Jefferson Airplane (3) – Somebody to Love

16-04-2011 15:00

Als na het desastreus verlopen Altamont Free Concert, in december 1969, blijkt dat het hippietijdperk haar beste tijd gehad heeft, blijft Jefferson Airplane nog een tijdje boven de wolken, maar het duurt geen drie jaar meer voor de band uit elkaar begint te vallen. In 1971 verschijnt Bark, dat hogere ogen gooit dan voorganger Volunteers, maar als band verliest Jefferson Airplane snel hoogte. Marty Balin kan de dood van zijn goede vriendin Janis Joplin niet verkroppen en zweert, in tegenstelling tot de rest van de band, alle drank en drugs af. Grace Slick en Paul Kantner hebben ondertussen een relatie, waar dochter China in januari 1971 een gevolg van is. Muzikaal het meest begaafde bandlid, gitarist Jorma Kaukonen twijfelt ondertussen over opstappen. Marty Balin gaat hem voor door in maart 1971 de band te verlaten. Als Slick daarna in mei 1971 – onder invloed – een auto-ongeluk krijgt en de band de rest van het jaar niet meer op kan treden, is de koek ver op.

Er verschijnt nog één album, Long John Silver, in de zomer van 1972. In de tussentijd werken verschillende bandleden (al dan niet samen) aan soloprojecten en in september 1972 treedt de band voor het laatst live op (mét Balin) tot de reünie in 1989 hen weer op één podium samen brengt. Als Jefferson Airplane althans, want als Paul Kantner & Jefferson Starship/Jefferson Starship/Starship komen de oude leden elkaar in wisselende samenstellingen nog regelmatig tegen – tot in het anno nu, want die band bestaat ondanks een miljoen miljard verschillende bezettingen (en namen) nog steeds. Zelfs originele Airplane-zangeres Signe Toly Anderson heeft een tijdje lid onderdeel uitgemaakt van Starship. Komend najaar moet er bovendien nog een nieuw album komen. Vooral de jaren ’80 waren een gruwel, met nooit meer weg te poetsen cultrockhits als ‘We Built This City’ en ‘Nothing’s Gonna Stop Us Now’ als blijvende herinnering aan de vervlogen idealen van weleer.

Rockers van 50
Grace Slick maakt nog tot eind jaren ’80 onderdeel uit van (Jefferson) Starship, maar gooit dan de handdoek in de ring omdat ze vindt dat rockers van (bijna) 50 niet meer op een podium thuis horen. Ze richt zich voornamelijk op tekenen en schilderen, maar Slick heeft ook een reputatie op het gebied van dierenbescherming. Daar stopt ze sinds de jaren ’90 veel tijd en energie in, waardoor er weinig ruimte meer overblijft om stomme dingen te doen. Want daar is ze jarenlang erg goed in geweest.

Al voordat Slick voorvrouw van Jefferson Airplane werd, hield ze er een eigenzinnige, hak op de tak levensstijl op na. Geboren in 1939 als dochter van een middenklasse-gezin in het liberale middenwesten van de VS, verhuisde ze met haar ouders naar Californië, waar het gezin zich dankzij de economische wind in de rug van na de Tweede Wereldoorlog opwerkte tot hogere middenklasse. Ze deed een poging tot studeren in New York en Miami, was tussendoor model en hield zich volgens haar biografie uit 1998 vooral bezig met ‘zoeken waar de feestjes zijn’. Dat bracht haar aan het begin van het hippietijdperk terug naar San Francisco, waar ze met haar ouders ook al gewoon had. Ze trouwde met Jerry Slick, vriend van de familie, met wie ze in 1965 The Great Society oprichtte. Een jaar later sloot ze zich aan bij Jefferson Airplane en terwijl haar huwelijk steeds meer een formaliteit werd, werd ze niet alleen onderdeel van de hippiegeneratie, maar ook een leidende kracht.

