Johnny Cash (2): Zingen op de radio

13-11-2010 12:00

Na eerst weggestuurd te zijn door Sun Studios-baas Sam Philips omdat hij het werk van Cash en zijn vrienden Luther Perkins en Marshall Grant (bekend als de Tennessee Two) te veel gospel vond, lukt het Cash om met meer country-georiënteerde toch een deal bij het fameuze label te krijgen. Eerste single Hey Porter (1955) blijkt een mild succes, maar opvolgers Folsom Prison Blues en I Walk the Line worden beiden top 5-hits in de countryhitlijsten, die laatste zelfs nummer 1. In 1957 is Cash, die op zijn twaalfde door zijn zanglerares werd weggestuurd met de woorden “Don’t take lessons, just do it your way” de eerste artiest op het Sun-label die een volledig album maakt.

Zijn hele leven heeft Cash muziek geademd. Zijn carrière was zijn leven en andersom. Eerste vrouw Vivian Liberto zag het echter niet zitten met de zangcarrière van haar man. Niet toen hij alles op alles zette om zijn muziek op te kunnen nemen en al helemaal niet toen hij steeds van huis was nadat het hem eenmaal gelukt was en hij steeds vaker en langer aan het toeren was. Maar hij kon niet anders. Uit een interview uit 1993:  “I think the first time I knew what I wanted to do with my life was when I was about four years old. I was listening to an old Victrola, playing a railroad song. The song was called Hobo Bill’s Last Ride. And I thought that was the most wonderful, amazing thing that I’d ever seen. That you could take this piece of wax and music would come out of that box. From that day on, I wanted to sing on the radio.

Winston Churchill
Zijn Amerikaanse Droom wordt verder op weg geholpen door nota bene een Engelsman: “I grew up in the ’40s and I heard all these great speeches, like Winston Churchill. His most famous, or infamous commencement exercise speech was one that consisted of seven words. He stood before this graduating class and said: ‘Never, never, never, never, never give up.’ And then somebody else said: ‘Every day in every way I’m getting better and better.’ I didn’t especially believe that about myself, but I said it every day and I made myself believe it and it worked. I persevered. I never gave up my dream to sing on the radio. And that dream came true in 1955.

Na die eerste plaat zouden er uiteindelijk nog 54 volgen – de (officieuze) compilaties niet meegerekend want dan kom je uit op meer dan honderd albums. Cash maakte zijn platen voor verschillende labels, want de liefde voor Sun duurt niet lang. De gospelplaat die hij zo graag wil maken, komt er namelijk maar niet. Cash voelt zich beperkt door het kleine label en vertrekt naar Columbia Records, al blijft Sun nog jarenlang eerder onuitgebracht materiaal van Cash op plaat zetten.

Hall of Fame
Cash blijft tot 1985 bij Colombia, tot het label hem het gevoel geeft niet genoeg meer voor hem te doen. De jaren ’80 zijn sowieso niet zijn meest populaire jaren, ondanks de opname – als jongste nog levende artiest ooit – in de Country Music Hall of Fame in 1980. Van Columbia gaat de zanger naar Mercury Records, al maakt hij in 1985 en 1990 nog wel twee platen op Columbia met The Highwaymen, een country supergroep met Willie Nelson, Kris Kristofferson en Waylon Jennings. In 1986 maakt hij ook nog een album met onder andere Roy Orbinson, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder de titel Class of ’55. Die plaat is in principe bedoeld als eerbetoon aan Elvis Presley, maar de belangrijkste herinnering die er mee boven komt is het Million Dollar Quartet: Lewis, Perkins, Elvis Presley en Johnny Cash die in 1956 samen op band werden opgenomen door Sam Philips tijdens een jamsessie in Sun Studios.

Toch loopt het in zijn Mercury-tijd allemaal niet meer zo soepel, één van de redenen waarom de relatie met dat label niet bijzonder lang duurt (van 1987 tot 1991 om precies te zijn) en weinig succesvol is. Cash’ naam lijkt bijgeschreven te gaan worden op de lange lijst met ‘have-beens’. Maar dan kruist de invloedrijke producer Rick Rubin zijn pad. Die introduceert Cash bij een jongere generatie luisteraars, iets waar Cash zelf de deur voor op een kier gezet heeft nadat hij vocalen heeft ingezongen op U2-nummer The Wanderer, dat op het album Zooropa (1993) staat. Rubin heeft net zijn label Def American (met veel poeha) omgedoopt tot American Recordings en het ‘Johnny Cash-project’ is zijn eerste onderneming onder de nieuwe naam.  Het gevolg is het zesluik American Recordings. Waarover volgende week in het slot van dit drieluik meer.

Deel twee van een drieluik over Johnny Cash. Deel 1 staat hier.

Bart Nijman schrijft ook voor Muziek.nl