ThePostOnline

De verzopen katten en de Hollander – Detlev Heest

01-01-2011 20:22

Mevrouw Suzuki woont in de buurtschap Nieuwloofwijk in Tokyo. Tegenover haar woont Heesto-san of Detlev-san of Detlev van Heest of ‘de ik-figuur’ die zijn contact met mevrouw Suzuki nauwkeurig beschrijft. Zo ontstaat er een prachtig portretje van een schat van een vrouwtje. Bijzonder aan de beschrijving is dat hij, vooral in de eerste helft, voornamelijk uit dialoog bestaat, met hier en daar een kort beschrijvinkje in de trant van: ‘Op een middag om half 5 belde mevrouw Suzuki bij ons aan. In twee plastic bakjes bracht ze me warm eten.’ Of: ‘“Hé, dat komt goed uit,” zei ze blij verrast, leunend op een stok.’ Later wordt in meer beschrijvende vorm beschreven hoe de schrijver zijn buurvrouw redt.

Mevrouw Suzuki wordt steeds vergeetachtiger, zodat veel van wat besproken wordt meerdere malen wordt herhaald. Dat lijkt saai, maar dat is het absoluut niet. De ik-figuur steekt regelmatig de straat over met een trommel koekjes – gebakken door zijn vrouw Annelotte – om op (groene) theevisite te gaan. Daar wordt hem het hemd het lijf gevraagd: Wat heeft u gedaan, waar bent u geweest, waar gaat u naar toe, waar bent u mee bezig. Door zijn antwoorden leren we ook de schrijver beter kennen als een geduldige, lieve man.

In Nieuwloofwijk wonen veel meer buren. Van Heest heeft hun namen vernederlandst in: Mevrouw Vetplant, de weduwe Bouwput, Mevrouw Zwerk, Mevrouw Boomdorp, het echtpaar Zevenzeeën, Meneer Reuzenrad.De verzopen katten en de Hollander bestaat uit twaalf hoofdstukken, waarin telkens een andere hoofdpersoon wordt beschreven. Na kennismaking met Mevrouw Suzuki in het eerste hoofdstuk, wordt ze losgelaten en komen in hoofdstuk 2 de kapper Booreiland en zijn vrouw aan de beurt. Ook hier weer veel dialogen, maar ook meer beschrijvingen.

Na Suzuki en Booreiland springen we weer terug in de tijd (1999) en beginnen aan de contacten met het echtpaar Z. (= Zevenzeeën). Deze gaan door tot 2004, wanneer Heesto-san en Annelotte-san naar Nieuw-Zeeland verhuizen. Hilarisch is de ontmoeting met Mevrouw Derdedochter die als een verdwaalde Jehova’s Getuige (in Japan dus!) aan de deur komt om het Christendom te prediken.

Waar het op neer komt is dat Detlev van Heest in Japan terecht kwam en als journalist bijdragen leverde aan een Nederlandse krant. Annelotte werkte in de bloemenimport en was veel van huis. In Nederland was men niet zo geïnteresseerd in Japans nieuws, zodat Van Heest steeds minder te schrijven had. Daarom begon hij een dagboek waarin hij zijn ontmoetingen met buren en anderen beschreef. Daarin figureerde dus alles en iedereen door elkaar in een bepaald tijdsgewricht (van 1999 tot 2004). Voor de samenstelling van zijn boek trok hij de dagelijkse beschrijvingen uit elkaar en kneedde die tot blokken die je ook apart en door elkaar heen zou kunnen lezen. De context ontbreekt, er wordt ingezoomd op één of twee personen. De verbindende rode draad in alle verhalen bestaat – behalve Heesto zelf – uit Annelotte en de kat Kootje. De verhouding met zijn vrouw is vaak wat moeizaam, die met de kat nooit. Annelotte en Kootje veranderen niet, de ik-figuur tobt met een steeds groter wordende onzekerheid.

Ook is er een hoofdstuk gewijd aan twee padden die de ik-figuur het leven redt. Evenals spinnen, hagedissen, rupsen, gekko’s en een uurwerkplant die hij het leven niet weet te redden wegens vandalisme van een buurtbewoonster (naar later blijkt). Zo samengeperst in een blok, lijkt de schrijver dagwerk te hebben aan de verzorging van plant en dier. Zoals het effect van ieder blok eruit lijkt te bestaan dat de sociale contacten van de ik-figuur zich uitsluitend beperken tot maar een of twee personen. Als lezer leer je en passant het een en ander over Japanse zeden en gebruiken. Dat geeft de zaak extra kleur.

verzopen-kattenHet gaat overwegend om kleine leventjes op de vierkante meter. Niks groots en meeslepends aan en daardoor een verfijnde kunst om op een tragikomische manier vaak aandoenlijke portretjes te schilderen. Het eerst hoofdstuk, dat over mevrouw Suzuki, is een regelrechte pageturner. Zeker ook door de vorm. Hoewel er in de andere hoofdstukken eveneens veel dialoog wordt gebruikt, zijn het bepaald geen toneelstukjes geworden. Handelingen encouleur locale gaan een steeds grotere plaats innemen. De taal loopt lekker, ook de spreektaal – hoewel een paar woorden (zoals indien, onlangs en toebereiden) daar niet in thuis horen.

Helaas blijven niet alle blokjes zo spannend en vertederend als het openingsverhaal. Ik ga ervan uit dat de schrijver al behoorlijk geschrapt heeft, maar het had rigoureuzer gemogen. Dan houd je werkelijk een serie juweeltjes over. Nog meer bijslijpen en/of een paar personages helemaal weg laten zou dus geen overbodige luxe zijn. Desondanks: de moeite van het lezen waard.

Uitgever: G.A. van Oorschot
Pagina’s: 607
Prijs: 25.00
ISBN: 9789028241428
Jaar: 2010