Column: Van ruilen komt huilen? (2)

16-05-2011 14:00


In november 2010 startte Laura de Jong, inmiddels afgestudeerd aan het AMFI, voor haar afstuderen met een bijzonder project: The Free Fashion Challenge, waarbij 30 modeverslaafden een jaar lang geen kleding mogen kopen en/of krijgen. Ruud van Esch, eveneens student aan het AMFI doet mee aan het project en besloot er voor zichzelf nog een ultieme uitdaging aan te verbinden. Met enkele sokken als startpunt, hoopt hij na 210 dagen de trotse bezitter te zijn van een heus maatpak van Oger. Dat klinkt als een sprookje, als iets wat van zijn lang zal ze leven niet gaat gebeuren. Maar is dat ook zo? De komende maanden doet Ruud op Mode.DeJaap verslag van zijn project.

De afgelopen twee weken kende zijn ups en downs. Of laat ik het zo zeggen; één grotesk moment van vreugde en glorie, gevolgd door een tegenvaller die zijn weerga niet kent. Waaruit later, een nog nader te definiëren, bezinning voortkwam. Wartaal? Uitleg volgt hieronder.

Van sok naar hippe jeans
Het is woensdag 4 mei als ik contact heb met een vriend, over een mogelijke nieuwe stap binnen mijn uitdaging. Hij werkt voor BlueBlood. Na hem uitgelegd te hebben dat ik een oude sok heb en deze graag miraculeus zie veranderen in iets van waarde, brengt hij mij in contact met de PR-manager van dit Amsterdams jeansmerk. Hopen deed ik wel, verwachten is andere koek.

Het belletje ging lekker, BlueBlood was zeer enthousiast en de afspraak voor die middag stond. Vol van extase hang ik op. De verse denim kan ik vijf uur later uit de rekken plukken. Vervolgens word ik overvallen door twijfel . Zou het echt zo makkelijk gaan? Zelf ben ik toch meer een “eerst zien dan geloven” persoon.
Later die middag stap ik op de fiets, bepakt en bezakt. Hoewel, er zit één enkele sok in mijn tas.

Ik steek een sigaret op en fiets richting de P.C. Hooftstraat in afwachting wat er mij te wachten staat. Wetende dat dit een zeer onwerkelijke ervaring gaat worden, zet ik mijn fiets voor de ingang. Stap naar binnen en begroet bovengenoemde vriend. De vraag: “Kom jij hier een werelddeal bezegelen?”, wordt beantwoord met: “Zie ik er zo uit of wat?” Maar het was werkelijkheid. Vijf minuten later leg ik mijn oude sok op de balie, en krijg een gruwelijke jeans mijn kant opgeschoven. Uiteraard in de goede zin des woord. Na dit hoogstandje van ruilhandel voor mijzelf op de gevoelige plaat vast te hebben gelegd stap ik naar buiten.

Euforie
Ook al had ik het zojuist met mijn eigen ogen gezien, geloven deed ik het nog niet helemaal. Op de weg terug betrapte ik mijzelf er op, constant achterom te kijken. Bang dat zij zichzelf bedacht hadden en mij terug zouden fluiten. Het gebeurde niet en uitzinnig kwam ik thuis aan. Denkend: dit moeten we vaker doen, zou ik mijn hele leven met oude sokken af kunnen rekenen?

Dit project gaat van een leien dakje, moet ik gedacht hebben. Toen ik een aantal dagen later mijn volgende zet ging bepalen. Nog euforisch van mijn vorige daad bedacht ik me dat een andere vriend voor Hans Ubbink werkt. Hij was bekend met het project, dus één pingetje volstond. Nu kon ik contact gaan opnemen met de Event-manager van bovengenoemd merk.

Na een telefoontje, een mailtje en nog belletje, had ik ook daar een afspraak kunnen bemachtigen. De dag voor de afspraak belde ze op met de vraag wat mijn maten waren, zodat ze vast wat klaar kon leggen. “Dit gaat lekker”, dacht ik. “Die is binnen”. De volgende dag kon ik aan mijn helse tocht richting het hoofdkantoor van Hans Ubbink beginnen. Voor degenen die niet bekend zijn met de ligging, geloof mij even op mijn woord. Vanuit Amsterdam, de Pijp is dit met het openbaar vervoer, een rit van jewelste.

Bij Hans Ubbink
Twee busritten en een immense voettocht verder bestorm ik vol goede moed het kantoor. Ga rustig zitten, krijg een heerlijk drankje aan geboden. En het project wordt onderwerp van gesprek. Op dat moment komt de man die zijn naam aan het modelabel heeft gegeven binnen. Mijn gesprekspartner maakt hem deelgenoot van het gesprek, door te zeggen; “Hans, dit is Ruud en hij komt hier een oude sok in ruilen voor een nieuw jasje.” Waarop de grap volgt; “En vijfhonderd euro zeker!”

Voorgesteld en wel gaat het gesprek verder. Koelbloedig probeer ik de gedachte achter Interchange Originals aan de man te brengen, in mijn hoofd maken het jasje en ik een euforisch sprongetje. Totdat het verkeerde woord valt, op de vraag wat mijn einddoel is binnen deze uitdaging. Een pak naar mijn wensen en op maat van Oger. The word is out: Oger. Zonder verder in detail te treden, verandert mijn colbert binnen minimale tijd in een shirt.

Een klassiek voorbeeld van volledig de plank mis slaan. Dit is dus wat ze bedoelen met een behoorlijke domper. De heer Ubbink vervolgt zijn weg en ik de mijne. De overdracht wordt verder afgehandeld door mijn eerste contactpersoon. Op het moment dat je denkt dat het niet veel erger kan, kom ik erachter dat ik in alle commotie van die ochtend mijn oude sok vergeten ben. Enkele minuten later loop ik op één sok de deur uit, mijzelf af te vragen waar het in godsnaam mis is gegaan. Gelukkig heb ik een complete terugreis om daar mijn hoofd over te breken. Dit heeft mij dan wel geen jasje opgeleverd, wel genoeg stof tot nadenken.

Past een pak van Oger mij, of slaat Hans Ubbink de spijker op zijn kop en bestaat er een einddoel dat veel dichter bij mij staat? Antwoord volgt.

Ruud (24) is student aan het AMFI. De komende 200 dagen doet hij dappere pogingen een gratis maatpak van superieure kwaliteit in de wacht te slepen. Volg zijn avonturen hier elke twee weken op maandag,  op de site van The Free Fashion Challenge en op Twitter