Arthur van Amerongen: Visite en vis

07-05-2012 09:00

Foto: Jo Voets

Visite en vis blijven drie dagen fris, dus ik begin aardig te stinken na tachtig dagen Mokum. Time to go, zeker nu fopdichter Nasi Rames de Charles Edgar du Perronprijs heeft gewonnen. Notoire Indo’s als Marionneke Bloem en Adriaan van Dis gingen onze huissinterklaasdichter van het Handelsblad voor dus Nasi Rames verkeert in goed gezelschap. Salamat makan! Overigens heb ik de afgelopen week de film Howl gezien, een kunstzinnige natte scheet maar wat overeind blijft is het beeld dat ik altijd had van de dappere geweldenaar Allen Ginsberg.

who bit detectives in the neck and shrieked with delight in policecars for committing no crime but their own wild cooking pederasty and intoxication, who howled on their knees in the subway and were dragged off the roof waving genitals and manuscripts, who let themselves be fucked in the ass by saintly motorcyclists, and screamed with joy, who blew and were blown by those human seraphim, the sailors, caresses of Atlantic and Caribbean love, who balled in the morning in the evenings in rosegardens and the grass of public parks and cemeteries scattering their semen freely to whomever come who may, who hiccuped endlessly trying to giggle but wound up with a sob behind a partition in a Turkish Bath when the blond & naked angel came to pierce them with a sword, who lost their loveboys to the three old shrews of fate the one eyed shrew of the heterosexual dollar the one eyed shrew that winks out of the womb and the one eyed shrew that does nothing but sit on her ass and snip the intellectual golden threads of the craftsman’s loom.

Eet dat maar, Nasi Rames! De Ivo Niehe van de Nederlandse rijmelarij zal enkel in herinnering blijven door zijn bewerking van de carnavalskraker “Hij was maar een neger”, van de legendarische Johnny Hoes.

Doe mij maar die vunzige Ginsberg, met al zijn smerige drugs, zijn uitgewoonde broodpoten, zijn obsessie met zijn krankzinnige moeder. De seksuele uitspattingen van subsidiespons en koekoeksnestbevuiler Nasi Rames blijven beperkt tot de eerstejaars studentes Nederlands die hij meesleurt naar literaar Café De Pels, en die hij vervolgens met zijn montuur knock out slaat op hun meisjeskamers vol met beertjes en posters van Justin Bieber, om dan vervolgens de meest vreselijke dingen met die comateuze bakvissen uit te spoken maar die hij niet dorst op te schrijven omdat hij geen heibel wil met zijn gezin. Gedverdemme, nu komt mijn hele rijsttafel er uit, ik moet ook niet over Nasi Rames schrijven tijdens het eten.

Time to go dus. Overigens suggereer ik geen enkel verband met mijn 80 dagen durende aanwezigheid, maar toen ik medio februari terugkeerde naar Nederland (na een vrijwillige ballingschap in het verre Zuid-Amerika) verkeerde mijn moederland in zak en as. Ajax stond zesde in de competitie, de Elfstedentocht ging niet door, volgens Nasi Rames zouden spoedig de veewagons vol weerloze bontkraagjes vanuit station Muiderpoort richting oost-Turkije vertrekken en heel Gutmensch-Nederland keek ‘s avonds sidderend van angst onder het bed of Geert Wilders, het zevenkoppig monster uit de Openbaring van Johannes daar niet lag. Nu vertrek ik binnenkort naar het Iberisch schiereiland en kijk: Ajax kampioen, de bontkraagjes zijn gered van een gewisse uitroeiing (tot grote opluchting van oude christenomaatjes in een looprek bij de pinautomaat, juweliers, jodenmensen al dan niet met keppels, blonde meisjes in het openbaar vervoer, chauffeurs van geldtransporten en wat dies meer zij) en anale seks zonder condoom is weer salonfähig.

