Drieluik Lowlands (2): Lowlands verdeelt en heerst

26-08-2010 16:15

‘Anouk, wat een muzikale miscast’, bedacht ik me toen de ooit spannende Haagse popzangeres voor de lineup van Lowlands 2010 bekend gemaakt werd. Waarmee ik mezelf onbedoeld tussen de klagers schaarde die Lowlands niet meer alternatief genoeg vinden, die niet snappen dat er ’s nachts allemaal rare techno-DJ’s komen en die zich storen aan het publiek dat op het geluid van de nachtelijke bassdrum afkomt, ‘want dat zijn allemaal van die pillenslikkers.’ Ik wil graag bij dezen mijn commentaar op Anouk alsnog terugnemen. Als festival doet Lowlands namelijk alles goed en er is geen lokale wannabe-diva die dat weet te verpesten.

A Campingflight to Lowlands Paradise is ooit begonnen in de late jaren ’60 in de Utrechtse Jaarbeurs, waar Jimi Hendrix afzegde, Pink Floyd wel speelde en belabberde organisatie debet was aan een sneeuwballengevecht met de ME. Na twee edities was het toen snel klaar, om in 1993 onder leiding van toenmalig Mojo-bobo Willem Venema opnieuw te verrijzen, deze keer om te blijven en om jaar na jaar te bewijzen het beste, meest complete festival van Nederland (en wellicht ver daar buiten) te zijn. Zo ook de achttiende editie, afgelopen weekend. Ondanks Anouk, ondanks pillenslikkers, ondanks al die volwassenen-in-ontkenning die Rianne Meijer gisteren zo treffend beschreef.

Lowlands 2010 verkocht in een dikke week uit (los van de 10.000 tickets die festivalbaas Eric van Eerdenburg achter hield voor CJP-kids, die zodoende wat langer de tijd hadden om een kaartje bij elkaar te vakkenvullen). Er was op dat moment pas een handjevol namen bekend gemaakt. Het leidde tot gemopper onder de ‘echte’ muziekliefhebbers, die vonden dat het festival om de obscure indiebandjes moet gaan. Zij willen echter niet snappen dat een lineup niet meer leidend hoeft te zijn voor mensen om toch met plezier 150 euro neer te tellen om vier nachten in een tent in de Flevopolder te mogen slapen.

Sterk merk
Lowlands is namelijk een ‘sterk merk’, zoals Willem Venema begin maart in NRC Next zei. In hetzelfde artikel zegt huidig marketingdirecteur Bente Bollmann: “Lowlands is een merknaam geworden die vertrouwen wekt. De mensen komen niet voor één naam, maar voor het hele festival. Ze weten van voorgaande edities dat wij een interessant programma bieden.” Dat programma omvat sowieso veel meer dan muziek alleen: het is show, theater, comedy, politiek, activisme, mensenrechten, voedsel in alle geuren en smaken, mode en trends, film en het milieu. Het kernwoord bij dit alles is participatie: de organisatie zorgt voor het decor, het publiek brengt dat tot leven en de security houdt overal een vriendelijk (doch nauwelijks zichtbaar aanwezig) oogje op. Subtielere crowd control kom je nérgens anders tegen, terwijl er geen onlusten zijn, de enige aanhoudingen (slechts een handjevol) drugsgerelateerd zijn en het aantal gevalletjes diefstal lager ligt dan op een gemiddelde maandagmarkt in een provinciestad met evenveel inwoners als Lowlands zelf.

Anders dan op – bijvoorbeeld – Pinkpop, waar iedereen richting podium staart tot de volgende act begint, daagt Lowlands door haar diversiteit haar bezoekers uit om méé te doen, maar je mag zelf weten of je voor muziek en film kiest, of voor activisme en het milieu. Niets moet, alles mag. Ondanks dat het festival drie lange dagen en vier slopende nachten doorgaat, levert dat van de aftrap op donderdagnacht tot het einde op de vroege maandagmorgen een actieve sfeer op onder alle bezoekers – of het nou CJP-jongeren, ‘echte’ muziekliefhebbers of hippe (bijna-)dertigers zijn: ongeacht de motivatie om naar Lowlands te komen, maakt iedereen er met iedereen een feestje van en een willekeurig gesprek met een man in een kippenpak is derhalve nooit ver weg.

Opblaasorka’s
Lowlands verdeelt en beheerst het terrein ondertussen echter tot in de puntjes. Anouk staat (los van het feit dat haar aanwezigheid ongetwijfeld een platenlabel-packagedeal was) in de Alpha om een specifiek deel van het publiek (dertigers dus, voornamelijk vrouwen) naar de Alpha te lokken, zodat er elders op het terrein meer lucht is voor ‘kleine’ bands – of de rij bij het eten gewoon korter is. ’s Nachts kunnen de ‘pillenslikkers’ stuiteren op techno en drum ’n bass in de Bravo, de hippe Randstadtwintigplussers mojito’s tutteren in de relaxte Groovetube en al die zogenaamde ‘echte’ muziekliefhebbers hun averse anders-zijn botvieren in de India, waar onder aanvoering van de schlagers die Kees van Hondt draait tientallen planten, rubberboten en opblaasorka’s door de tent dansen en je meteen ‘niet Keeswaardig!’ genoemd wordt als je vanaf de zijkant van de tent een rustig minuutje neemt om de gekte gade te slaan.

Aan al diegenen die het desondanks betreuren dat de nadruk meer op het hippe, allesomvattende feest en minder op muzikale verdieping lijkt te liggen: vergeet niet dat Lowlands in de jaren ’60 zijn oorsprong kent. Met andere woorden: dan kun je wel mopperen dat er allemaal hip volk op Lowlands rondloopt dat niet per se voor de muziek komt, maar dan vergeet je dat Lowlands ooit is begonnen in de hoogtijdagen van de hippie-generatie, terwijl het affiche toen al sprak van ‘een festival van de subcultuur’. Maar tot welke subcultuur je precies dient te behoren, wordt nergens vermeld.

Dit is de tweede aflevering in een drieluik over Lowlands 2010, waar DeJaap-redacteuren Rianne Meijer, Levi Boitelle en Bart Nijman hebben rondgelopen en waar ze ieder hun eigen visie op hebben. Bart Nijman schrijft voor Muziek.nl en vindt Lowlands al jaren het Beste Weekend van het Jaar.