De volstrekt willekeurige eindejaarslijst van Nederlandse releases – deel 2

20-12-2011 20:00

Het einde van het jaar is weer nabij. Iedereen met een mening over muziek heeft zich al gebogen over de eindejaarslijstjes of zit daar nog zwetend boven. Op welke plek de nieuwe PJ Harvey te zetten, wat te doen met James Blake of hoe hoog de laatste Elbow te plaatsen, dat zijn de vragen die door het hoofd razen. En dus ook tijd om de balans van Nederlandse releases op te maken. Daarom hier onder een geheel willekeurige lijst zonder enige pretentie met enkel Nederlandse langspelers.

Laat ik verder gaan waar ik in deel 1 ben gestopt, Top Notch. De laatste jaren is het label naast hiphop een aantal zijpaden gaan bewandelen, maar de hoofdstraat blijft bevolkt met kwalitatief hoogstaande hiphop. Alle releases hier noemen, zou wat overdreven zijn, edoch niet geheel misplaats zijn. Laat ik het houden op de releases die mij het meeste hebben aangesproken. Te beginnen met Boef en de Gelogeerde Aap. Toegegeven, dit is niet gespeend van enig stadschauvinisme, maar de tweede plaat van dit Tilburgse duo is een unieke plaat binnen de Nederlandse hiphop. Muzikaal bouwend op grimmige dubstep, verschuivende beats en volle bassen zetten de twee heren op Wij Zijn een duidelijk eigen lijn uit. Gecombineerd met sterke en inventieve teksten, waarin de Gelogeerde Aap een poëtische pen toont een van de fijnere hiphopplaten van het afgelopen jaar. Juist ook door de ballen om af te wijken. Lef dat ook zeker Kempi toont op zijn Het Testament van Zanian Adamus. Muzikaal breder en gevarieerder dan op de voorganger en in de teksten legt hij zijn ziel helemaal bloot. De Eindhovense rapper is duidelijk gegroeid en kiest sterk zijn eigen pad. En als dat pad hem bij Lucky Fonz III brengt, dan zij dat zo. Juist die houding maakt de opvolger van Du Zoon een van de meest aansprekende Nederlandse releases van het jaar. Dit, en het onnavolgbare taalgeb ruik van Kempi. Taalvondsten of taalvervuiling, die discussie laat ik aan anderen. Feit is dat het klopt en raakt. Wat ook klopt is de samenwerking van Kubus en Rico, DMT. Meest opvallend is de twee-eenheid die Kubus en Rico op DMT vormen, muziek en tekst die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De rake beats van Kubus en scherpe beschouwingen, sfeerscheppende teksten afgewisseld met woordspielerei van de ex-Opgezwollenaar houden voortdurend bij de les. Teken dat hiphop leeft, maar vooral ook dat deze groeit. Zo zou ik hier even makkelijk stil kunnen staan bij Gers Pardoel (lang leven de zachte G!), Salah Edin of een van de andere woordentovenaars, maar willekeur blijft willekeur.

Woordkunstenaars
Maar ik blijf wel bij de woordtovenaars; het langverwachte derde album van Spinvis, poëet in woord- en geluidscollages. Tot ziens, Justine Keller is een prachtwerkje in verlangen, dromen en melancholie geworden. Een album dat verbeelding prikkelt en al snel de beelden door het hoofd doet rennen, door een perfecte balans tussen bezwerende en intrigerende woorden en een aansluitend muzikaal sfeerbeeld. Nummers als Oostende of Club Insomnia behoren tot de beste Nederlandstalige nummers van dit jaar (maar goed, wat wil je als de concurrentie Frans Duijts is). Zeker zo fijn voor de liefhebbers van kleine liedjes is Everything On Wheels van Akwkard I. Twee jaar terug was er al het verrassende I Really Should Whisper van Djurre de Haan en met deze opvolger weet hij opnieuw te verrassen. Uitgegroeid tot een echte band is het geluid op Everything On Wheels breder en hebben de nummers meer diepte gekregen. Strijkers, de inbreng van een orgel en ingetogen koortjes verrijken de melancholische indiefolk. De wijze waarop een nummer als Let’s Get Ready to Die geleidelijk aan van zeer klein uitgroeit tot een uitbundig en meeslepend geheel toont de kracht en het vakmanschap van de Amsterdammer. Dat is overigens niet het enige prachtalbum waar De Haan dit jaar bij betrokken was. Als bassist in Alamo Race Track was hij medeverantwoordelijk voor het magistrale Unicorn Loves Deer. Het derde album van dit Amsterdamse gezelschap, maar de eerste waarbij de elektrische krachten geheel de rug toe zijn gekeerd, en indiepop volledig is ingewisseld voor indiefolk. Een album dat feilloos aansluit bij acts als Fleet Foxes, Sufjan Stevens en vergelijke bebaarde hervormers van de folk. Speels omgaand met arrangementen die dankzij een zeer open productie grossiert in details. Hoorns, vibrafoon, strijkers, alles in de mix om het geluid te verrijken komt als gegoten goud uit je boxen gerold. Een goede vier en half jaar is dan de tijd genomen om met dit album te komen. Alle tijd om te sleutelen om zelfs de kleinste toon op precies de juiste plek te leggen. En dat is het vijftal perfect gelukt.

