Radiocolumn WNL: Het F-woord

29-02-2012 14:00

Het F-woord. De F-kloof. F-rakkers. F-moet je doen. Het F-woord is een woord dat inmiddels ouderwets aandoet. Dat stamt uit de tijd van schelmen en schobbejakjes. Toen het F-woord de norm was en de burger nog waarde hechtte aan gezag. Of dat nu van de meester, de veldwachter, de priester, de dokter of de burgemeester afkomstig was. Maar we weten inmiddels dat onze hbo-geschoolde meesters zelf niet eens kunnen rekenen. Dat Jan met de Pet er bovenop staat als je fietslamp stuk is, maar nergens te bekennen is als er ingebroken wordt. Dat priesters de laatste zijn aan wie je kinderen moet toevertrouwen. Dat mensen als Tullekens ook dokter zijn en dat het faalbeleid van Burgemeester Aleid Wolfsen geen uitzondering vormt.

Het gezag is weg en daarmee het vertrouwen. Andersom is het ook waar. Naarmate de vrije pers zich ontwikkelde werd het steeds moeilijker voor heilige huisjes om te blijven staan. Onfeilbaarheid bestaat niet wanneer falen wordt gedocumenteerd en verspreid. Dat is de rol van de pers. Roeren waar het stinkt. Licht schijnen onder tafels en in stoffige achterkamertjes. De journalist als nobele waarheidsstrijder. Een prachtig plaatje, maar helaas zijn journalisten, net als priesters en politici, ook maar gewoon mensen. Met alle nare karaktertrekjes die daar bij horen, zoals ijdelheid, eerzucht en egoisme. Ondanks dat er heel veel mensen zo goed als ze kunnen op een integere manier hun beroep uitoefenen, zijn er ook mensen die een hoofdrol belangrijker vinden dan het verhaal. Die zaken als beroepsgeheim, ethiek en privacy al te makkelijk omzeilen met als doel een dikke vette headline. Zij zoeken geen waarheid, maar faam.

Verbale pogroms
Het F-woord is niet van toepassing op hen die met hun microfoons aan de bedden van kersverse weeskindjes staan om te vragen hoe dat nu voelt; in een stalen cilinder uit de lucht pleuren en wakker worden terwijl er van je gezin niets meer over is dan een aswolk boven Tripoli. Het is ook niet heel F-lijk om vertrouwelijke medische gegevens van dubieuze aard op de voorpagina van een krant te printen. Of om mensen te overvallen met cameraploegen en heul dicht in hun gezicht pesterige vragensalvo’s af te vuren die herinneringen oproepen aan middelbare school bullies. Maar het F-woord kun je niet opleggen, valt niet af te dwingen. Geweld mag nooit een oplossing zijn en alles maar verbieden lost ook niks op. Je zou bijna denken dat het hopeloos was, ware het niet dat een journalist die zichzelf tot verhaal bombardeert ineens net zo kwetsbaar blijkt als de hoofdrolspelers in zijn eigen items. Verbale pogroms en lik op stuk beleid werken bewezen averechts en zijn bovendien heel on-F-lijk, maar van scherpe vragen, een publieke roep om antwoorden en een flinke humoristische spiegel voor de neus gaat zelfs de grootste zelfverklaarde hufter een toontje lager zingen. De roep om Fatsoen kunnen we loslaten, zolang we er voor waken dat Feiten niet het nieuwe F-woord wordt.

Deze column werd vannacht uitgesproken op Radio 1 in het WNL programma ‘Nog Steeds Wakker’. Hier kunt u terugluisteren.

Joyce Brekelmans zou graag zien dat er meer gelachen en minder gehoond werd.