ThePostOnline

De omroepen en de omroeper

28-06-2011 12:00

microfoon“Klincket den bel voor den roeper” sprak de kasteelheer resoluut. De zweetdruppels op het voorhoofd van De Heere Zuylens Verduynstervelde verraadden dat het op perkament noteren van de vreselijke situatie hem moeizaam was geweest. De bel werd snel geluid en even later kwam Johanszoon binnen, buigend voor het gezelschap bij de ruwhouten tafel. Plechtig nam hij de rol perkament in ontvangst, boog nogmaals en toog aan zijn arbeid: het omroepen van het door zijn Heere genoteerde nieuws aan de horigen in de burcht zelve, zowel als aan de burgers in de stad. Ook de boeren zouden het te horen krijgen. De “burgers ende buitenlui”. Johanszoon was enorm trots op zijn functie als roeper. Hij had dankzij de Heere Zuylens Verduynstervelde leren lezen en had zelf veel tijd gestoken in het met luide stem voorlezen van teksten, zodat eenelk van Burcht, Stad en buiten-polders helder kond leren weten wat hun Heere te melden had.

De premier
De Eerste Minister had samen met zijn collega-ministers veel tijd besteed aan het persbericht. De feiten waren hard en vervelend, de tekst moest zoveel mogelijk onrust bezweren. Tevreden keek de Premier naar het communiqué en knikte, de bode begreep dat het bericht klaar was en aan de Pers kon worden uitgedeeld. Aan de deur, waarop een sierlijk bord was gehangen met ‘Bodekamer/Persdienst’, wachtten meerdere journalisten, al eerder ingeseind dat belangrijke informatie aanstaande was. Sommige journalisten hadden zelfs camera’s bij zich met grote ronde flitslampen erop, zodat het moment van het uitdelen van het verwachte bericht van Zijne Excellentie de Eerste Minister in hun krant geïllustreerd zou zijn. De journalisten waren trots op hun bijzondere positie die maakte dat zij aan den volke de belangrijke en gewichtige mededelingen der Regering snel en correct door konden geven. Uiterst correct zou elke journalist zorgen dat de berichten in hun dagblad zouden verschijnen en hun lezers zou bevestigen in hun keuze voor hun krant.

“Vraag tijd bij de NTS”, besliste de Premier resoluut. “Het is tijd dat ik het Volk inlicht omtrent hetgeen aan de orde is. Vanavond te 20:00 uur zal het zijn!”. De korte rede van de Premier was door zijn staf opgesteld, doorgekrast, veranderd, opnieuw geschreven en wat al dies meer zij. De Premier was met het eindresultaat tevreden. In de radio-studio wachtten de technici wat gespannen op de komst van de Premier. Bij zijn aankomst werd hij met alle egards naar de kleine kamer begeleid en voor de forse Sennheiser microfoon geplaatst. “We tellen af, zodat u weet wanneer uwe Excellentie kunt aanvangen” bemoedigde het hoofd van de Radio Technische Dienst de Premier. De technici waren trots op hun werk. Door hun techniek en inzicht, kon elke Nederlander met een radio direct vernemen wat hun eigen Premier aan nieuws had te melden. Ook de “kranten-mensen” zaten aan de radio gekluisterd…

Nieuwspoort
“Beleg voor vanmiddag 3 uur een persconferentie” dicteerde de premier zijn afdeling Voorlichting. Het script werd ondertussen door tekst-mensen en liefst twee spin doctors voorbereid. Zowel VARA als VPRO zouden elk gaatje in een betoog gebruiken om de vragen te gaan stellen die de MP nu juist niet graag gesteld wilde hebben. Nieuwspoort zat vol met gretige journalisten van elke kleur die omroepland inmiddels was gaan kennen. Feiten, zoals ooit, deden er niet langer toe, immers, er was een achterban die belangen had en bediend moest worden.En feiten bestaan niet, alleen belangen. Daar waren alle aanwezige journalisten het onuitgesproken enorm over eens.

De journalisten waren trots op hun functie in het democratische proces van de Moderne Tijden. Elk van hen zou die beweringen van de PM eens stevig toetsen aan de Waarheid hunner achterban. Kleurrijk was de ploeg zeker, elk met vastberaden doel de mededelingen van de PM ongenaakbaar te ontdoen van zijn kleur en aldus tonen dat de PM maar halve waarheden voor voetlicht wierp. “We moeten er gewoon van af!” brieste de jonge energieke MP. “Al dat versnipperde gedoe met zoveel omroepen, het is niet meer te overzien”.
“Maar ze hebben allemaal wel elk hun achterban !” piepte links-achterin de Trêveszaal nog een minister, maar hij zweeg verder, de boze blik van de MP ontwijkend.
“Luister!” sprak de MP leunend op de grote vergadertafel. “De papieren kranten gaan geleidelijk aan vanzelf, in natuurlijk proces, wel minder versnipperd te werk. De omroepen daarentegen niet, die hebben nu een duwtje nodig. Gewoon minder geld, dus. Ik wil weten wie ik tegenover mij heb.”.

Commercieel gaan
Nieuwspoort zat vol met gretige journalisten van elke kleur die omroepland inmiddels was gaan kennen. Verbijsterd hoorden zij de bezuinigingsplannen aan, waarbij de regering fusies van omroepen verplicht ging stellen en een maximaal aantal omroeplicenties in vooruitzicht stelde. Elke omroep was trots op hun manier van feitenweergave, hun fantastische duiding van het nieuws uit Politiek Den Haag.
Waar zij voorheen nimmer water bij de wijn zouden dulden, werden snel fusies besproken en aangekondigd. OK, minder sectarisch maar nog wel hunne achterban vertegenwoordigend, breder dan, zal adagium zijn. Breder, maar nog steeds…

“Klincket den bel voor den roeper” sprak de kasteelheer resoluut. Met beide handen omhoog kwam Johanszoon binnen en riep daarbij: “Heere, ik staak mijne roeping.
Telkenmale wanneer ik uwe feiten bekend maak, verkrijg ik steevast hoon en tegenspraak. Vorige week nog, toen u hen kond deed van de omgevallen boom over het erfpad van leenheer Gielchersen. Men meende dat de boom linksom was gevallen in stede van rechtsom. Anderen meenden dat de boom welzeker vanuit het midden van het leen-pad de grond moest hebben geraakt. Men ging nota bene haast elkander te lijf!”. Johanszoon was trots op zijn werk en wenste graag de feiten de feiten te laten zijn. Johanszoon besloot commercieel te gaan.