Cult

Gezien: The Black Keys en Band of Skulls

02-02-2012 09:00

Lombok, Utrecht. Rauwe wijk van oorsprong, maar nu gedeeltelijk gekoloniseerd door yuppen. Er lijkt sprake te zijn van geslaagde coexistentie. Waarom begin ik over Lombok? Al kijkend en luisterend naar de uitgekiende en mooi uitgelichte show van The Black Keys in Eindhoven moet ik aan die wijk denken; bij de band liggen de wortels in de rommelige garagerock en bluesrock, maar inmiddels zijn de Keys, compleet met Grammy’s op zak, een credible populair-alternatieve act. Gentrified but still alright. De rauwe rand van weleer gaat nu hand in hand met een gepolijst retropop-idioom en zelfs hier en daar een snuifje soul (zoals in hitsingle Tighten Up). Een wonderlijk succesvolle combi, die nergens geforceerd aandoet.

Populaire boys zijn het, met een opvallend breed publiek. In een afgeladen Klokgebouw zie je jonge hipsters tussen oude rockers en zuipende dertigers. Mooie meisjes genoeg, maar vooral veel blij kijkende, mannelijke head-bobbers (u weet wat ik bedoel, de mannenvariant van dansen) en – zo valt me op tijdens een loopje naar de bar – veel meezingers, ook bij de minder poppy nummers.

Magische formule
Ze lijken in ieder geval een magische formule te pakken te hebben, Dan Auerbach (zang en gitaar) en Patrick Carney (drums). Laatstgenoemde neemt in met zijn haast bezeten, trefzekere speelstijl en grimassen in zijn eentje overigens 90 procent van het visuele aspect van de show voor zijn rekening, ondanks de aanwezigheid van projectieschermen en een uitgebreide en smaakvolle lichtshow. Voor het nieuwere materiaal reizen twee aanvullende muzikanten met de Black Keys mee. Ze krijgen geen plekje in de spotlights, maar spelen bij het nieuwe materiaal – vooral met de spijkerharde, stofzuigerachtige baspartijen – een bepalende rol voor de sound.

In het midden van de show mogen de twee ‘steunmuzikanten’ even van het podium en laten de hoofdrolspelers met wat oud materiaal even horen waar ze ook alweer vandaan komen. De voorste rijen gaan echter het meeste los bij het meer recente materiaal, zoals het openingsnummer Howlin’ for You van het album Brothers en de uptempo single Lonely Boy van het nieuwste album El Camino. Tijdens de toegift komt er bij het nummer Everlasting Light tot overmaat van show een grote discobol naar beneden en even later ontsteken – heel toepasselijk in de oude Philips-fabriek – een paar honderd gloeilampen op de backdrop, om de naam van de band quasi-megalomaan uit te lichten en ons deze even goed op het netvlies te prenten voordat we onze jassen gaan halen.

Hard
Het is een erg geslaagde show; tot op het steenkoude perron van Eindhoven Beukenlaan hoor je mensen de Keys-rifje neurieën of fluiten. Hard was het ook, potverdikkie. Maar dat hoort wel bij deze muziek, misschien. Wat akoestiek betreft is het Klokgebouw bepaald niet optimaal, maar de negatieve effecten daarvan weet de geluidsman binnen de perken te houden.

Nadrukkelijk suboptimaal is het geklooi met de jassenkluizen bij het Klokgebouw. Hierdoor moest uw recensent een deel van voorprogramma Band of Skulls missen. Snelle kennismaking met die band: trio, begonnen op een Engels college, combineert Amerikaanse stevige gitaarsound met intelligente, vaak tweestemmige zanglijnen. Smaakmaker is de enigszins onderkoelde bassiste/tweede vocaliste Emma Richardson. In Eindhoven heeft vooral de drummer te kampen met geluidsproblemen, maar dit blijkt de pret bij het publiek niet te drukken als de Britten kraker Death by Diamonds and Pearls inzetten.

Nu hopen dat beide bands deze zomer nog wat festivalweides onveilig komen maken.