Overigens was ik laatst genoodzaakt met mijn leenhondje Yaya een taxi te nemen in een onheilspellende buurt vol gekke etensluchtjes en mannen met broekspijpen niveau hoogwater en iedereen hing maar wat rond zonder bijzondere activiteiten, tenzij levendige drugshandel daar onder valt. Goed, vier taxichauffeurs weigerden Yaya, een piepklein lief en goed opgevoed teefje, mee te nemen. Ik hoorde de volgende excuses: mag niet van Profeet, mag niet van Allah, alle honden Amsterdam ziek, iek allergies voor hond. Ik pakte mijn zakkoran en gaf die aan de mohammedaanse taxista’s met de woorden: wijs mij eens aan waar in jullie Heilige Qur’aan staat dat honden verboden zijn in taxi’s, mongoloïde onnozelaar! Goed, op een gegeven moment werd ik bijna gelyncht omdat ik mijn zakkoran liet vallen en Yaya er op begon te knabbelen en toen wist ik het ook weer: time to go, @donarturito!

Over mohammedanen gesproken, laten die nou toevallig het thema vormen van mijn nieuwe roman Reconquista, die uiteraard bij Nijgh en van Ditmar verschijnt! Voor jullie, lieve vrienden en vriendinnen, een heuse primeur: de synopsis van Reconquista. Dat de zegen van Allah op jullie moge rusten, en op jullie nageslacht, en dat hij jullie bakfietsen moge beschermen, en jullie tickets voor het concert van Bruce Springsteen in de Kuip!

Mijn nieuwe roman Reconquista speelt zich vooral in Andalusië af. Arabist Aäron C. woont vijf jaar in Buenos Aires met zijn Spaanse vriendin Carmen, die onder zware druk van haar familie terug wil naar Madrid. Ze wil kinderen. De twintig jaar jongere Carmen zegt haar baan op bij de Spaanse ambassade en Aäron volgt haar naar Spanje. Voor het vertrek naar Argentinië had Aäron de mogelijkheid om te promovoren op de Europese islam, op de hypothese dat er in Europa een verlichte islam aan het ontstaan is. Uit noodzaak besluit hij alsnog te gaan promoveren op het thema, met de universiteit van Sevilla als basis voor zijn research.

Op de universiteit van Amsterdam komt Aäron C. zijn oude studiegenoten tegen en wordt hij geconfronteerd met zijn activistisch verleden in pro-Palestijnse bewegingen. Zijn promotor was een van de oprichters van het Palestina Comité. C. merkt dat hij na vijf jaar Zuid-Amerika weinig betrokkenheid meer heeft met de islam en de Arabische zaak maar gaat door met zijn uit nood geboren plan om te promoveren. Zijn vriendin verblijft vooral bij haar ouders in Madrid, hij huurt een kamer in de buurt bij de Universiteit van Sevilla. Op het Departamento de Historia Medivieal y Ciencias y Técnicas Historiográficas dompelt C. zich onder in de archieven van de Spaanse Middeleeuwen en de Reconquista, de Spaanse herovering van het Iberisch Schiereiland op de Moren. Tijdens zijn studie aan de universiteit van Amsterdam en de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem specialiseerde hij zich in Hebreeuwstalige en Arabischtalige rechtbankverslagen uit het Andalusië van de Middeleeuwen, met als invalshoek de vermeende vreedzame coëxistentie tussen joden en moslims.

De spanningen tussen C. en zijn schoonfamilie, die vrienden verloor tijdens de aanslagen op 11 maart 2004 in Madrid, lopen op. De rechtse, katholieke familie mijdt hem steeds meer, zijn vriendin begint een relatie met een Spanjaard. Aäron C. zit in een spagaat: in zijn promotieonderzoek probeert hij tegen heug en meug de schoonheid van de (Europese) islam te belichten, de werkelijkheid in Spanje is totaal anders. Door de Arabische lente komen er steeds meer jonge Noord-Afrikanen illegaal naar Zuid-Spanje, de haat tegen Arabieren en moslims neemt toe. C. raakt in het slop, wordt verliefd op een 20-jarige studente en begint zijn tweede jeugd in het Spaanse nachtleven, met desastreuze gevolgen.