Redenen om nooit naar Indonesië te gaan (deel 16)

20-05-2012 13:00

Indonesiërs roken graag, veel, goedkoop en overal. Een pakje Marlboro kost ongeveer een euro en als dat nog te duur voor je is, zijn er nog veel goedkopere Indonesische merken. De meeste daarvan zijn kretek, oftewel sigaretten met kruidnagelsmaak, maar er zijn er ook een paar die ‘normaal’ smaken. Sigaretten van sommige merken worden met de hand gedraaid. Verder is het hele land bedolven onder sigarettenreclame en ook tv-reclame voor sigaretten met een fijn gezonde outdoor-inslag zijn meer regel dan uitzondering.

Een bus vertrekt rustig een uur later als de chauffeur nog even een half pakje wil wegtrekken. Iedereen wacht begripvol en deemoedig, terwijl de man rustig de tijd neemt om nog een nieuw pakje te halen. Het zijn doorgaans de mannen die roken. Rokende vrouwen zijn doorgaans hoer of met een buitenlander getrouwd. Nette meisjes roken niet in Indonesië. Maar dat maken de mannen ruimschoots goed.

De rokende Indonees
Hoewel sigaretten goedkoop zijn, moet al dat gerook toch een behoorlijke aanslag zijn op het gemiddelde maandbudget. Een gemiddelde Indonesiër heeft een inkomen van rond de honderd euro per maand. Zelfs als een pakje zo’n vijftig cent kost en je rookt een pakje of dertig weg in een maand, dan nog gaat 15 procent van je inkomen in rook op (woordgrap, beleefd lachen alstublieft). Dat lijkt onverstandig, en dat is het ook.

Eigenlijk mag overal gerookt worden. Behalve in algemene ruimten die met airconditioning rond het vriespunt worden gehouden. Maar waarschijnlijk is de reden daarvan dat anders de airco stuk gaat, of zo. Met andere mensen die ook moeten ademen heeft die regel in ieder geval niets van doen.

Pvivacy is woord zonder betekenis
Want als Indonesiërs ergens in uitblinken is het wel totaal geen rekening houden met andere mensen. Je hoeft bijvoorbeeld niet extreem gevoelig te zijn voor geluid, om het gesmak aan tafel in Indonesië weerzinwekkend te vinden. Misschien hangt dat samen met het feit dat privacy in deze cultuur een woord is zonder betekenis. Vrij veel mensen leven op straat, maar ook mensen met een huis zitten rustig de hele dag op de stoep. Een beetje naar de mensen om je heen kijken en “Hello Mister!” roepen naar de passerende blanken. Als die er zijn natuurlijk.

Hoewel de meeste Indonesiërs zo dociel zijn als de pest, kunnen sommige op de meest lompe manier voordringen. Als je daar vervolgens op wijst gaan de rolluiken naar beneden. Het gezicht verstrakt en de ogen lijken door je heen te staren. Deze hyper-ontkenningstoestand moet wel interessant zijn voor psychiaters. Aan de andere kant kan het net zo makkelijk een glorieus stukje schaamtecultuur zijn. Het onderzoek is nog niet gedaan, dus wie zal het zeggen.

Leve de Chinezen
Het lijkt soms of ze je testen. Even kijken hoe ver ze kunnen gaan. Met zijn tweeën in een smal doorgangetje uitgebreid iets in een tas gaan zoeken, zien dat er mensen wachten en rustig doorgaan. Vervolgens het gezochte object uit de tas vissen en dat eerst nog even uitgebreid bekijken, alvorens iets onduidelijks prevelend een paar meter verder iets minder in de weg te gaan staan. Het is een rottige manier van doen, die misschien wel getolereerd wordt omdat de gemiddelde Indonesiër alles vooral rustig aan doet. Het is soms een verademing om een China Town in te lopen en iedereen druk bezig te zien. Daar heb je ook de winkeltjes waar je daadwerkelijk het idee krijgt een klant te zijn in plaats van een verstoorder van de rust die er op dat moment van de dag blijkbaar hoort te zijn.

En leve de westerlingen
Ergens eten of iets drinken is eigenlijk sowieso een verschrikking. Zeker als je met meer dan één persoon bent. Het personeel lijkt het soms al teveel moeite te vinden om überhaupt naar je toe te sloffen en er zijn gevallen waar zelfs de meest ostentatieve gebaren nauwelijks effect sorteren. Iedereen krijgt uiteindelijk – soms met wat doorvragen – wat hij of zij bestelt, maar het proces dat daartoe leidt is volstrekt ondoorzichtig. Ook voor het bedienend personeel waarschijnlijk, want je krijgt niets tegelijkertijd, of het moet het voor- en het nagerecht zijn. Tenzij je bij een zaak bent die geleid wordt door een westerling. Je hebt zelfs kans dat je dan een mes krijgt, want normaal gesproken wordt je geacht om, ongeacht het gerecht, alles met een vork en een lepel naar binnen te werken. Een maatregel die je eerder zou verwachten in een vliegtuig. Bij een Chinees restaurant eten is natuurlijk ook een mogelijkheid, want daar krijg je altijd alles meteen. Op die manier maken die Chinezen de markt kapot voor de Indonesische middenstander. Want dat is zo’n beetje de logica hier.

Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com.