ThePostOnline

De pornografische inspiratiedemocratie

02-04-2012 14:00

Weet je wie schrikbarend zijn? Een naargeestig licht werpen op de conditie van de westerse democratie? En zorgen dat ik me verre houd van actieve politiek? Weldoorvoede professionals die voortdurend inspiratie zoeken. Die honderden euro’s overmaken naar een congres- of managementbureau omdat ze hopen ‘geïnspireerd’ te worden door een spreker of programma. Die op het eerste teken van één of andere goeroe hun pen op het papier laten neerdalen en, zoals gevraagd, binnen vijf minuten een lijstje hebben vol gekliederd met ’10 Punten Die Beter Moeten In Mijn Leven’. Mensen die auto’s bezitten, huizen, kinderen, hobby’s, lid zijn van een tennis- of hockeyvereniging en minstens één keer per jaar de tropen of de Alpentoppen met een bezoekje vereren om dan, met de kerosine- dan wel benzinewalmen nog in hun neus, tot de slotconclusie komen dat hun overvolle leven een beetje te veel is afgevlakt en ze ‘inspiratie tekort komen’. Als verslaggever heb ik regelmatig zogenaamde pepbijeenkomsten en inspiratiemeetings bijgewoond en deze paradox – alles hebben en tóch ten diepste onvervuld zijn – van heel dichtbij mee mogen maken. Ik dacht steeds, als ik er tussen zat, aan het woordje ‘porno’. Al weet ik bijna zeker dat niemand in de zaal het zou begrijpen wanneer ik zo’n congres ‘door en door pornografisch’ zou noemen.

Hoofdrol in pornofilm
Waarom ik over congresporno begin? Omdat kiezers in westerse democratieën in mijn ogen verregaand op die inspiratiezoekers in congreszaaltjes en -hallen zijn gaan lijken. Ook zij komen overwegend om in de materiële rijkdom, hebben volle agenda’s, beleven ingeplande quality time en twitteren tussen de bedrijven door dat iets ‘tóp!’, ‘gaaf!’ of ‘cool!’ is geweest, terwijl ze zich stiekem een ongeluk hebben zitten vervelen. En waarom ik deze gelijkenis tussen kiezers en congresbezoekers zo graag onder de aandacht wil brengen? Omdat mij steeds vaker gevraagd wordt of ik zelf niet voor deze of gene partij actief wil worden, of, erger nog, zaadjes wil planten voor een nieuwe loot aan de veelkleurige stam van de Nederlandse democratie. Welnu, geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt! Het idee dat kiezers anno 2012 boven alles door een partij ‘geïnspireerd’ willen worden, een lijsttrekker verlangen die hem of haar niet alleen ‘aanspreekt’ maar in het ergste geval ook nog ‘energie’ moet geven (“Diederik!, motivéér ons!”), is voor mij een regelrechte nachtmerrie. Inderdaad: alsof ik, op mijn gerespecteerde leeftijd, nog voor de hoofdrol in een pornofilm wordt gevraagd.

Naar de hel met tv-democratie
Behalve dat ik een gezonde twijfel koester over mijn vermogen mensen in vuur en vlam te zetten – een twijfel die in het huidige tijdsgewricht, voor je het weet, door mental coaches als ‘gebrek aan zelfvertrouwen’ wordt gelabeld -, ben ik ten diepste doordrongen van het besef dat zelfs al zóu ik mensen kortstondig weten te inspireren, een leger van journalisten en hijgerige twitteraars mijn woorden, ideeën en vergezichten binnen de kortste keren plat zou slaan tot pannenkoeken. De markt alias tv-democratie verlangt immers steeds weer nieuwe inspiratoren, nieuwe energie, nieuwe gekte waar de afgevulde consument zijn verveling mee kan verdrijven? En mijn vraag luidt: waarom zou ik me vrijwillig overgeven aan dat wreedaardige mechanisme? Dat gladiatorengedoe? Als ik mijn eigen inspiratie serieus neem, gooi ik het niet voor de leeuwen, maar koester ik het. Om het vervolgens met mensen die ik uitkies en op momenten dat het mij goeddunkt, te delen. Ofwel: loop naar de hel met je tv-democratie. En laat mij, op mijn manier, dan maar een elitaire zak zijn die neerploft naast Job Cohen met de woorden: “Ik wil net als jij gewoon mijn saaie zelf zijn. De kiezer kan de pot op.”

Status en wanhoop
Op genoemde congressen borrelde ik, als onderdeel van mijn verslaggeverstaak, regelmatig na met de deelnemers. Bijna zonder uitzondering mensen met verantwoordelijke functies bij bekende bedrijven, die, zeker tijdens de late uurtjes, durfden toe te geven dat ze volledig vastgelopen waren in hun gevecht om status, erkenning en een zogenaamd ‘maatschappelijke positie’. En in hun wanhoop over die constatering gretig het inschrijfformulier hadden ingevuld, hopend op een ‘inspirerend verhaal’ dat hen, het liefst instant (je bent consument of je bent ‘t niet!), uit genoemde situatie zou bevrijden. Hun treurigmakende hunkering verschilt mijns inziens niet veel van het onredelijke verwachtingspatroon dat volgevreten, moderne burgers op hun politici projecteren: “Hélp! Ik heb alles, maar wil tóch iets ánders! Iets inspirerends. Léver het me.”

Die roep laat ik met graagte onbeantwoord.

Hans van Willigenburg is journalist, schrijver, schrijfcoach en medeoprichter van @Stadslog010. Hij heeft meer moeite met het indammen van zijn inspiratie dan met het zoeken ernaar.