ThePostOnline

Grenzen aan de Europese Unie

29-06-2012 14:03

Eerder deze week schreef ik een scherpe kritiek op een opiniestuk van Thierry Baudet, waarin ik stelde dat zijn (historische) argumenten ongeldig waren, en niets te maken hadden met wat we wel of niet met Europa zouden moeten willen. Het leidde tot nogal wat reacties, zowel extreem positief, als extreem negatief, want Europa is polarisatie, dus wat je ook zegt: het is ofwel helemaal goed, ofwel helemaal fout. Voor eurocritici ben ik een verradelijke ‘eurofiel’, een slinkse landverrader bovendien, en de eurofielen kwam het wel goed uit wat ik zei, dus was ik één van hen. Frappant genoeg viel het vrijwel niemand op dat ik vrij nadrukkelijk geen stelling nam over Europa. Sterker nog, ik zei letterlijk: ‘ik weet het eigenlijk ook niet zo goed’. Lees maar na. Mijn europastandpunt is, sinds een paar maanden, meer op drift dan ik eigenlijk toe wil geven.

Europa, ja.
Aan de ene kant geloof ik zelf nog steeds vrij heilig in een Europees project (met de nadruk op een). Europa is een bonte verzameling natiestaten, met ieder hun eigen geschiedenis, gebruiken, gewoontes, waarden en normen, maar om sterk te staan in de wereld en elkaar niet naar de verdoemenis te concurreren zijn intensieve vormen van samenwerking onontbeerlijk. Hoever je daarin wil gaan is een andere vraag, maar in principe heb ik weinig bezwaar tegen het bestaan van een supranationale organisatie waarin bindende afspraken worden gemaakt. Natiestaten zijn belangrijk, maar ze zijn niet het alfa en omega van de internationale politiek.

Bovendien stoor ik me ontzettend aan de opgefokte hysterie rondom Europa: er wordt een stalinistisch monstrum gecreëerd met fascistische moordtentakels dat alleen maar uit zou zijn op een volledige Gleichschaltung van alle bewoners van het continent – het ‘Europese project’ van de burocratische ambtenazi’s in Brussel – en de kiezer zou erbij staan en ernaar kijken, machteloos en verraden door de eigen politieke kaste (op wie men overigens met graagte stemt, als het erop aankomt – zelfs ná het referendum van 2005).

Baudet roept een vergelijkbaar spookbeeld van oorlog, hel en verdoemenis op. Ongetwijfeld allemaal zeer prettig om te horen voor Europahaters, maar de facto grotendeels ongefundeerd en totaal niet overtuigend voor mensen die niet sowieso al vinden dat we met die EU maar beter kunnen stoppen. Overtuig me met redelijke argumenten en je komt wellicht verder dan je denkt. En ik ben echt niet de enige voor wie dat geldt.

Europa, nee.
Aan de andere kant, het feit dat de kritiek deels doorschiet in het onredelijke is natuurlijk geen reden om blind te zijn voor de tekortkomingen van de Europese Unie en de grote vraagtekens die te stellen zijn bij wat de Europese Unie wel en niet zou moeten zijn. Voor de eurosceptici onder u: ja, ook een ‘linkse eurofiel’ als ik heeft veel aan te merken op de Unie en weet allerminst zeker of verdere structurele europese integratie op dit moment nou wel zo verstandig is – zeker als het ‘de burgers’ in een achternamiddag tegen hun zin wegens ‘crisis’ door de strot wordt geduwd. Democratie die moet wijken om onze economie te beschermen is geen democratie maar econocratie. Echt essentiële noodmaatregelen, prima, daar hebben we de kamer voor, om die goed te keuren, maar voor echt blijvende, structurele veranderingen zou pas weer plaats moeten zijn als de rook van de crisis opgelost is en als er voldoende draagvlak is onder de burgers van lidstaten. Ook zou Europa flexibeler moeten zijn – meer ruimte voor opt-outs, meer ruimte om na een tijdje op punten te zeggen: ‘dit willen we uiteindelijk toch niet’. Je hoeft niet te vinden dat Nederland de Euro zou moeten verlaten om te kunnen vinden dat het in principe mogelijk zou moeten zijn als we het willen, om maar wat te noemen.

Wat vooral belangrijk is, is nadrukkelijker vast te stellen wat de grenzen van Europa moeten zijn. Alleen maar ‘voor’ of ‘tegen’ zijn schiet daarbij niet zoveel op: politieke partijen moeten preciezer aangeven wat ze wel en niet willen. Dat vraagt ook iets van de pro-Europese partijen. Natuurlijk zal de oplossing van de Eurocrisis (deels) ‘Europees’ zijn, maar hoe dan precies? En waar liggen de grenzen? Welke beslissingen moeten volgens, pak hem beet, GroenLinks en D66 pertinent door de natiestaten zelf worden genomen en mogen nooit overgedragen worden aan Europa? Deze verkiezingscampagne gaat, onvermijdelijk, deels over de grenzen van Europa. Daar hoort een heldere, realistische visie bij van wat die grenzen zijn – en dus ook een visie op wat de ‘natiestaat’ zou moeten zijn. Die visie is er echt wel – lang niet alle ‘eurofielen’ zijn zo eurofiel als sommige ‘eurofoben’ beweren (omgekeerd geldt ongetwijfeld hetzelfde) – maar blijft op het moment veel te impliciet en karikaturaal. Enfin, ik zal er de komende tijd nog wel meer over tikken.