Xenofilie: de Galatabrug

20-03-2012 14:30

De Galatabrug: aan de ene kant Europa, aan de andere kant Azië. Op deze brug werken honderden vissers en straatverkopers om hun dagelijkse voedsel bij elkaar te verdienen. Een portret van de eeuwenoude brug tussen het oosten en het westen.

Dag in, dag uit verdienen honderden mensen de kost op de brug, door het verkopen van thee, sokken of messenslijpers, het verhuren van weegschalen of – eigenlijk voornamelijk – vissen.

Jong en oud zijn hier te vinden: lijmsnuivertjes jonger dan twaalf, werkloze twintigers en dertigers, en oude gepensioneerde mannen die vissen om wat extra’s te verdienen.

Om zeven uur ’s ochtends sjokt weegschaalverhuurder Cengiz (60) naar zijn vertrouwde plekje aan het begin van de Aziatische kant van de brug. Hij zegt weinig. Een jaar geleden heeft hij ‘door omstandigheden’ hersenbeschadiging opgelopen, waardoor hij moeite heeft met praten. Cengiz heeft zijn hele leven op zee gewerkt, tot hij vijf jaar geleden met pensioen ging. Hij ontvangt 700 lira per maand, omgerekend zo’n 300 euro. Elke maand is hij al 250 lira aan huur kwijt, waardoor hij dus nog maar 450 lira (200 euro) overheeft om samen met zijn vrouw en twee zonen rond te komen. Zijn zonen kunnen geen baan vinden, omdat ze alleen de basisschool hebben afgerond. Dus zit Cengiz elke dag met zijn weegschaal op de brug, om zo 10 á 20 lira per dag bij te verdienen.

Cengiz is de enige met een weegschaal aan deze kant; aan de overkant van de weg staat nog een jochie van 13 met een weegschaal. Hamit is zijn naam. Hamit zit in groep 7 van de basisschool. Vanaf zijn vijfde werkt hij al op de brug. Hij vind het geweldig, en komt alleen niet als het regent. Elke dag verdient Hamit 15 tot 20 lira (6 tot 9 euro), en dat geld gaat direct naar zijn moeder, zodat zijn familie goed te eten heeft. Zijn vader werkt, zijn moeder is huisvrouw. Hamit moet regelmatig wegrennen voor de politie, want wat hij doet is illegaal. Toch is het zijn grootste droom ooit bij de politie te horen. ’s Ochtends gaat Hamit naar school, ’s middags staat hij op de brug.

Hamits maatje Mehmet (23) is sokkenverkoper én student. Vanwege niet-gehaalde examens verkoopt hij van 12 uur ’s middags tot 7 uur ’s avonds sokken op de brug om bij te verdienen, zodat hij kan blijven studeren. Hij verdient zo’n 40-50 lira per dag. Genoeg voor een student. Later wil hij ergens manager te worden. Mehmet haat Istanbul. “Het is hier veel te groot. Als je hier wilt wonen, moet je rijk zijn.” Plotseling roept Hamit iets naar Mehmet. Geschrokken pakt hij het kleedje waarop zijn sokken zijn uitgestald bij de vier hoeken en maakt hij zich klaar om te rennen. Uiteindelijk blijkt het vals alarm. “Je moet altijd op je hoede zijn voor de politie.”

Birol (37) vist voor de kost en hij doet dat al zeven jaar. Voor ‘de brug’ had Birol zijn eigen restaurant waar hij als chef werkte, maar een economische crisis gooide roet in het eten. Hoewel, roet in het eten? “Nu ben ik vrij. Ik hou van mijn baan.” Als chef verdiende Birol zo’n 1000 lira per maand. Nu verdient hij hetzelfde bedrag per week, door vissen plus hengels, loodjes en andere visapparatuur te verkopen.

De Galatabrug is eigenlijk een soort stad in een stad. Elke laag van de bevolking is hier te vinden: arm, middenklasse en rijk. Zakenlieden en zwervers zijn allebei aanwezig.

Ali (28) verkoopt thee aan toeristen, vissers en alle andere mensen die op de brug te vinden zijn. Hij haat zijn baan, maar hij heeft het geld nodig. “Levensomstandigheden zijn hier zwaar,” zegt hij. “In Antalia was ik een chef in een restaurant. Ik vertrok naar Istanbul om meer geld te verdienen, maar kon nergens werken. Dus nu sta ik van zeven uur ‘s ochtends tot acht uur ‘s avonds thee te verkopen op de brug, al vijf jaar lang.”

Van zonsopgang tot zonsondergang blijft de brug bruisend. De vis die hier gevangen wordt, wordt op de boten met neonlicht verkocht: een heerlijke broodje vis voor 5 lira.

Zelfs als de zon onder is, gaat het vissen door. De mannen met gezinnen zijn naar huis om te eten; de mannen zonder vrouw en kinderen blijven zo lang werken als ze maar kunnen. Rond een uur of tien houden ook zij het voor gezien: morgen moeten ze immers weer vroeg op. De brug wacht op ze.

Luuk Zegers is student journalistiek aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Onder de titel Xenofilie publiceert DeJaap stukken van studenten die op journalistieke reis in het buitenland zijn geweest.