ThePostOnline

Het krijthuis – Ria Amelsfoort

15-03-2012 23:09

Het Krijthuis vertelt chronologisch het verhaal van Ries die door haar broer misbruikt werd. De lezer leeft mee met het de ontwikkeling van Ries vanaf de kleuterleeftijd tot volwassenheid. Het boek begint veelbelovend. De vijfjarige Ries is onder tafel gekropen, aan de hand van de schoenen en benen worden de familieleden geïntroduceerd (pag. 25).

‘(…)En opeens weet ze wat ze gaat doen: benen tellen. Ze kijkt rond; lange en korte benen, wiebelbenen en stabenen. Ze weet wie eraan vastzitten.

De twee benen van Mama. Haar voeten in brede, zwarte schoenen staan ver uit elkaar. De zwarte kousen glanzen over de dikke bulten, enge paarse bulten die kunnen openspringen.’

Op die manier gaat Ria van Amelsfoort het rijtje af, maar helaas past zij dit soort literaire middelen hoogst zelden toe.Het Krijthuis wordt daardoor meer een vertelling dan een literaire roman. Bovendien ontvouwt het verhaal zich lineair met slechts een enkele flashback. Alles wordt uitputtend neergeschreven, waardoor het een interessant tijdsdocument wordt. Ongetwijfeld boeiend voor lezers die geïnteresseerd zijn in het Brabantse voor- en naoorlogse gezinsleven in de vorige eeuw.

Spannend wordt het niet, want er zijn te weinig keuzes gemaakt. Alle jeugdherinneringen op een rij, zonder werkelijke noodzaak. Dat levert een boek op met vele scènes die geen direct verband houden met het hoofdthema: de aanhoudende aanrandingen door broer Frits. De overdaad leidt de aandacht af, het hoofdthema raakt wat ondergesneeuwd.

Ze stommelen de keuken in en spelen Monopoly, hét gezelschapsspel tijdens de lange zomervakantie. De bankhouder verdient grof geld, de huizenkopers vergaren hypotheken en de verliezers zitten in zak en as. Opwindende situaties, maar niet zo opwindend als het uitzicht op tante Riena, die zich inmiddels opnieuw in haar korset heeft geregen en de bus naar huis neemt. Mama waarschuwt de deemoedig gebogen hoofden tante Riena niet meer te bespioneren.

“Zullen we morgen naar Artis gaan? stelt Mama voor. Onder luid gejuich wordt het spel opgeruimd en ze gaan op tijd naar bed.’ (pag. 125)

krijthuisDaarna volgen vier pagina’s over het uitstapje. Met Frits heeft dit niets te maken: een strenge redactie had een bondiger en ook spannender boek opgeleverd. De aanrandingsscènes worden met dezelfde precieze pen en met oog voor detail beschreven.

‘”Even,” fluister hij; hij maakt zijn broekriem los, knoopt zijn gulp open en grijpt zijn piemel. Slap nog. Ries hurkt nog steeds boven de aardappels. Zijn hand is opeens onder haar, strijkt langs haar witte kniekousen en laat een zwarte veeg achter op het opengewerkte breisel. Zijn vingers glijden in haar broekspijp. Het elastiek staat strak en maakt een rode striem op haar billen en op zijn hand. Hij schijnt het niet te voelen. De paarse uitlopers van de rimpelige aardappel hangen kil over Ries’ vingers. Ze griezelt. Hij pakt de sprieten beet en slingert de aardappel op de grote hoop. Dan pakt hij haar hand en legt die om zijn piemel, die weer groot en dik wordt. Hij pakt ook haar andere hand en legt die eronder. Koud en rimpelig als de aardappels voelt het aan.

“Knijp erin,” fluistert hij hees, en hij woelt verder in haar lijf.’

De constante dreiging van aanranding door Frits maakt van Ries een angstig kind, dat zich terugtrekt in haar eigen wereld. Ze ontwikkelt angsten en lichamelijke kwalen. Dat heeft de schrijfster geloofwaardig gemaakt. Maar haar boek zou enorm aan kracht gewonnen hebben als Van Amelsfoort voor het ik-perspectief zou hebben gekozen in plaats van voor een perspectief vanuit de derde persoon. Nu wordt de lezer op afstand gehouden.

‘”Een nieuweling,” fluisteren de meisjes van de eerste klas.

De deftige zusters zijn een beetje Frans, daarom heten ze ‘soeur’. Ries moet daar wel aan wennen. Ze wringt haar knuist uit de grote zachte hand. De twee soeurs neigen hun hoofden naar elkaar en fluisteren. De leerlingen gaan zitten. Ries vindt een lege plaats en schuit de bank in. Achter de handen, verlengstukken van de gefriseerde kappen, hoort Ries haar naam, haar achternaam en de straat waar ze nu wonen. Van achter de scapulier, een verstopplek op de borsten van de soeurs, haalt hoofdsoeur Ghilaine papieren tevoorschijn waar de gegevens van Ries op staan. Alle meisjes kijken naar haar. Verlegen stopt Ries haar hoofd achter de klep van het kastje.’ (pag. 59-60)


Uitgever: Artemis
Pagina’s: 315
Prijs: 19.95
ISBN: 9 789047 202035
Jaar: 2011
Commentaar auteur: Dank voor uw recensie. Toch wil ik enkele kanttekeningen zetten bij uw opmerkingen. Ik heb gewoon het verhaal willen vertellen. Daarom koos ik ook voor de derde persoon, om het gegeven voor mij op een afstand te houden. Misschien als u zich als schrijver had opgesteld, zou u ook tot die conclusie gekomen zijn. Ik heb het verhaal ook niet extra spannend willen maken; daar leende zich het onderwerp ook niet toe.
De lezers zijn enhousiast, zelfs kreeg ik een reactie van een gynaecoloog die vond dat zorgverleners het boek zouden moeten lezen.
Groet
Ria