ThePostOnline

Blowen in het fietsenhok

07-12-2010 16:00

Je rookt in een verloren tussenuur stiekem met wat klasgenoten een jointje in de fietsenstalling van je middelbare school. Een onschuldig puberteitsritueel, passend bij een levensfase waarin je elke mogelijkheid aangrijpt om je af te zetten tegen je ouders en alle andere volwassenen die je hun regels willen opleggen. Maar dan wordt je betrapt. Wat volgt is geen onschuldige straf als een ochtendje propjes prikken op het schoolplein. In plaats daarvan licht de conrector je ouders, medescholieren en al je leraren in. “Pas op mensen: Sara, Bas of Paul is een gevaarlijke drugsgebruiker. We hebben hier te maken met een potentiële crimineel, een jeugddelinquent, een puber op het punt van ontsporen.”

Proefballonnetje
Een totaal onrealistisch scenario, ontsproten aan het brein van iemand die teveel Hollywood-films heeft gezien? Niet als het aan Ivo Opstelten ligt. De kersverse minister van Veiligheid en Justitie opperde begin deze week leerlingen die betrapt worden op drugsgebruik met naam en toenaam door te geven aan ouders, leraren en hun klasgenoten. Een grote schande voor de middelbare  scholier in kwestie, die immers ten overstaande van zijn of haar gehele sociale omgeving als jeugddelinquent te kijk wordt gezet. Wat vermoedelijk exact de opzet is van Opsteltens proefballonnetje.

Wie het Nederlandse politieke landschap anno 2010 bekijkt, kan zich bijna niet meer voorstellen dat we ooit als meest progressieve staat ter wereld werden gezien. Een land dat compassie had voor onnodig lijdende terminaal zieken, zijn homoseksuele burgers als gelijk aan het heteroseksuele deel van de bevoking beschouwde en er een realistisch drugsbeleid op na hield. In de afgelopen jaren, vermoedelijk nier geheel toevallig zo ongeveer de periode dat Balkenende en zijn 4 kabinetten het land regeerden, zijn er echter steeds meer barstjes in het progressieve beleid ontstaan.

De zwaarste klappen lijken te vallen op het gebied van het vaderlandse drugsbeleid; sowieso een onderwerp dat altijd heeft kunnen rekenen op de nodige controverse. Zomaar een opsomming van wat wetten en plannen die de afgelopen tijd zijn gelanceerd: een verbod op coffeeshops vlakbij een middelbare school, een wietpas waarmee het aantal toeristen dat alleen naar Nederland komt om stoned in de coffeeshop te hangen en zich te misdragen wordt teruggedrongen, een verbod op hallucinerende paddestoelen; ingevoerd na een aantal (dodelijke) incidenten met veelal buitenlandse gebruikers die bij nadere inspectie nog wel wat andere problemen hadden dan die ene magische champignon.

Moderne schandpaal
En nu is er dus de moderne schandpaal, bedoeld om trippende tieners eens goed voor lul te zetten. Want dat zal, naast het informeren van ouders dat hun kind in ieder geval een keer drugs heeft gebruikt, wel de opzet zijn van Opsteltens plannetje. Een ridicuul plan, zo vind ook de VO-raad, die de middelbare scholen vertegenwoordigt. Zij vinden het niet bij hun opvoedkundige taak passen om leerlingen op een dergelijke wijze publiekelijk ten schande te maken. En daar hebben ze gelijk in. Wat gaat het de medescholieren van Sara of Bas aan wat hun klasgenoten hebben uitgespookt? En waarom zouden de ouders van een scholier die 16 jaar of ouder is het recht hebben te weten dat hun kind stiekem een jointje heeft gerookt? Ook tieners hebben recht op privacy.

Een ridicuul plan dus, zoals het gehele drugsbeleid in Nederland steeds meer aan elkaar lijkt te hangen van volstrekt belachelijke regels. Al in 1976, toen het gedoogbeleid van cannabis onder leiding van toenmalig minister van Justitie Van Agt, vorm kreeg, was bekend dat dit scenario op de lange termijn niet zou werken en beter kon worden vervangen door een systeem van legalisering. In plaats daarvan zoeken de laatste regeringen het echter steeds meer in de richting van verbieden. Een opmerkelijke keuze die vooral gericht lijkt op de bühne. In Nederland, waar softdrugs worden gedoogd, gaf bij een onderzoek namelijk slechts 3 procent van de tieners aan in de afgelopen maand wiet te hebben gebruikt. In de Verenigde Staten, beroemd om zijn strenge drugsbeleid, was dit percentage 20 procent. Het is de hoogste tijd dat de huidige regering het 34 jaar geleden uitgestippelde beleid van Van Agt eindelijk eens afmaakt. Dat betekent realisme in plaats van door sentimenten ingegeven korte termijn politiek. En legalisatie in plaats van verbieden. En Nederland weer als voorbeeld voor de rest van de wereld.