Weten & Tech

Sinterklaas, de kerstman en islamisering

14-12-2010 12:00

Het is de tijd van het jaar dat een groot (minderjarig) deel van Nederland gebombardeerd wordt met Sinterklaas en naadloos daar op volgend de Kerstman. De niet-gelovigen zitten het uit. De wél-gelovigen kunnen hun hart ophalen aan het vele bewijsmateriaal die laten zien dat deze heren absoluut bestaan. Het is een aparte kwestie: als je er eenmaal niet meer in gelooft, is het nooit meer hetzelfde als vroeger. Maar het kan ook de andere kant op werken gek genoeg: geloven = geloven. Zo zit het namelijk met een aantal politieke en ideologische kwesties, als men eenmaal gelooft in het bestaan ergens van, is het meestal enorm moeilijk om mensen er weer van af te brengen.

Het is in ieder geval kinderen hun goed recht dat ze geloven in de Sint en Kerstman. Ga maar na: velen zien de Sint of Kerstman in persoon (ontken het dan nog maar eens), er liggen op mysterieuze wijze ineens pakjes in schoenen of voor de voordeur en op tv komen de heren dagelijks langs. Natuurlijk zijn er ook inconsequente gebeurtenissen, maar voor die twijfelmomenten is er de onbetwistbare autoriteit van vader en moeder, andere kinderen en de juf. Zij zeggen dat Sinterklaas en Kerstman bestaan, dus ze bestaan.

Parallellen met een volwassen variant
Nu zijn er een aantal interessante parallellen te vinden tussen geloof in goedheiligmannen en bepaalde politieke ideologieën. Één van die ideologische sinterklazen is de zogenaamde ‘islamisering’, zonder te willen beweren dat alleen sommige partijen hun eigen fictieve ‘weldoeners’ scheppen. Sterker nog, het is even niet relevant of het waar is of niet, het gaat om de manier waarop dit idee werkt als narratief. De steeds geaccepteerder wordende term “islamisering” houdt de gemoederen al seizoenen bezig en is dus een Sinterklaas waar we nog lang over zullen horen. De islamisering is voor de tegenstanders een tragisch proces waarbij de Nederlandse cultuur langzaamaan wordt verdreven door de Islamitische – minderwaardige – cultuur. Het feit dat dit door de gezagsdragers wordt miskend en zelfs wordt aangemoedigd (door het binnenhalen van immigranten en het ruimte geven aan hun cultuuruitingen) is moeilijk te verkroppen.

De eerste parallel tussen de Sint en islamisering is dat het verhalen zijn die met een duidelijk emotioneel doel worden ingezet. Het narratief is gebaseerd op een sterke normatieve gedachtegang: de scheiding tussen zoete en stoute kindertjes enerzijds, de scheiding tussen wij en zij anderzijds. Bij de verhalen is het gemakkelijk om te weten aan welke kant je staat en welke kant de juiste is. De beide kanten worden sterk gepropageerd via stereotypen en er wordt een sterk angstbeeld opgeroepen over de consequenties van het nalaten van goed gedrag. Stoute kindertjes en een geïslamiseerd Nederland zijn enorm de zak, om maar in het Sint-repertoire te spreken.

De tweede parallel heeft daar veel mee te maken: het doet er niet zozeer toe of het verhaal waar is. Het erin willen geloven is voldoende om overal bewijsmateriaal te vinden. Voor sinterklaas zit hem dat in de attributen (staf, boek, schimmel), bij islamisering leveren journaal, vele andere media en de dagelijkse praktijk materiaal. Het interessante is, is dat de niet-gelovers het “bewijsmateriaal” onvoldoende overtuigend vinden (het zijn excessen, misinterpretatie of een chargering), maar dat het voor de wél-gelovers lijkt alsof ze verdrinken in de bewijzende incidenten. Die vinden het ongelofelijk dat de niet-gelovers dat niet zien.

Autoriteit als bevestiging
De laatste parallel heeft onmiskenbaar te maken met de autoriteit die het verhaal bevestigt. In het geval van de Sint en Kerstman: de ouders, het Sinterklaasjournaal, de breed uitgemeten intocht op TV en zelfs Paul de Leeuw. In het geval van de islamisering: Geert Wilders en zijn zwarte pieten, ex-zwaargewicht Rita Verdonk en Henk en Ingrid. Aangesterkt met de vele media-uitingen over dit onderwerp, de gesprekken in de buurthuizen en JP Balkenende die over “straattuig” sprak. Genoeg mensen die het erkennen, zonder dat er per se voldoende feitelijk bewijs hoeft te zijn. Tel daar de GroenLinks-motie tijdens het regeringsverklaringsdebat bij op (‘het tegengaan van Islamering geen doel van het regeringsbeleid’) en dan is het verhaal compleet.

Samenvattend, als je open staat om erin te geloven, dan laat je je gemakkelijk overtuigen door het emotionele en normatieve narratief, de bijbehorende rekwisieten en bevestigende autoriteit. Het gaat er nauwelijks om wat er is, het gaat erom wat men ziet. Dus Sint en Kerstman bestaan. Toch?

Sarah Gagestein is framingspecialist en is niet uit op een discussie over het al dan niet bestaan van de islamisering. Ze is geïnteresseerd in de bijbehorende psychologie en taal van het onderwerp en schrijft over taalkwesties op www.taalstrategie.nl.