ThePostOnline

Zero tolerance drugsbeleid gevaarlijk

12-08-2010 11:01

Het is een bekend fenomeen op alle dancefestivals. Voordat bezoekers naar binnen mogen, worden ze eerst als een kudde schapen door een systeem van ijzeren hekken geleid. Aan het einde wacht iemand van de beveiliging, klaar om de feestgangers te trakteren op een uitgebreide inspectie van lijf en leden. Boven hun hoofden knippert waarschuwend de tekst zero tolerance. Gezellig zeg, zo’n feestje.

24 hour party people  
Wie niet beter weet, zal vermoedelijk onder de indruk zijn van het strenge lik-op-stuk beleid dat tegenwoordig in de vaderlandse uitgaansscene wordt gevoerd. Kon je een aantal jaren geleden je illegale XTC op het festivalterrein laten testen op veiligheid, tegenwoordig wordt er een stuk minder tolerant met pillenslikkers omgesprongen. Anno 2010 betekent drugs op zak een enkele reis richting politiebureau, ongeacht de hoeveelheid. Het is echter naïef om te denken dat een dergelijk aanpak leidt tot minder gebruik.

Want eenmaal binnen blijkt dat minimaal de helft van de party people rondloopt met pupillen als knikkers. Flesjes water vinden bovendien verdacht gretig aftrek en sommige mensen hebben zelfs nog duidelijk zichtbare restjes cocaine in hun neus. Zo moeilijk is het niet, om een bescheiden hoeveelheid verdovende middelen naar binnen te smokkelen. Drugscontroles zijn dan ook een farce, vooral bedoeld om politie en politiek tevreden te stellen.

Pillenrazzia’s
De ‘alles moet kunnen’-houding waarvoor Nederland zo werd bewonderd en verguisd in het buitenland, is namelijk al een tijd aan inflatie onderhevig. Na Balkenende I t/m IV staat zelfs het gedoogbeleid rondom cannabis ter discussie. Dus wordt er steeds strenger gecontroleerd op het bezit van verdovende middelen. Vooral op dancefeesten, want ‘zoals iedereen weet’, zijn housers de grootste drugsge/-misbruikers die er bestaan. En omdat ze bang zijn dat hun feest anders voortaan wordt verboden, werken de organisatoren doorgaans braaf aan de pillenrazzia’s mee.

Politiek blij, justitie blij, feestorganisatoren blij. De enigen voor wie het nieuwe beleid minder prettig uitpakt: de bezoekers. Niet omdat 12 uur non-stop housen zonder chemische hulp best moeilijk vol te houden is, maar vooral vanwege hun veiligheid. Zo slikken sommige feestbeesten, uit angst op ontdekking, tegenwoordig maar voor binnenkomst vast hun hele dagrantsoen pillen weg. Zo ontlopen ze weliswaar de kans om bij de controles tegen de lamp te lopen, maar brengen ze tegelijkertijd hun leven in gevaar. En aan een leeg strafblad heb je weinig als je dood bent.

Wat je niet ziet, bestaat niet
Degenen die wel het risico nemen op ontdekking en zich met discodropjes in hun ondergoed langs de inspectie wagen, zijn eenmaal binnen nog steeds niet veilig. Er is namelijk nogal wat rommel in omloop. Vroeger kwam je daar gemakkelijk achter door je met je XTC bij het GGZ-kraampje te melden. Maar tegenwoordig doen we alsof drugs niet bestaan. En wat niet bestaat, kan je ook niet controleren. Gaat het, door een iets te enthousiaste dosis of snuifje ‘vieze’ cocaïne mis, dan kan je terecht bij de EHBO. Enig probleem: wat vertel je precies aan de aanwezige artsen? Uit angst alsnog in de boeien te worden geslagen, denken de feestgangers momenteel twee keer na voordat ze een eerstehulppost bezoeken. En dat is levensgevaarlijk.

In plaats van en masse het braafste jongetje van de klas uit te hangen, zouden organisaties van feesten zich daarom beter hard kunnen maken voor een meer praktische aanpak. Waarbij schijnheiligheid wordt vervangen door realiteitszin. Gedoog privégebruik in plaats van mensen met slechts één pil op zak meteen af te voeren. Bied bezoekers de mogelijkheid hun XTC te laten testen. En zorg voor goede voorlichting. Het is naïef om te denken dat je met streng straffen iets oplost. Wat je niet ziet, bestaat soms namelijk gewoon wél.