaties mag wel maar een algemeen verbod weer niet, zwemmen in een boerkini kan net als subsidies verstrekken aan godsdienstige organisaties, zolang met dit geld alleen taken worden uitgevoerd die ook door een niet-confessionele club uitgevoerd kunnen worden. Van subsidie betaalde evangeliseringsactiviteiten mag dus niet, gescheiden loketten speciaal voor moslims ook niet, terwijl de overheid zich andersom niet moet bemoeien met wat er in kerken en moskeeën gepreekt wordt, zolang de inhoud van die preken maar binnen de wet blijft.

Maar mag een rechter of politieagent een hoofddoek dragen, als dit gevolgen heeft voor de wijze waarop zij benaderd wordt door een verdachte, of ligt de fout dan bij de verdachte? Kun je godsdienstles geven op openbare scholen en hoe moet dat zoiets ingevuld worden? Niet op alle kwesties heeft Rawls dus een kant en klaar antwoord. Wat met zijn beginsel vooral wordt aangetoond, is de hypocrisie van de tegenstanders in het debat rond de scheiding van kerk en staat. Je hoeft je geloof niet aan de kapstok te hangen als je naar buiten gaat, en hoewel de groep met de meeste rechten zich handig in een slachtofferrol zit te manoeuvreren, houdt de scheiding van kerk en staat niet in dat een gelovige over minder rechten gaat beschikken dan ieder ander. Je mag alleen geen rechten of kansen aan een ander ontzeggen, die je voor jezelf als doodnormaal beschouwt.

En uiteindelijk zit hem daarin dus de kneep: probeer de zichzelf als toonbeeld van altruïsme beschouwende tegenstanders van de scheiding van kerk en staat maar eens uit te leggen dat wat zij als algemeen belang presenteren, uiteindelijk neerkomt op een lobby om centen voor hun eigen, egoïstische belang.