De oranje wanhoop van De Telegraaf

08-07-2010 14:00

Als een dagblad duidelijk maakt dat de papieren krant in ernstige problemen verkeert dan is het De Telegraaf wel. Eergisteren bijvoorbeeld, op de dag van de wedstrijd tegen Uruguay, was zomaar de complete voorpagina gewijd aan Oranje. Niks geen actuele Paars-plus vorderingen, niks geen berichtgeving over het doorlaten van consumptiegoederen naar Gaza, maar wel een knotsgrote Dirk Kuyt die als een randdebiel met een kort lontje in z’n kont de pagina afstormt. Met teksten als ‘DE MOUWEN OPSTROPEN!’ en ‘Bij winst tegen “knokploeg” staan we zondag in de finale’ droop de wanhoop eraf. Niet zo zeer de wanhoop over onze kansen tegen de voormalige tweevoudig wereldkampioen, als wel de wanhoop om het dagblad nog verkocht te krijgen.

Emotie, emotie, emotie zal hoofdredacteur Sjuul Paradijs wel geroepen hebben. Bij een voorpagina moet de emotie van het papier af knallen. Als dat met een treinongeluk of onderwereldafrekening kan: prima. Dan hebben we én nieuws én emotie. Maar als het nieuws zich even minder leent tot vet spetteren, dan maar geen nieuws. Dan maar een zielig dier of voetbalgekte op pagina 1. Want laten we wel wezen: wat voor nieuws bevatte het feit dat Oranje zich opmaakte voor de halve finale tegen Uruguay? Dit ‘nieuws’ was gewoon het meest bekende sportfeit van eergisteren. Dus keerde De Telegraaf zich binnenste buiten om deze gebeurtenis alvast tot superhooliganproporties te vulgariseren. Veel oranje agressie, een bloedrood uitroepteken van 10 bij 2 cm en een chaotische opmaak die oorlog voorspelde. Een krant die smeekte: ‘Koop me, alsjeblieft koop me! Ik heb zo mijn best gedaan om mee te gaan in jullie gekte.’ Was dat nog een krant die pretendeert het nieuws voor ons op de voet te volgen?

Debilisering
De debilisering beperkte zich niet tot de voorpagina. Ook het nieuws op pagina 3 bleef steken in randverschijnselen. Bij een kop over de risico’s die de VVD neemt met de formatie van Paars-plus, stonden alleen maar zoetsappige foto’s van roze prinsesjes die tegen ballen trappen. Met journalistieke ‘komkommertijd’ heeft dit alles niets te maken, want wie De Telegraaf volgt weet dat deze hyperige benadering structureel is. En steeds erger lijkt te worden. Van nieuwsblad naar boulevardblad, kennelijk is dit de enige weg om in papieren vorm nog een tijdje te overleven. Is dit steeds wanhopiger zoeken naar ultieme, snel te consumeren prikkels exponentieel voor deze ‘communication surround’ tijd? Als dat zo is, dan word ik oud en ga ik voor het eerst zeuren over vroegâh toen we nog een beetje ons best moesten doen om het nieuws uit serieus geschreven stukken te halen.