2012 Elections (5): Palin for President

23-12-2010 10:00

Op 2 november werden de zogenaamde midterm elections gehouden in Amerika. De Republikeinen wonnen fors, en daarmee heeft het politieke landschap opnieuw vorm gekregen. Het slagveld voor de presidentsverkiezingen van 2012 begint zich dus af te tekenen. Daarom besteedt De Jaap zeven donderdagen lang aandacht aan de voorspelling wie op 6 november 2012, na een heftige verkiezingsstrijd, een uitzinnige menigte mag toespreken als President-elect. Vandaag deel 5: Palin for President.

De afgelopen vier weken van deze serie hebben vooral in het teken gestaan van de 2010 midterms, en de nasleep daarvan voor zowel President Obama als de Republican Party. Inmiddels zijn we aanbeland bij de voorspellingen voor 2012, en dan beginnen wij bij de vraag hoe de Republikeinen het Witte Huis zouden kunnen heroveren. Veel politieke commentatoren, en dan met name buiten de Verenigde Staten, zijn van mening dat Obama een strijd met Sarah Palin niet zou kunnen verliezen. Toch verdient dit enige nuance. Ervan uitgaand dat Palin de nominatie in de wacht zal slepen, kan ze ook zomaar de 45ste president van de Verenigde Staten worden.

Get out the vote
Vaak worden de Amerikaanse presidentsverkiezingen neergezet als een keuze tussen twee kandidaten. In werkelijkheid gaat dit voor de meeste Amerikanen helemaal niet op. Het Amerikaanse electoraat is op te delen in drie groepen. Allereerst zijn er de aanhangers van de Democratic Party. Zij stemmen meestal gewoon op de kandidaat van hun eigen partij. Dan zijn er de aanhangers van de Republican Party, die ook doorgaans op hun eigen kandidaat zullen stemmen. Voor deze twee groepen is er nauwelijks sprake van een keuze. De meerderheid zit echter in het midden. Ook zij hebben vaak wel een voorkeur voor één van beide partijen, maar hun keuze draait vooral om de vraag of ze überhaupt moeten gaan stemmen. Niet een keuze tussen twee kandidaten dus, maar tussen thuis blijven of de kandidaat van hun voorkeur.

Vanwege het decentrale karakter van de Amerikaanse politiek, is het niet gemakkelijk mensen te motiveren om te gaan stemmen. Washington is voor veel Amerikanen heel ver weg. 2008 kende met 56,8 procent de hoogste opkomst sinds 1968. Daarom zetten presidentskandidaten zogenaamde Get out the vote-programma’s op, waarbij kiezers worden aangespoord om te gaan stemmen. De kandidaat die er het best in slaagt zijn aanhangers in het midden naar de stembus te krijgen, wint doorgaans de verkiezingen.

Obama en het midden
In 2008 behaalde Obama zijn overwinning juist door veel van die mensen die niet of nauwelijks politiek geëngageerd waren, te motiveren om toch te stemmen, zowel in de voorverkiezingen als tijdens de general elections. Obama is niet per se populair bij de fanatieke linker vleugel van zijn partij. Vakbonden en Obama zijn bijvoorbeeld nooit echt vrienden geweest. Dat maakt hem bijzonder afhankelijk van dat politieke midden dat hem in 2008 naar het Witte Huis katapulteerde. Hoe lager de opkomst in 2012 zal zijn, des te kleiner is de kans dat Obama herkozen zal worden.

Palin zit zelf in de fanatieke rechter vleugel van haar partij, en zal in het midden waarschijnlijk op minder steun kunnen rekenen dan haar tegenstander. Voor haar is een lage opkomst daarom helemaal niet slecht. Hoe meer mensen besluiten thuis te blijven, hoe minder stemmen haar tegenstander zal trekken. Daarom zal Palins campagne niet op haarzelf gericht zijn, maar vooral op Obama. Ze hoeft het politieke midden niet te overtuigen om op haar te stemmen. Ze moet er vooral voor zorgen dat die mensen die in 2008 Obama steunden zich zo gedesillusioneerd voelen, dat ze geen vertrouwen meer in hem hebben. Als de fanatieke Democraten niet op Obama stemmen omdat hij te gematigd is en er bijvoorbeeld een linkser alternatief bij de Green Party zit, terwijl gematigde Democraten besluiten thuis te blijven, hoeft Palin alleen uitgesproken Republikeinen aan zich te binden om te winnen.

