Collegegeldvrij besturen ten koste van alles

15-09-2011 11:53

Woensdag werd duidelijk dat de staatssecretaris van onderwijs geen zin heeft in het plan “collegegeldvrij besturen”. In een brief aan de Tweede Kamer somt Zijlstra de bezwaren op, maar laat weten dat, als de Kamer het écht wil, er mogelijkheden zijn binnen het profileringsfonds. Dit is het beurzenpotje voor studenten die vanwege een handicap, ziekte, zwangerschap, topsport of functie in een bestuur of medezeggenschapsraad vertraging oplopen of omdat zij op basis van nationaliteit een hoger collegegeld moeten betalen. Dat potje dat al bestemd is voor duizend-en-één gevallen, maar dat bij de meeste instellingen niet bijzonder goed gevuld is.

Deze reactie was natuurlijk te verwachten; de overheid verzint een onzinnige maatregel maar vervelende gevolgen mogen de instellingen zelf opknappen. Bovendien kan een student in de visie van Zijlstra ook best een vereniging runnen zonder studievertraging op te lopen. Een slimme student doet er dan ook goed aan een studie te kiezen met een kleine studiebelasting.

Hoe zat het ook alweer met het sympathiek klinkende plan “collegegeldvrij besturen”? Sympathiek, want het klinkt natuurlijk erg logisch dat studenten die een jaar opofferen om zich in te zetten voor andere studenten, een jaar lang leven van een minimale beurs en daarbij nog eens rond de 60 uur per week bezig zijn en dus geen tijd hebben om college te volgen, ook geen collegegeld hoeven te betalen.

Maar hoe zit het nu echt? In het oorspronkelijke plan van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), die indertijd al het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) voor hun karretje wist te spannen, gaat het om 700 fulltime bestuurders. Later werd dit teruggebracht tot 420 bestuurders van 140 organisaties. Vooral gezelligheidsverenigingen aan universiteiten welteverstaan. De verenigingen die vaak een eigen pand, voldoende bestuursleden en een ruimere beurs krijgen voor hun bestuurders dan studieverenigingen en medezeggenschapsorganen. Die bovendien ook nog eens eigen inkomsten genereren door de drankverkoop. De bestuurders van deze verenigingen zouden volgens het plan best voor 1,1 miljoen ontzien kunnen worden door OCW.

Inmiddels is er een aantal veranderingen doorgevoerd, zoals de boete van 3000 euro die niet alleen deze groep, maar ook de bestuurders van kleinere verenigingen boven het hoofd hangt wanneer zij studievertraging oplopen. Deze verenigingen hebben het al moeilijker, want vind maar eens een penningmeester voor je studievereniging wanneer die nauwelijks bestuursbeurs krijgt maar voor een half jaar uitloop wel 2400 euro moet dokken. Of een voorzitter van een studentenraad die bij ieder pak stukken wordt geconfronteerd met de kwestie dat het onvoldoende voorbereiden van een vergadering financieel veel gunstiger is.

Het is maar goed dat ISO en LKvV hun lobby enkele jaren vrijwel enkel hebben besteed aan dit onderwerp. Gezelligheidsverenigingen zijn namelijk veel nuttiger voor de kwaliteit van het onderwijs, student en stad, dan andere marginale studentenclubjes. Kennelijk vinden sommige organisaties het logisch dat onderwijsinstellingen deze bestuurders terecht ontzien, maar vergeten zij dat dit ten koste gaat van heel veel anderen.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Vrij-zinnig.nl