LSD-thee voor Richard Nixon
Het succes van Jefferson Airplane is vooral te verklaren vanwege het feit dat de band dermate diep geworteld was in de hippiegeneratie, dat zij niet de begeleidende muziek maakten, maar de stem van een tijdperk vormden, samen met illustere bands en artiesten als Canned Heat, The Byrds, Graham Nash en David Crosby. Airplane had bovendien een extra troef in handen: Grace Slick. Deze mooie verschijning, uit een welvarend gezin en met de potentie om een hoge opleiding te volgen (ze maakte uiteindelijk niets af), verpersoonlijkte alles waar hippies voor stonden: doen waar je zin in hebt, vrije seks (waaronder een vrijblijvend nachtje met Jim Morrison – en een schaal aardbeien), vrij drugsgebruik van marihuana en cocaïne tot LSD, een sterk van de norm afwijkende (politieke) mening en vooral een stevig broertje dood aan alles en iedereen in een machtsfunctie. Dat laatste uitte zich vooral jegens agenten: “I’ve enjoyed accomodations offered by police departmens from Florida to Hawaii. Any time I saw a badge, something in me would snap”, schrijft ze in haar biografie. Meestal ging het om kleinigheidjes als aangehouden worden voor te hard rijden of een kapot achterlicht, maar Slick wist daar vervolgens moeiteloos zo’n drama van te maken dat ze regelmatig alsnog in de cel belandde.

Twee in die biografie beschreven anekdotes zijn tekenend voor het karakter van Slick: een bijna-bezoek aan het Witte Huis en de geboorte van haar dochter. Dat bezoek aan het Witte Huis ging op het laatste moment niet door en in veel opzichten is dat misschien maar het beste ook – in ieder geval voor Grace Slick. Ze was namelijk van plan om president Richard Nixon LSD toe te dienen. Ze had het spul onder een lange nagel verborgen met de intentie om het in zijn thee te gooien. De dochter van Nixon. Trish, had alumni van Finch College, waar Slick ook een jaar had rondgelopen, uitgenodigd voor een theepartijtje in de tuin van het Witte Huis. Grace Slick heette toen nog Grace Wing, dus er gingen geen alarmbellen rinkelen toen haar naam op de gastenlijst verscheen. Als date nam ze Abbie Hoffman mee en dat voorkwam dat ze uiteindelijk binnen kwam: bij zijn naam gingen namelijk wél meerdere sirenes loeien. Uiteindelijk werden Grace en Abbie bij de deur tegengehouden: alle leden van Jefferson Airplane stonden op een FBI-lijst vanwege ‘suspect lyrics’. Waarmee Richard Nixon goed weg is gekomen, maar waar Slick waarschijnlijk nog veel meer geluk mee gehad heeft.

Baby god
De tweede anekdote, tot besluit, is wat luchtiger, maar desondanks niet minder tekenend voor haar wereldbeeld en mentaliteit. Rechtstreeks uit haar de biografie Somebody to Love? A Rock-and-Roll Memoir:

“As I held my newborn baby in my arms, a Spanish nurse came into my hospital room […]. She was holding a framed certificate that looked like a high school diploma [and] pointed to an empty line in the document. ‘What is your baby’s name?’ she asked. I noticed a crucifix around her neck and spontaneously said, ‘god. We spell it with a small ‘g’ because we want her to be humble.’

[…]

When she was through filling in the irreverent name, she ran to the telephone to call Herb Caen, the San Francisco Chronicle newspaper columnist … He published the information about the birth and the supposed appellation Paul and I had chosen…”

De geboorte van een baby, de geboorte van een mythe. De dochter van Slick en Kantner heet echter gewoon (hoewel, ‘gewoon’?) China. Het zou na die geboorte echter nog jaren duren voordat Slick haar alcohol- en drugsgebruik afzweert en de rust van een meer teruggetrokken bestaan opzoekt. De signature hit single van Jefferson Airplane, het door haar eerste man geschreven ‘Somebody to Love’, komt echter nog regelmatig op radio of televisie voorbij (met een vermeldenswaardige uitvoering door Jim Carey in The Cable Guy) en haar eigen ‘White Rabbit’ is – mede versterkt door de film Fear and Loathing in Las Vegas nog steeds een drug song of choice voor recreatieve gebruikers. De hippiegeneratie is nooit helemaal uitgestorven.

De twee bekendste nummers, zoals ze ooit op televisie werden uitgevoerd:

Slot van een serie over Jefferson Airplane, een band die vandaag de dag eerder als symbool van een periode in de geschiedenis bestaat, dan als muzikale herinnering. Of kunt u uit uw hoofd drie songtitels opnoemen van dit beroemde hippiecollectief, zonder ‘Somebody to Love’ of ‘White Rabbit’ te noemen? Deel 1 staat hier, deel 2 staat hier.

Grace Slick in 2008