Vuile campagne
Een van de belangrijkste beloftes van Obama is een nieuw politiek elan. De meeste Amerikanen hebben weinig met de vuile en persoonlijke campagnes die vaak gevoerd worden. Als Obama zijn belofte van een nieuw politiek elan waar wil maken, moet de campagne in 2012 beschaafd zijn. Een vuile campagne van Palin, waarin ze Obama zwart maakt, zal haar daarom misschien geen steun in het midden opleveren, maar bevestigt wel het idee dat er niets veranderd is. Politiek is dan nog steeds hetzelfde vieze spelletje. Dat zal gematigde kiezers verder demotiveren om te gaan stemmen. Bovendien is het een ijzeren campagnewet, dat harde aanvallen niet onweersproken mogen blijven. Wie met “nou nou” en “tut tut” reageert op karaktermoord, wordt gezien als slap en unfit for the job. Een vuile en persoonlijke campagne van Palin is daarom zowel qua vorm als qua inhoud desastreus voor Obama.

Persoonlijk referendum
Indien een zittende president, de zogenaamde incumbent, mee doet, worden de verkiezingen in feite een persoonlijk referendum omtrent de prestaties van die incumbent. Het politieke midden zal op Obama gaan stemmen, als men het gevoel heeft dat hij het goed heeft gedaan. Als de kwakkelende economie niet is aangetrokken, zal dat Obama aangerekend worden. Als de economie wel is aangetrokken, zal Palin erop wijzen dat dit pas na de Republikeinse overwinning van 2010 is gebeurd. Niet Obama, maar de eis van de Republikeinen dat de befaamde Bush tax cuts verlengd zouden worden, heeft de economie dan gered. Bovendien is Obama er niet in geslaagd Guantanamo Bay te sluiten, is de oorlog in Irak alleen op papier beëindigd en heeft Obama geen oplossing gevonden voor de situatie van honderdduizenden illegale immigranten. Palin zal haar campagne bouwen op het idee dat Obama wel mooie verkiezingsretoriek heeft gebezigd, maar in de praktijk niets heeft waar gemaakt. Bovendien worstelde Obama ook in 2008 al met het imago van een rockstar. Dat kan Palin mooi kan gebruiken om hem af te schilderen als out of touch. Zij is de gewone, de hardwerkende moeder, de echte Amerikaan en de Mama Grizzly. Hoe mooi de retoriek ook is die Obama daar tegenover zet, de hooggespannen verwachtingen kunnen tegen hem werken.

Daarnaast zal Palin betogen dat Obama de vrijheid van de burgers heeft ondermijnd, en dat hij in strijd met de grondwet en het gedachtegoed van de Founding Fathers heeft gehandeld. Dat is immers de retoriek van de Tea Party Movement (TPM) en in een uitspraak van een federale rechter in Virginia vinden de neoconservatieven steun. Die rechter meende dat de verplichte ziektekostenverzekering voor alle Amerikanen, als onderdeel van Obamacare, ongrondwettelijk is. Het Federaal Hooggerechtshof moet zich hier nog definitief over buigen, maar Palin zal deze uitspraak altijd voor zich gebruiken. Mocht het Hooggerechtshof bovendien anders bepalen, dan zal ze de bekende neoconservatieve retoriek over activist judges van stal halen. Zo zal ze betogen dat Obama niets wezenlijks bereikt heeft, maar wel de fundamentele vrijheden van de burgers heeft ingeperkt: een slechte score om een persoonlijk referendum mee in te gaan.

