Rosanna

12-04-2012 14:00

Voor Rosanna was er nooit het minste vuiltje aan de lucht. Haar hele leven was een harmonieus samenzijn van genot en vrede. Hoe onvoorstelbaar zij dat soms zelf ook vond, ze leek voor het leven gemaakt. Het leven leek zelfs wel voor haar gemaakt, zoals het haar perfect paste, van ochtenddauw tot avondkrekels, elke dag weer opnieuw puur genot van opwindende energie. Als Rosanna sliep dan was dat als een blok, diep en droomloos, en altijd werd ze uitgerust wakker met alle zin in een nieuwe dag. Vanaf haar allereerste stapjes leek ze voor het succes geboren. Kruipen, staan, lopen, lezen, schrijven, rekenen, zingen, sporten en de liefde, het waren stukken van een puzzel waarvan de stukken altijd pasten. Voor Rosanna was het leren in het leven niets meer dan een logische opeenvolging van fasen waarin ze zich steeds verder perfectioneerde zonder dat zij ook maar in de greep zou kunnen komen van frustratie of mislukking. School was voor Rosanna een lange rij negens en tienen, zonder ooit enige twijfel of onzekerheid.

De liefde was haar tweede natuur. Als mooiste meisje van de klas wilden alle jongens haar, prinses van het middelbare schoolbal, de hunkering van populaire jongens als warme was in haar handen. Haar maagdelijkheid verloor ze uit pure liefde en het was een bevredigende daad die haar leven completeerde zoals elke gebeurtenis dat had gedaan. De liefde ontving ze gulzig, vervulde haar verlangens en bevredigde haar lust. Liefde en lust leerde haar de toppen van genot bereiken, ze leverde zich over aan dat rijke genotsvolle leven. Als het bestaan an sich een naam had dan was het Rosanna.

Extase
Rosanna kende geen verlegenheid. Geen eenzaamheid, schaamte en angst. Ze had duizend vrienden, rijke ouders, de leukste vrienden van de hele school. Ze won alle talentenjachten, publiceerde op veertienjarige leeftijd haar eerste gedichten, was geen dag alleen en zat nimmer verlegen om aandacht. Ze proostte op het leven, werd dronken van levensgeluk, liet zich naaien door de knapste mannen, de helden van de klas, de rijke bazen van de zaak, zilverruggen op de top van de rots. Ze reed de duurste auto, aanvaarde de beste job, had connecties binnen het koningshuis, de regering en de grootste bedrijven. Noch vermoeidheid, noch luiheid noch ziekte noch ongerief kende zij. Rosanna leefde en leefde, diep slapend of blakend van werklust, in pure extase, genoot van de weelde, weefde een toekomst van passie en rijpe intelligentie en bracht mensen troost, hoop, liefde, winst, rijkdom en genot.

In de zomer toonde ze het liefst haar perfecte lichaam aan de wereld in korte dunne fladderende jurkjes, in de winter genoot ze van de koude en de grijze luchten. Kou en hitte waren voor haar eender: ingrediënten van het leven, kruiden voor de spijzen. Zonder twijfel leefde zij van intens moment naar intens moment.

Dochters
Intens waren ook de momenten met haar grote liefde. Ze danste op wolken, zweefde weg in duizend dromen, genoot van zijn lichaam, aandacht, kennis en warmte. Nieuwe hoogtepunten van het genot, de ware liefde, de man van haar dromen, een vervolmaking van het leven. Een eeuwigdurend moment van genot en, die spaarzame momenten van ook maar het kleinste verdriet, hartstochtelijke troost. Maar eigenlijk was troost haar zo goed als onbekend. In Rosanna’s wereld was de blauwdruk van het paradijs getekend. Vrij van smarten, slechts gevuld met het goede, ver weg van geweld en ziekte en honger en dood.

Twee kinderen baarde zij, twee meisjes, geschonken door haar grote liefde, de man van haar dromen wiens geur ze altijd bij zich droeg. Twee prachtige dochters, net zo mooi als zij, al bij de geboorte grepen ze zich vast aan haar vingers, keken ze de wereld in en lachten ze. Puur geluk, doorgegeven naar een nieuwe generatie. Trots was het eerst, daarna volgenden overweldigende liefde, ontroering bijna, een nieuwe dimensie van het complete bestaan. Nieuwe toppen van genot, bergen van goud, oneindig glinsterend aan de horizon. Het leven was een zuivere toon, een akkoord zonder einde. Een lied voor haar geschreven, gezongen door engelenstemmen, zacht vanuit het paradijs, duizend stemmen, onhoorbaar mooi.

Dood
Toen Rosanna 36 jaar oud was werd haar grote liefde doodgereden door een motoragent die, zonder zwaailicht of sirene, door rood reed. Haar man, degene van wie zij de geur altijd bij zich droeg en waardoor ze op wolken kon lopen, was op slag dood. Had hij dat geweten dan had hij dat niet erg gevonden: twee dagen daarvoor had hij te horen gekregen dat zijn dochters, net zo prachtig en geweldig als zijn vrouw, beiden leukemie hadden. Een zeldzame erfelijke afwijking. Het genetische bepaalde geluk als camouflage voor de kinderdood. Ze zouden de acht jaar niet meer halen. Zijn dood kwam hem kortom als geroepen.

Rosanna bleef alleen achter in een voor haar onbekende nieuwe wereld van pijn. Het was er koud en leeg, de engelenstemmen waren verstomd. Ze was verjaagd uit het paradijs, lag naakt en doorweekt in een duister bos zonder te weten waarheen te gaan of zelfs waarvoor. Met lede ogen zag ze hoe haar dochters leven werden opgevreten door de kanker in hun bloed, hoe ze kermden en schreeuwden van krankzinnige pijn, machteloos onder haar ogen en handen crepeerden. Als uitgemergelde schimmen verdwenen ze in kleine witte kisten onder de aarde.

Rosanna kende nu verdriet.

Rosanna eindigde haar leven in het wrak van haar auto, van achteren aangereden in een file. Het duurde twee uur voordat ze stierf aan bloedverlies uit het gat waar ooit haar arm had gezeten.

Alle hulp kwam te laat.

Het leven bleef nou eenmaal het leven. De aarde draaide zinloos verder.