Een andere band die een goede vijf jaar heeft laten wachten, is Blues Brother Castro. Na Fun uit 2006 verdween de band van de radar, maar met Out On The Beach is het knipperende bolletje weer geheel teruggekeerd. Nog steeds is het geluid geheel geënt op de betere indierock en noisebandjes uit midjaren 1990, maar in de songstructuur lijkt naar Bruce Springsteen en Tom Petty te zijn geluisterd. Hoe het ook zij, het resultaat is energiek en krachtig dat zich hopelijk iets sneller laat opvolgen dan voorganger Fun.

Stabielere factoren
Een veel stabielere factor op de radar, een immer en altijd prachtig op lichtend bolletje in het scherm is de punkfanfare De Kift. Brik is inmiddels alweer het negende album in het 23-jarige bestaan van de band, en wederom een juweeltje van eigenzinnigheid en creativiteit. Punk, folk, fado, americana en nog een aantal andere genres worden samengebracht in de reistocht die op Brik wordt verteld. Een unieke band met een uniek geluid, niet alleen in Nederland. En daar waar Spinvis een paar van de betere Nederlandse nummers van 2011 had geschreven, staat op dit – wederom prachtig ingepakte – album hét beste rockwerk van het jaar in de vorm van Berenice, een nummer dat zich met uiterste precisie in een hoekje van je geheugen boort en vast beitelt tot in de eeuwigheid. Een band die dat met een bluesgroove doet – ja, ondanks het overlijden van Harry Muskee dit jaar is de blues volop in leven in Nederland – is Cuban Heels. Even leek het erop dat de band in 2010 er het bijltje bij neer zou gooien, maar in ververste vorm komen de Tuckers met een van de ruigste garageblues platen van dit jaar (en niet alleen van Nederlandse bodem). Gruizige gitaren, grommende vervormde zang en de pakkende blueslik vermaken Grit Bag tot een album dat ergens tussen The Black Keys en The Red Devils geplaatst moet worden. Ronkende rauwe blues met een heerlijke punk spirit, maar daar mee zeker niet de enige blues revelatie van eigen bodem het afgelopen jaar. Ook het Eindhovense Woody & Paul heeft de wortels diep in de blues geworteld. Het vijfde album Heroes And Zeros brengt de band langs een grote variatie aan folk en blues vormen. Van bluegrass, rock ’n roll tot dixie en country komen voorbij in de elf door den duivel bezeten werken. Niet zo’n prachtig coherent geheel als dat van Cuban Heels, die duidelijk een lijn in het geluid kiezen, maar in alle jassen die het kwartet uitprobeert wel even goed thuis. En om het cirkeltje dan maar rond te maken, ook het tweede album van Tommy Ebben and The Small Town Villians was een genot voor het oor. Op A Whisper To Arms lijkt Ebben meer voor de liveshow te hebben geschreven, wat de ingetogen folk kant van het debuut Dreamless Slumbers opzij schuift voor een meer southern rock georiënteerd geluid. Mooi hierbij is dat de jongeman met zijn dorpssloebers niet enkel wil rocken, maar daarin ook een verhaal weet te vertellen, een boodschap zo u wilt. Nauwelijks op weg heeft hij nu al twee verdienstelijke albums afgeleverd en niets lijkt erop dat daar niet snel nog ander werk op zal volgen. Mocht uw hart liggen bij Bruce Springsteen, Tom Petty of de andere wereldtroubadoers met een verhaal op hun tong, dan bent u bij deze heren zeker op het juiste adres.

Tjeerd van Erve schrijft op onmogelijk veel plekken, maar bundelt tegenwoordig alles op zijn eigen blog.