Battleground states
De winnaar van de presidentsverkiezingen is niet de kandidaat die de meeste stemmen heeft gekregen, zo ondervond Al Gore in 2000. De kandidaat die de meeste kiesmannen voor zich weet te winnen, mag zichzelf vier jaar lang president noemen. Daardoor heeft elke staat, en daarbinnen elk kiesdistrict, haar eigen relevantie. In veel staten is de aanhang voor één van de beide partijen zo groot, dat de andere partij daar weinig winst kan halen. Een Republikeinse red state is voor een Democraat weinig relevant, en vice versa. De kunst van campagnevoeren in Amerika, is ervoor te zorgen dat in die staten waar winst te behalen is, de zogenaamde swing states, de kandidaat veel stemmen trekt. De meest relevante swing states, gebaseerd op het inwonertal en de daaruit voortvloeiende kiesmannen dat vallen te behalen, worden battleground states genoemd. Daar wordt uiteindelijk de verkiezingsuitslag bepaald.

Op basis van eerdere verkiezingsuitslagen en demografische gegevens, is redelijk te voorspellen wat de battleground states in 2012 gaan worden: Florida, Pennsylvania, Ohio, Virginia, Minnesota en Colorado. In al deze staten boekte Obama in 2008 een overwinning, maar de vier grootste, Florida, Pennsylvania, Ohio en Virginia, zijn de laatste tijd duidelijk richting de Republikeinen geschoven. In deze staten zal Palin er dus voor proberen te zorgen dat de vuile campagne en de boodschap van een falende Obama steeds herhaald worden. Daar komt bij dat elke tien jaar, zo ook in 2011, de kiesman-verdeling tussen staten verandert, op grond van verschoven inwonertallen. Het lijkt er nu op dat enkele red states aan invloed gaan winnen ten koste van blue states. Ook dat maakt het niet makkelijker voor Obama.

Political proxies
Aangezien een kandidaat niet overall tegelijk kan zijn, is het van belang om veel steun van lokale politici te hebben, die in jouw naam campagne voeren. Dit worden political proxies genoemd. Samen met een sterke maatschappelijke beweging, de grassroots movement, moet dit ervoor zorgen dat de campagnes zichtbaar blijven als de kandidaten ergens anders zijn. In de battleground states kan Palin op veel political proxies rekenen, naast haar grassroots movement van de TPM en Mama Grizzlies. In Florida bijvoorbeeld, is de overgrote meerderheid van zittende politici Republikein. Bovendien hebben vier van de vooraanstaande lokale politici hun zetel mede aan de steun van Palin te danken. Dat maakt dat Palin erop zal kunnen vertrouwen dat haar lokale campagnes veel stemmen zullen binnen halen, terwijl Obama sinds 2010 aanzienlijk minder vrienden lokaal lijkt te kunnen inzetten.

Gerrymandering
Tot slot is de invloed van lokale steun bijzonder groot in een proces dat gerrymandering wordt genoemd. Dit betekent grofweg dat lokale politici, meestal de gouverneur, kiesdistricten opnieuw indelen voor maximaal electoraal resultaat. Plaats immers wat meer dure straten in een kiesdistrict waar het verschil tussen Democraten en Republikeinen doorgaans klein is, en je kan er zomaar voor zorgen dat dit kiesdistrict, met de bijkomende kiesmannen, in de volgende verkiezingen zeker Republikeins stemt. De vier Republikeinse gouverneurs in de grootste battleground states, kunnen er daarmee voor zorgen dat Palin net het laatste zetje krijgt dat ze nodig heeft om de verkiezingen in die staten, en dus landelijk, te winnen.

Palin is voor veel Amerikanen, net zoals voor veel Nederlanders, nauwelijks een serieus te nemen politicus. Dat heeft ze echter eigenlijk ook niet nodig. Zolang ze er in slaagt om Obama als een desillusie voor het politieke midden weg te zetten, als vijand van Amerikaanse vrijheden in een vuile campagne, kan Palin met voldoende lokale steun van uitgesproken Republikeinen, de battleground states naar zich toetrekken. Dan kan de 45ste president van Amerika zomaar een vrouw zijn.

(Hier staat het overzicht van de hele serie)

Adriaan Andringa is redacteur van DeJaap. Thijs Kleinpaste is D66-deelraadslid Amsterdam Centrum. Beide werken als politiek adviseur en zijn verslaafd aan Amerikaanse verkiezingen.