ThePostOnline

Overheid, gooi alles op straat

30-09-2011 14:21

Afgelopen week was er weer gedoe over lekken. Iemand had gelekt dat Ronald Plasterk CPB-cijfers had gelekt. De Telegraaf schreef daar weer over en vervolgens kon allerlei andere media losgaan. Hetzelfde gedoe vond plaats net voor Prinsjesdag. De Miljoennennota was uitgelekt, ditmaal door een stomme fout van de webredacteur van dienst. Een dagje ophef is meestal het gevolg van zulke ophef. De vraag waar het om gaat wordt echter zelden gesteld: waarom zijn overheidsgegevens eigenlijk geheim tot een bepaalde datum?

Vaak doet de overheid alsof het nog 1950 is. Bijvoorbeeld als het gaat om het beschikbaar stellen van informatie. De Rijksbegroting, ofterwijl de Miljoenennota, is ergens in augustus klaar. Er wordt tot Prinsjesdag mee gewacht om die openbaar te maken. De weken ervoor krijgen politieke partijen en op een gegeven moment journalisten inzage in die stukken. Gewone burgers moeten wachten, totdat Frits Wester met de stukken kan zwaaien of de Minister van Financiën met dat idiote koffertje op kan draven. Terwijl er geen enkele objectieve reden is om de burger die informatie te onthouden.

Waarom zou je wachten met het presenteren van die cijfers tot de derde dinsdag van september? Omdat dat traditie is? Traditie is leuk voor de carnaval, en het is ook leuk om met de koetsen te rijden op Prinsjesdag, maar de Rijksbegroting lijkt mij iets belangrijker dan die traditie. De rest van Prinsjesdag hoeft er ook niet door te veranderen, je kan nog steeds een Troonrede houden en het parlementaire jaar openen.

Alle cijfers zijn van ons

Rond de CPB-berekeningen geldt hetzelfde. Het Centraal Plan Bureau rekent van alles door. Dat doen ze in opdracht van onder andere de Tweede Kamer en de regering. Dan is het raar om de uitkomsten daarvan alleen aan regering en parlement te geven. Die organen bestaan immers bij gratie van de burger. Ook die informatie kan, nee moet, meteen openbaar gegooid worden. Simpel gezegd: als de burger ervoor betaalt, moet het zo snel mogelijk de lucht in. Dan heb je ook geen gedoe meer met lekken.

Vaak lijkt het alsof de overheid de moderne tijd niet zo goed begrijpt.  Alsof burgers beschermd moeten worden tegen informatie Journalisten zelf snappen het trouwens ook niet altijd.  Ouderwetse journalisten vinden vaak dat zij eerder of meer recht hebben op zulke informatie dan burgers. Terwijl dat natuurlijk niet meer van deze tijd is. Een mooi voorbeeld daarvan was gisteren te zien bij Pauw en Witteman. In deze belegen talkshow praatte GroenLinks Tweede Kamerlid Mariko Peters over haar aanstaande initiatief tot modernisering van de Wet Openbaarheid Bestuur. Een heel goed initiatief, zoveel mogelijk opengooien. Pauw en Witteman introduceerden de WOB door een filmpje met schandaaltjes die middels de WOB openbaar waren gemaakt door journalisten. Leuk hoor, schandaaltjes, maar dan snap je het dus niet. De Wet Openbaarheid van Bestuur gaat om een open overheid ten opzichte van burgers. Dat er vervolgens burgers zijn die al dan niet betaald tijd hebben of vrijmaken om daarin te gaan wroeten en dat opschrijven, is irrelevant.

De arrogantie van ouderwetse journalisten en het waanidee bij de overheid dat je controle moet uitoefenen over de publicatiedatum van gegevens zorgen ervoor dat burgers niet snel genoeg aan informatie kunnen komen. Noem het Openbaarheid van Bestuur, noem het Open Data, feit is dat een overheid er niet meer mee weg hoort te komen dingen niet meteen een de grote klok te hangen. Het uitlekken van gegevens die uiteindelijk in opdracht van de burgers zijn geproduceerd is eigenlijk al een contradictio in terminis. Als iets af is, gooi het online. Weg met embargo’s en andere 20e-eeuwse onzin. Daarna kun je er nog genoeg over zeggen.

Huub Bellemakers vindt een transparante overheid het allergrootste goed. Een goede nummer twee is het kapotmaken van journalisten die denken dat zij meer zijn dan burgers die toevallig de tijd hebben om dingen door te geven aan anderen.