ThePostOnline

De formatie van achter het raam

11-10-2010 10:00

Nog half slapend stapte ze haar bed uit en opende de gordijnen. Regen; natuurlijk regende het. Nadat einde juli dankzij haar goede vriend Ruud een rechtse politieke samenwerking tussen CDA, VVD en PVV in de steigers was gezet, was het voorafgaande fraaie zomerweer in het tegendeel omgeslagen. Bijna onophoudelijk had het sindsdien geregend, alsof ook het Opperwezen zijn verdriet wilde tonen over het steeds dreigender spookbeeld van een conservatieve coalitie met gedoogsteun van de PVV.

Maandag
Die engerd van een Wilders. Als er iemand ver af stond van haar noodgedwongen in het geheim beleden politieke denkbeelden, dan was hij het wel. Op zijn verjaardag was hij ‘s avonds nog langsgekomen, met een echte Limburgse Vlaai nota bene! “Kijk eens mevrouw, hij is al voorgesneden!” Ze had vanzelfsprekend geweigerd, “ook op mijn leeftijd moet ik aan de lijn denken!” Toen hij bleef aandringen, moest ze zich inhouden om de room niet in zijn oogverblindende blonde kapsel te smeren. Het was toch al niet zo’n geslaagde dag geweest. Diverse politici waren die maandag 6 september bij haar langs geweest om over de ontstane politieke situatie te praten nadat diezelfde Wilders de voorafgaande vrijdag ‘de stekker eruit had getrokken’. Samenwerking tussen PVV, VVD en CDA leek niet meer mogelijk.

Het waren die maandag moeilijke gesprekken voor haar geweest. Ze had het gevoel dat ze geblinddoekt haar weg moest vinden in een onbekend en donker bos. Aan het einde van die veelbewogen maandag had ze op het punt gestaan om haar fiat te geven aan een voorstel van dat eeuwige studentje Rutte, om een conceptregeerakkoord te mogen schrijven waarop andere partijen konden ‘intekenen’. Als er iemand goed was in het schrijven van sprookjes – hij zei het zelf – dan was het wel Mark Rutte. Uiteindelijk bleek een beslissing nog niet nodig. De volgende dag gingen Rutte, Verhagen en Wilders immers weer verder op hun glibberige pad naar politieke samenwerking.

Koppen
Verhagen, de Nederlandse Machiavelli. Rattus Maximus Catholicus werd hij door zijn collega’s op het Binnenhof genoemd, zo had ze begrepen. Elke keer als hij op bezoek was geweest, telde ze voor de zekerheid haar vingers na. Eigenlijk was er op deze dag van het CDA-congres nog maar een persoon waarin ze vertrouwen had, alhoewel…  Tijdens de traditionele voetbalwedstrijd tussen een delegatie van Kamerleden enerzijds en politiek-journalisten anderzijds, was hij haar opgevallen.

Een Zeeuw met een markante kop, zo te zien niet voor een kleintje vervaard, die in het team van de Kamerleden als spits fungeerde. Ver in de tweede helft bij de stand 0-0 kwam van links een voorzet op maat die keurig neerdaalde in de mond van het vijandelijke doel. Ze leefde fel mee en vergat van pure emotie het hele protocol. Koppe Jan! had ze met overslaande stem geroepen naar de Zeeuwse spits en deze – alsof hij haar had gehoord – maakte een prachtig doelpunt met zijn hoofd. Sindsdien was ze Ad Koppejan blijven volgen. Hij oogde sterk, een echte spits, maar ja spitsen moeten ook wendbaar zijn, zeker binnen een politieke partij als het CDA.

Weg
Maar Wilders bleef toch haar grootste probleem. Zijn politieke beweging stond haaks op die cocktail van normen en waarden waaruit ze voor menig kerstboodschap rijkelijk had geput: respect, verdraagzaamheid, naastenliefde, gelijkwaardigheid van religies. Helaas leken deze begrippen steeds minder te beklijven in een verloederende maatschappij, waarin geweld hoogtij vierde en het gezag voortdurend werd uitgedaagd. In haar meest sombere buien vroeg ze zich wel eens af waarom ze op haar 72ste nog steeds regeerde over een land met kennelijk zoveel ontevreden mensen. Was het land haar inspanningen nog wel waard? Zou zij niet liever regeren over een samenleving waarin mensen nog idealen hadden, waar burgers nog met elkaar praatten in plaats van alleen maar dat onbenullige getwitter!

Ze keek peinzend naar buiten. Veel van die landen waren er niet. Maar toch, laatst had ze op de TV beelden gezien van een land waarin ogenschijnlijk gelukkige mensen zomaar op straat met elkaar dansten, een land waarin het Gezag nog het respect kreeg dat het verdiende, een land waarin een allesverterend materialisme nog niet zijn verwoestende werk had gedaan. Hoe heette dat land toch in Godsnaam? Tweeënzeventig  en een geheugen als een vergiet. Ze zou toch niet dezelfde kant op gaan als haar moeder zaliger? Achter haar kraakte een plank. “Alex”, vroeg ze zonder zich af te wenden van het raam, “is er vanaf Schiphol eigenlijk een rechtstreekse lijnvlucht naar Noord-Korea?”