Brieven aan een theoloog(1)

26-02-2010 16:00

Beste Theo,

Vriend, eminent christen en toegewijde exegeet, ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: ik word een beetje moe van het atheïsme, de levensovertuiging waartoe ik veroordeeld lijk. Elke ochtend sta ik op voor een wereld geboren uit toeval en chaos, waarin dingen gebeuren die niet rechtvaardig zijn maar toch gebeuren omdat het nou eenmaal kan. Ik zoek al tijden naar een mooi verhaal, een constructie die ik op kan leggen aan de wereld waardoor zij zinvol en rechtvaardig lijkt, maar mijn verstand laat het niet toe. Misschien uit verveling, misschien uit masochisme, heb ik de Bijbel maar weer eens opgepakt. De keurige Statenvertaling natuurlijk, niet dat nieuwere, populaire gedrocht.

Ik wil geloven, beste geleerde, maar het lukt me niet. Al na enkele zinnen Bijbeltekst word ik opstandig en krijg ik de behoefte het boek der boeken in een hoek te smijten. Nu, ik wil mijn bezwaren graag aan u voorleggen, maar omdat het er zoveel zijn lijkt het mij het beste ze per thema te behandelen. In deze brief zal ik me beperken tot de inhoud en, om ook onze Joodse vrienden een plezier te doen, richt ik me op het Oude Testament.

Alles moet kapot 
Of de verhalen in het Oude Testament nu geïnspireerd zijn door de Heilige Geest of niet, dat is onderwerp voor een latere discussie, maar mijn hemel, wat zijn ze wreed. De God die u aanbidt en als uw redding ziet houdt van moorden, is het niet? Of het nu ouderen, kinderen, mannen of vrouwen, maagden of ongeboren vruchten zijn, er is nogal veel dat kapot moet. God schiep de aarde en de mens, maar in Genesis 6:7 heeft deze schepper alweer spijt. Hij besluit mens en dier te verdelgen. Geeft hij daarmee niet toe dat hij gefaald heeft met zijn schepping? Het doet me denken aan een kind dat ontevreden is over zijn tekening en deze uit woede weer verscheurd. God is dan wel weer blij met Noach, maar alle andere levende wezens moeten dood. Deze barmhartige almacht besluit ze te laten lijden: verdrinken mogen ze, zijn ongehoorzame kinderen. Een tijdje later verwoest deze God Sodom en Gomorra in ‘een regen van zwavel en vuur’.  Nu lijkt me die dood ook niet al te prettig. En waarom? Als God de mens naar zijn evenbeeld heeft geschapen, kan hij die mens toch niet verwijten dat hij slecht is? Het is immers God die ze zo heeft gemaakt, met al hun zogenaamd slechte eigenschappen en aandriften. Mensen die niet luisteren naar priesters moeten dood (Deuteronomium 17:12), ongelovigen moeten dood (Kronieken 15:12). In Leviticus wordt opgeroepen homoseksuelen te doden. In Numeri 21:6 zendt God vurige, bijtende slangen die veel inwoners van Israël doden. In hetzelfde boek gebiedt God alle mannelijke Midianieten te doden. In Jeremia, misschien wel een van de wreedste boeken, dwingt God de mens zijn kinderen op te eten.

Knielen
Er zijn voorbeelden te over. God moordt, slaat kapot, verbrandt, vernietigt, verplettert en verdelgt of roept mensen op dit te doen. Vaak uit wraak omdat ze niet naar hem luisteren, of simpelweg omdat het ‘moet.’ Waarom wil God zoveel aandacht en toewijding? Zou zo’n opperwezen zich daadwerkelijk druk maken om de lullige, futiele uitspattingen van de mens? Beste Theo, is dit de liefdevolle God die u en uw broeders en zusters in het geloof aanbidden? Het lijkt me een flinke morele kluif zijn woordelijke overlevering als heilig te bestempelen, en alle hoop te vestigen op deze genadeloos straffende almacht. Als u knielt voor uw HEERE, wat denkt u dan? Is de moraal die uw God gebiedt, ook de uwe?

Brieven aan een theoloog is een doorlopende correspondentie tussen atheïst 2.0 Joep Smaling en Protestants theoloog 2.0 Theo Zijderveld.