Weten & Tech

Fukushima is wraak van de natuur op onveilige mens

05-07-2011 10:00

De mens is een raar dier. Een nestbevuiler. Neem nou Fukushima in Japan, waar de Dai’ichi-reactoren niet onder controle zijn. Radioactief besmet water lekt weg naar zee. Een nieuwe explosie dreigt in reactor 3. Eigenaar Tepco probeert het gevaar tevergeefs te bezweren: het injecteren van stikstof in het reactoromhulsel is bijna onmogelijk vanwege de hoge stralingsniveau’s. Radioactiviteit in de kelder van reactor 1 is van een niveau dat binnen een uur dodelijk is. Door een gat in de vloer van datzelfde reactorgebouw 1 spuit een geiser van radioactieve stoom. Waarin dodelijke mensgemaakte isotopen, deeltjes die in de natuur helemaal niet voorkomen.

Het ontsmetten van de 110.000 ton hoog radioactief water op het Dai’ichi terrein maakt de indruk van een doekje voor het bloeden. Het werkt nauwelijks en slechts op beperkte schaal. Het is vooral een publicitair gebaar van Tepco, bedoeld om het wegkijken van de wereld te legitimeren.

Meltdown
Wegkijken is echter niet te rechtvaardigen. Vijftig jaar kernenergie heeft ons geleerd dat de kans op een meltdown tientallen malen hoger is dan de experts ons hebben voorgehouden. Net als in de financiële wereld houdt een klein groepje insiders elkaar de hand boven het hoofd. Heel begrijpelijk, maar een bedreiging voor de afhankelijke buitenwereld die allang het zicht op de geldigheid van techniek en argumentatie is verloren.

Waar milieubewegingen en politieke idealisten faalden, komt de natuur nu zelf in actie. Daar heeft het althans veel van weg. Begonnen met de aardbeving en tsunami van 11 maart is er een reeks incidenten rond nucleaire installaties. Wat opvalt is de gemeenschappelijke component: steeds laat de natuur zien dat de menselijke maat geen partij is. Aardbevingen, bosbranden en overstromingen zetten onze technische vermogens in perspectief. Met als conclusie: het is tijd om onze verantwoordelijkheden opnieuw te overwegen.

Erfenis
Het begin van het atoomtijdperk viel samen met het einde van de Tweede Wereldoorlog, gemarkeerd door atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Die atoombommen werden ontwikkeld in Los Alamos in de Amerikaanse staat New Mexico. Rond het terrein van dat nucleaire laboratorium woedt nu een grote bosbrand. Onder zeildoek staan 20.000 vaten met plutoniumhoudend afval opgeslagen. Opnieuw worden we eraan herinnerd hoe terloops we omgaan met de meest giftige stof op aarde. Zo ligt in Fukushima Dai’ichi genoeg kernbrandstof voor twintig reactorkernen. Eenvoudigweg bij gebrek aan opslag- en verwerkingscapaciteit. In de Noordelijke IJszee liggen reactorvaten uit het Sovjet-Tijdperk te roesten op de zeebodem. Deels inclusief de kernbrandstof. Dit alles onder het mom van: het zal onze tijd wel duren. Dat blijkt niet het geval.

Als in een poging om aan alle discussie een einde te maken is de Fort Calhoun kerncentrale in Nebraska inmiddels omgeven door het water van de overstroomde Missouri rivier. Het klotst 60 cm hoog tegen de muren van het reactorgebouw. De reactor is uitgeschakeld, maar sinds Fukushima weten we wat dat betekent: het vermogen wordt teruggeschroefd, maar het gevaar van oververhitting en straling blijft bestaan.

Onmerkbaar
Inmiddels is bekend dat straling kan worden aangetoond in de urine van inwoners van de stad Fukushima, op zestig kilometer van de Dai’ichi centrales. Ook in verder afgelegen gebieden is de stralingsbelasting aantoonbaar toegenomen. Met name in de Noordwestelijke staten van de VS kregen de inwoners in de maanden april en mei te maken met neerslag van radioactieve deeltjes. Een en ander betekent dat inmiddels honderden miljoenen mensen als gevolg van Fukushima een verhoogde kans lopen op genetische beschadiging en ziekte als gevolg van straling.

De directe relatie tussen stralingsbelasting en medische klachten is moeilijk aantoonbaar. Straling is meetbaar, maar niet waarneembaar met de menselijke zintuigen. Voor Duitsland is de maat inmiddels vol, bestaande kerncentrales worden gesloten en nucleaire nieuwbouwprojecten zijn van de baan. Andere Europese landen, waaronder Nederland, hebben kernenergie nog niet afgeschreven en willen verder investeren in technologie die bewezen onveilig is. Waarmee weer eens wordt aangetoond dat de mens zijn eigen grootste bedreiging is. Homo homini lupus est, zeiden onze ongemotoriseerde voorvaders, die het zonder de wonderen van elektriciteit moesten stellen. “De mens is voor andere mensen een wolf”: een goede reden om een streep te zetten onder het atoomtijdperk.

Menno Spiro blogt regelmatig over Fukushima. Voor zaken van minder belang ook op Twitter.