Arthur van Amerongen: de diepgang van een tarzan

16-04-2012 09:00

Laatst vroeg iemand mij: “wat vind je nou eigenlijk wel leuk?”. “Nou”, zei ik, “ik hou van lezen, eten, drinken, klassieke muziek, prostaatmelken, Argentinië en dan met name Buenos Aires, Patagonië, Vuurland, Mendoza, Salta en Jujuy, verder hou ik van honden en katten, ik hou van een aantal exen en in het bijzonder van Paula, voor een flinke boswandeling mag je mij wakker maken maar het meest hou ik natuurlijk van mijn moeder zaliger! En ik hou van drinken, had ik dat al gezegd?”

Het werd even stil en toen zei die persoon: “Goh, dat had ik niet achter je gezocht, al die diepgang. Je komt altijd zo oppervlakkig over in de uiteenlopende media en je zit te hele tijd te kankeren.”
“Oh”, riep ik, “dus ik ben oppervlakkig omdat ik geen televisie kijk? Schijtwijf. Je ligt de hele avond met je dikke reet op de bank en je kakelt wat op Twitter en Facebook over wat er bij DWDD en bij P&W wordt gekakeld. Je leest enkel boeken van Elle van Rijn en van Martin Bril, de enige diepgang zit bij jou in je Tarzan.”
Ik had gelukkig geen relatie met die juffrouw, ik kende haar pas twee uur en reeds binnen het kwartier had ze gans haar leven al aan mij verteld. Het betrof een heuse Twitterdate, ik was benaderd door Annelies, of Els, nadat ze het verbluffende en vooral ontroerende interview met mij in Volkskrant Magazine had gelezen en ze was iets van consulente in de dit of dat, of wellicht wel personal coach, of andere luchtbakkerij.

Neuken
“Zullen we dan maar gaan neuken”, zei ze na mijn tirade. Toen brak mijn klomp. “Ik ken je net, juffie, dat is toch niet netjes, om dan meteen al te gaan neuken, bovendien zit ik nog in de rouwfase in verband met de ontbinding van mijn vorige relatie, heb je dat godverdomme niet gelezen in het Volkskrant Magazine? En als ik geil ben ga ik wel naar de hoeren en dat is uiteindelijk net zo duur als met jou want die prosecco van jou tikt aardig aan kan ik je verzekeren. En ik kanker helemaal niet, hoe kom je daar nou weer bij, vieze barvlieg, ik probeer zware themata met enige humor te brengen. Waarom ben je niet bij die Hans van je gebleven, mijn middag is nu mooi naar de kloten en mijn toch al zo gebutste ego heeft opnieuw een deuk gekregen. Het is altijd wat met jullie wijven. Jullie weten dat ik schrijver ben en dat ik in de belangstelling sta en dan komen jullie als vliegen op de stront op me af, als motten op een gaslamp. Was ik maar homo!”

Toen waren de rapen gaar dus, ze gaf me een mep in mijn gezicht en brulde door het café dat alle mannen flikkers waren. Nou zaten we toevallig in een wel heel homovriendelijk café, downtown, en dat weet de kenner genoeg. Ik zei tegen de mannen aan de bar dat de juffrouw naast mij een nogal slechte verbouwing in Bangkok achter de rug had en dat het niet Elle van Rijn of Ingeborg Beugel betrof. Op dat moment kwam de burgemeestersvrouw van Maastricht binnen met een doos asperges en hij rende om mij onbekende reden meteen door naar de darkroom. Juffie naast mij zat nu tranen met tuiten te huilen en smeekte me haar niet alleen te laten, ze was al zo vaak door iedereen verlaten. Alleen Hans had ze zelf in de steek gelaten nadat ze hem betrapt had met de geestelijke niet erg ontwikkelde tuinman van negentien jaar.
“Heb je Meiden van Holland op de kabel zitten?”, vroeg ik, “dat vind ik echt een topzender, met leuke frisse meiden, hele goeie interviewers, uitstekend camerawerk en natuurlijk is een en ander onder de bezielende leiding van Kim Holland, de Sonja Barend van de ondeugende televisie.”

Ik ben ook niet de beroerdste, ik heb toen zelfs nog een paar bakken Surinaams gehaald in de Van Woustraat en die hebben we in onze blote reet op de bank leeggevroten terwijl we heerlijk naar Kim en haar Meiden keken, dat is zo pittig, daar kan zelfs de gele sambal van Madame Jeanette niet tegen op. Na het verplichte vleselijk gedoe heb ik met de bamislierten op mijn reet nog een stuk voorgelezen uit Mambo Jambo voor Annelies, of Els, en toen begon ze heerlijk sereen te snurken. “Soms is het best wel leuk om een laagdrempelige volksschrijver te zijn”, dacht ik nog, en toen sloop ik op kousevoeten haar woning op IJburg uit en wachtte ik tot het ochtendgloren op de eerste tram.