Bedankt voor de stukken, Mark. Je hebt hard gewerkt de laatste tijd!
– Dank u wel, Majesteit. Iemand moet het doen.
‘Koersvast in onzekere tijden’, prachtige metafoor voor een vastgelopen schip.
– Ha, u bent in een olijke bui. U begrijpt ongetwijfeld dat ‘koersvast’ slaat op ons daadkrachtige beleid.
Jazeker, en niet op de koers van onze munt.
– Wat vindt u van de troonrede die ik voor u heb geschreven?
Het is een hard verhaal geworden. Kil, misschien wel.
– Het is crisis, mevrouw. U weet van de heelmeesters en wonden, we moeten nu ingrijpen.
Dat begrijp ik, maar is het nu werkelijk nodig om zo te snijden in de uitkeringen? Voor sommigen is het nu eenmaal niet mogelijk de broekriem nog strakker aan te trekken. Het is uiterst onbeschaafd hen daar toe te dwingen, Mark.
– Ik begrijp uw zorg, Majesteit. Ik benadruk daarom nogmaals dat wij uiterst zorgvuldig met deze groep omspringen. Mensen die al op hun tandvlees lopen, zullen worden ontzien. Dat beloof ik u.
Hoe kan het dan dat uitkeringsgerechtigden zonder uitzicht op werk het komende jaar er een half miljoen euro op achteruit gaan?
– Een half miljoen euro, zegt u? Waar heeft u dat vandaan?
Uit uw eigen stukken. Leest u ze er maar op na.
– Dat moet een foutje zijn. Zoals u weet mis ik nog wel eens een cijfertje hier of daar.
Nee, geen foutje Mark. Het totale budget van het Koninklijk Huis gaat met een half miljoen euro omlaag. Wij moeten het nu doen met 39,5 miljoen euro op jaarbasis. Weet u wat dat betekent? Dat de verwarming in onze paleizen uit moet, misschien zelfs in de paleizen waar wij op dat moment aanwezig zijn. Dat onze kinderen zich moeten hullen in confectiekleding, en God weet hoeveel Oranje-telgen er volgend jaar weer zijn. Ik weet niet eens hoeveel zussen ik dit jaar heb. U weet dat men de graad van beschaving van een samenleving kan afmeten aan de manier waarop ze omgaat met haar leiders. En dit is beschamend, meneer Rutte. Een schande.
– Het spijt mij, Majesteit. Ik krijg zojuist het bericht dat de Miljoenennota is gelekt. We kunnen niet meer terug.
U bent harteloos, meneer Rutte. U bezuinigt op de allerzwaksten van de maatschappij. Op hen die niet mogen protesteren, maar wel hun eigen doodvonnis uit mogen spreken. Minister-president Rutte, ik walg van u.
