ThePostOnline

Psychiatrisch patiënten verdienen recht op euthanasie

15-02-2012 16:00

Steeds vaker laait de discussie op of psychiatrisch zieken gebruik mogen maken van de euthanasiewet, die sinds 1 april 2002 van kracht is. Op papier is dat gewaarborgd, in de praktijk blijkt het lastiger dan gedacht. In de wet staat dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Want wanneer heb je genoeg geleden? Wanneer is het uitzichtloos? Wanneer kom je niet meer in aanmerking voor een afgrijselijke, langzame dood (of erger; een mislukte poging), maar voor de dood op recept, zoals ze dat in christelijke kringen zeggen? Kortom: wanneer mag je op een humane manier dood?

Bij somatische aandoeningen zoals kanker, de ziekte van Parkinson en MS kun je zien in welk stadium de patiënt zich bevindt. Bij mensen die lijden aan kanker kun je – heel schematisch – zien waar de kanker precies zit, of er uitzaaiingen zijn en of het rekbaar, chronisch, te genezen of terminaal is. Daar kun je dan op anticiperen. Bij iemand met een depressie, of schizofrenie of eender wat kun je dat niét zien. Daar kun je niet met een scan aantonen waar de schizofrenie zit, of het minder wordt of dat juist de psychotische episodes zich opstapelen. Bij een depressie is dat evenredig. Is het een chronische depressie, of komt het met vlagen? Is het langdurig en uitzichtloos, zoals vermeld in de euthanasiewet, of gaat het weer voorbij?

Libelle-kwaal
Voordat we ons begeven in het precaire, grijze gebied waar de euthanasiewet ingenesteld is, moeten we eerst kijken naar wat een psychiatrische aandoening ís. Neem nu een depressie. Ik heb sinds mijn dertiende vlagen van depressie, psychoses, hypomane fases en suïcidaal gedrag. Een stempel van een bepaalde aandoening verdient het niet, omdat het zo’n persoonlijke benadering betreft. Maar mensen om mij heen weten het altijd maar al te goed. “Weet je wat jij zou moeten doen?” – en daar begint de ongevraagde zelftherapeutische benadering mee – “Jij zou eens een flink stuk moeten wandelen / Ken je de Bach Bloesem remedie? / Je moet je niet zo aanstellen en van de zon genieten / Ik zend je wel wat reikistralen toe” (mijn zweverige tante).

Men denkt nog steeds dat een depressie altijd maar ligt aan subjectieve, fenotypische symptomen. Een overlijden in de naaste familie, liefdesverdriet, ontslagen worden. Dat zijn echter factoren die het leven een belemmering op kunnen leggen, maar niet meteen een indicatie zijn voor een geestelijke aandoening. Het is meer een vorm van overkomelijke, tijdelijke geestelijke instabiliteit, als ik zo vrij mag filosoferen. Een depressie daarentegen is een aaneenschakeling van externe factoren met een interne aanleg. Een stofje (serotonine) dat zwak is of voor grote mate ontbreekt. Een geestestoestand waarin mensen niet meer kunnen laveren, maar ernstig geestelijk ziek zijn.

Het is niet, wat gezellige huisvrouwenblaadjes beweren, een dipje dat te bestrijden is door twee keer onder de zonnebank te kruipen, vier keer wandelen en zes keer klaarkomen. Je bent gewoonweg te moe om uit bed te stappen, je naar de hoogtezon te begeven, of überhaupt de moeite te nemen om je pikkie stijf te krijgen. Mede dankzij de betuttelende relativering van buitenaf met een verkeerde interpretatie door de media, krijgen écht depressieve mensen algauw het predicaat ‘aansteller’ opgeplakt. Dan is het helemaal een brug te ver om voor depressievelingen zonder uitweg aan euthanasie te denken.

Ik wil dood
Nu, en dat in 2012, is suïcide een straffe van de gezondheidszorg. Je moet je maar goed blijven voelen. Als dat niet lukt, neem je een pilletje, ga je een keer onder de elektroshock, of verblijf je een tijdje in de isoleercel. Alles wordt eraan gedaan om maar niet aan de laatste uitweg te hoeven denken. Maar wat als na jaren van pillen, praten, therapie en opnames de geestesziekte niet te genezen valt? Als artsen, naasten maar vooral de patiënten zelf zeggen dat het uitzichtloos is? Waarom moet er dan vaak voor het spoor, de strop of de fatale springplank van een flatgebouw gekozen worden, terwijl het ook op zo’n rustige, mooie, menswaardige manier kan?

Lijden is niet iets wat bij het leven hoort, maar bij de dood. Ernstig, langdurig lijden (dan heb ik het niet over een maandje, maar over jaren van ondraaglijk geestelijk leed) zonder teken van herstel, moet genoeg aanleiding zijn om over een onderwerp als euthanasie te kunnen praten (om te beginnen). Want het is niet aan God, de maatschappij of medici, maar aan de levensmoeë zelf om daarover te beslissen. Dat wordt vaak, zo niet altijd, onderschat. Het is een eigen beslissing. Iemand die menswaardig leeft, mag menswaardig sterven. En daar kan geen god tegenop.

Mark Wagemakers is schrijvend redacteur en tekstschrijver