Eels (2): My Beloved Monster

09-07-2011 16:00

Nog voordat de band Eels werd gevormd, had Mark Everett al twee solo-albums uitgebracht. In 1992 was er het album A Man Called E en een jaar later volgde Broken Toy Shop, wat het begin vormde van Everett’s samenwerking met drummer Jonathan ‘Butch’ Norton. Eels werd een paar jaar later in het leven geroepen toen Everett en Butch bassist Tommy Walter tegen het lijf liepen. Volgens de verhalen werd de naam Eels gekozen omdat de albums dan dicht bij de solo-albums van Everett zouden komen te staan, die hij had uitgebracht onder de naam E. Alleen zijn er natuurlijk genoeg bands die beginnen met ‘Ea’, dus kan er worden gesteld dat het niet een bijster goed doordacht plan was van de heren.

Debuut
In 1996 was er dan het eerste album van Eels, getiteld Beautiful Freak, mede geproduceerd door de geniale Jon Brion, bekend van zijn werk met onder andere Fiona Apple, Elliott Smith, Aimee Mann en Rufus Wainwright. Deze langspeler werd vooral gekenmerkt door de verscheidenheid aan muzikale invloeden die te horen zijn. De singles ‘Novocaine For The Soul’, ‘Susan’s House’ en ‘Your Lucky Day In Hell’, werden redelijk ontvangen bij het grote publiek. Het grootste wapenfeit was het winnen van een Brit Award in 1998 voor beste nieuwkomer. De band tourde het grootste gedeelte van 1996 en 1997 om hun album te promoten en verwierf dusdanig een status van goede live-act in zowel de Verenigde Staten als Europa. Jaren later zijn verschillende nummers van dit album nog gebruikt voor een aantal films. Zo was onder meer ‘My Beloved Monster’ zeer toepasselijk te horen in de eerste Shrek film en ‘Beautiful Freak’ in Hellboy 2.

Opvolger
Tijdens de ondersteunende tour voor de eerste plaat, bleef de band echter niet stilzitten. Er werd hard gewerkt om een waardige opvolger te creĆ«ren en deze kwam dan ook in 1998 in de vorm van Electro-Shock Blues. Zoals in het voorgaande stuk vermeld stond, waren zowel 1996 als 1998 persoonlijk voor Everett geen al te beste jaren. Zijn zus en respectievelijk zijn moeder kwamen te overlijden, nadat eerder in 1982 al zijn vader, de briljante wetenschapper Hugh Everett III, was overleden. E nam van de gelegenheid gebruik om Electro-Shock Blues vooral te baseren op zijn familie. Een hommage zoals alleen E hem zou kunnen maken, een album overladen met zware thema’s als zelfmoord, dood en ziekte. Ook van dit album maakte Hollywood weer gretig gebruik door het nummer ‘Cancer For The Cure’ te gebruiken in de film American Beauty.

Licht verteerbaar
Om de zware kost van de twee voorgaande albums wat draaglijker te maken, brachten E en zijn kompanen in 2000 het album Daisies Of The Galaxy uit. Het album was bijna geheel opgenomen in Everett’s kelder en klinkt wat vrolijker en lichter op het gehoor dan zijn eerdere werk. Of zoals Everett zelf over het derde album zegt: “Als Electro-Shock Blues het telefoontje midden in de nacht is dat niemand wil beantwoorden, dan is Daisies Of The Galaxy de telefonische wekdienst in een hotel die je verteld dat je ontbijt klaar staat.” De eerste single van het album ‘Mr. E’s Beautiful Blues’ was niet gepland voor het album, maar de platenmaatschappij stond er op dat hij werd opgenomen. Zodoende verscheen het nummer als bonus na een stilte van een seconde of twintig na het laatste nummer. Vanwege het schunnige taalgebruik in deze single en in ‘It’s A Motherfucker’, moesten er twee gecensureerde versies worden uitgebracht. De Republikeinse campagne voor gouverneur George W. Bush destijds, maakte van de gelegenheid gebruikt om aan te tonen hoe obsceen de hedendaagse muziek wel niet is die aan jongeren wordt verkocht.

Levi Boitelle mag, net als iedereen, gewoon E zeggen tegen Everett. Dit is deel twee over Eels, deel een is hier terug te vinden en volgende week volgt deel drie.