Leven

Merel Vink: trio in de Blauwe Engel

22-06-2012 13:04

Sinds ik de vorige keer aan het papier mijn leed heb kunnen toevertrouwen, voel ik me een stuk beter. Het van-me-af-schrijven werkt inderdaad als een catharsis. Ik voelde me afgelopen week zo goed dat ik het heb aangedurfd Maarten te bellen. Een confrontatie die voor mij in eerste instantie weinig minder dan een armageddon leek. Achteraf was het goed en vredig om het te kunnen bespreken en ben ik erg blij dat ik het heb gedaan. Zonder beschuldigingen heb ik hem gevraagd waarom hij was vreemdgegaan. Ik huilde toen ik het vroeg maar hield mijn snikken in. Ik wilde dat deze confrontatie vrij was van emoties. Het was lange tijd stil aan de andere kant van de lijn en met gebroken stem vertelde hij dat hij sinds de geboorte van Sterre behoefte had aan een andere vorm van lustbevrediging. Toen ik hem vroeg wat hij precies bedoelde en wat de geboorte van Sterre er mee te maken had zei hij ‘sorry’ en hing hij op. Nu ik het herbeleef voelt het als een stomp in mijn maag, maar op dat moment voelde het als een rustgevend medicijn. Hij had gehuild. Het raakte hem. Er was nog voldoende liefde om hem te kunnen raken. Dat is alles wat ik wilde.

Ondanks het feit dat ik hem ook had willen opbiechten hoe ik aan het begin van onze relatie ben vreemdgegaan en hoe ik, letterlijk, de hoer heb gespeeld, denk ik dat ik een goede keuze heb gemaakt door hem te confronteren. Het smaakte zoet als suiker zijn gebroken stem te horen. Wraak zal het niet geweest zijn, die smaakt altijd bitter. Even dacht ik dat ik zijn aftershave kon ruiken. Heel even waren Maarten en ik weer intens gelukkig.

Seks op het toilet
Zo gelukkig als we ooit waren geweest. Ooit hadden we seks op het toilet van de Drie Gezusters. Ooit gingen we samen naar De Blauwe Engel om te proberen een vrouw voor een trio te versieren (is maar één keer gelukt, het versieren was leuker dan de seks). Ooit lagen we een dag en een nacht in het Noorderplantsoen. Ooit nam ik je mee als introducé naar een schuimfeest op De Schuit en stelde ik je voor als “mijn lievelingsdocent”. Ooit kreeg je ruzie om me met twee dronken Vindiballen. Ooit hebben we samen zitten blowen in Het Zoldertje. Ooit waren we de enigen op de wereld en wist niemand nog van onze zonden en lachte zowel verleden als toekomst ons alleen maar toe. Dat was ooit.

Wat moet er nu van ons worden? Wat moet Sterre straks vinden van een moeder die de hoer speelde en een vader die de beste vriendin van zijn vrouw neukte? Groeit zij op in een éénoudergezin?

Als ik nu de studentes zie heb ik de neiging ze vast te grijpen en ze in het gezicht te schreeuwen: “Begin niet aan de liefde! Leg jezelf nooit vast!” Ik wil ze door elkaar schudden en dan voor eeuwig vasthouden, opdat ze nooit een vergissing kunnen maken. Onlangs liep ik langs het academiegebouw en zag ze daar naar binnen gaan, knappe jonge meiden, vol hoop en geluk. Goddelijke mannen, één en al jeugdige uitstraling en branie.

UB
Zouden ze elkaar straks proberen te versieren in de UB zoals wij zo vaak deden? Expres met een zakje drop naast een lekkere vent gaan zitten en hopen dat hij om een dropje vraagt, te kinderachtig voor woorden, maar wat was het spannend. En zouden ze dan elkaar vinden om elkaar nooit meer los te laten? Ik twijfelde of ik naar binnen moest rennen, alle deuren moest gooien, een kosmisch kabaal moest maken, om iedereen persoonlijk op het hart drukken dat ze vrij moeten blijven. Vrij, niet binden, en zeker geen kinderen nemen. Altijd student blijven.

Ik wist niet wat me overkwam. Er is iets vreemds en onwerkelijks in me gevaren. Het heeft me bevrijd van de liefde maar gevangen gezet tussen de tanden van de tijd. Verleden en toekomst zijn littekens van het verdriet. Het heden is een huwelijk met levenloosheid.