Journalistieke democratie in Azerbeidjan

11-11-2010 14:00

De drukpers stond enkele eeuwen geleden aan de voet van de vrije communicatie. De opkomst van de media stond op haar beurt aan de basis van de democratie. Anno de 21e eeuw zijn de rollen omgedraaid. De democratie is tot wasdom gekomen en staat nu garant voor vrije pers, maar de moderne techniek lijkt van de voet van de media te zijn weggerold: razendsnelle technologische ontwikkelingen zetten de pers onder druk. De journalistiek moet zowel democratie als techniek weer in zich zien te verenigen. De oplossing is – opvallend genoeg – te vinden in Azerbeidjan.

In zijn Strukturwandel der Öffentlichkeit (1962) beschrijft Jürgen Habermas het ontstaan en de ontwikkeling van democratische openbaarheid. De Duitse socioloog legt uit dat media en communicatie in de achttiende eeuw leidden tot de bevrijding van het individu en, dientengevolge, tot de opkomst van democratische structuren. Privépersonen vergrootten de publieke sfeer en gebruikten de ontwikkeling van de media als hun infrastructuur. Democratie spoelde mee op de golven van de snel groeiende openbaarheid, waarin steeds meer mensen deelnamen in verder reikende, opener wordende communicatieprocessen.

Herzuilen
Nu de democratie eenmaal staat en de ontwikkelingen op technologisch gebied te snel lijken te gaan voor de journalistiek, is laatstgenoemde echter in lichte paniek achtergebleven de afgelopen jaren. Navelstaren en de schuldige vinger naar elkaar wijzen strijden om de boventoon in een wereld waarin de journalistiek zich in haar eigen voortbestaan bedreigd ziet. In Nederland is de VARA door de komst van PowNed en WNL spontaan gaan herzuilen, regionale dagbladen verwijten gratis forenzenkranten broodroof en ’s lands kwaliteitskranten preken hel en verdoemenis over het Grote Boze Internet, waar meningen ongefundeerd en achtergronden ondeskundig zijn. Nee, online zal de zogenaamd in zwaar weer verkerende journalistiek zéker niet kunnen overleven.

Eén man bewees vorige week in drie dagen het tegendeel. Rusland-correspondent Olaf Koens kreeg van zijn opdrachtgever, de Geassocieerde Pers Diensten (GPD), geen budget om naar Azerbeidjan te reizen om ter plekke de verkiezingen te verslaan. Koens liet zich niet uit het veld slaan en wendde zijn weblog en Twitteraccount aan om fondsen te werven. Met succes: binnen drie dagen vond hij honderd mensen bereid om ieder tien euro te doneren, zodat hij naar Azerbeidjan kon. “Het bewijs dat journalistiek leeft, dat crowdsourcing zelfs in een relatief kleine nichemarkt werkt en dat lezers graag bepalen en zelfs betalen voor onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek”, jubelde hij op zijn weblog.

Katalysator
Het initiatief van Koens, dat overigens door zijn GPD-chef niet helemaal goed begrepen werd, bewijst 48 jaar na dato opnieuw het gelijk van Habermas. In 1962 ging die in tegen de heersende opvatting dat de publieke sfeer weliswaar open was, maar dat deze enkel gebaseerd zou zijn op elitaire idealen. In een tijdperk waarin de oud-mediale elite vooral met een eigen overlevingsstrijd bezig lijkt te zijn en die in ruimere zin (door massamedia, dwingende machten en vervaging tussen privé en staat) niet voldoet aan de optimale situatie zoals Habermas hem voor ogen had, heeft Koens zich onttrokken aan de worsteling om juist als een door Habermas beschreven individu de publieke sfeer verder te vergroten. Dankzij zijn geslaagde onderneming heeft hij de journalistiek een klein stukje van de eigen rol teruggeven: die van katalysator van democratische openbaarheid.

Of Koens ook democratie naar Azerbeidjan gaat brengen, valt sterk te betwijfelen, maar in symbolische zin is de bestemming van zijn project  in ieder geval een mooi kader voor zijn vooruitstrevende rol als journalist.

Olaf Koens blogt hier en twittert daar.