Cult

Interview met Gerrit Komrij uit 2009 dat alle verdere rouwporno overbodig maakt

07-07-2012 15:16

Door Ilja Leonard Pfeiffer – De landingsbaan van de internationale luchthaven van Porto glom in het schaarse licht van de namiddag. Water spatte op toen het vliegtuig zich aan de grond zette. Ik was in Portugal. Het regende. Ik werd opgehaald door Charles. Hij had twee uur met de dorpstaxi afgelegd om mij gezelschap te houden tijdens de twee uur durende rit van het vliegveld naar Vila Pouca da Beira waar hij al twintig jaar woont met Gerrit Komrij. Ze hadden er altijd eer in gesteld om hun gasten van het vliegveld af te halen, maar dat was iets complexer geworden sinds Charles anderhalf jaar geleden een zwaar auto-ongeluk had gehad. In de taxi vertelde hij erover. Ze hadden samen een vernissage bezocht in Coimbra. Gerrit bleef daar overnachten. Charles reed in zijn eentje terug naar huis. Later zou hij mij de plek aanwijzen waar hij uit de bocht was gevlogen.

Ze hadden hem tot twee keer toe moeten reanimeren. Diezelfde ambulancebroeders die alles in het werk hadden gesteld om zijn leven te redden, bleken hem te hebben bestolen van zijn gouden sieraden. Zijn linkerarm was verbrijzeld. Binnenkort zou hij voor er het laatst aan worden geopereerd. Hij zei dat hij er nog steeds veel last van had, maar daar merkte ik niets van. Sowieso zag hij er geenszins uit als iemand die niet zo lang geleden een zwaar ongeluk had overleefd. Naast mij in de taxi zat een stralende man, gebruind door het buitenleven, in opperbest humeur. ‘Ik ben sinds dat ongeluk wel gestopt met roken en drinken,’ zei hij. ‘Zo heb ik er tenminste nog iets aan.’

We pauzeerden in een wegrestaurant dat eruit zag als de kantine van een gesloten fabriek. Hij ging langdurig in vloeiend Portugees in discussie met de kassier, omdat hij niet begreep hoe het kraslot werkte dat we hadden aangetroffen in ons zakje chips. Met behulp van diens assistentie vonden we uiteindelijk uit dat we niets hadden gewonnen. We bestelden nog wat slappe, bleke patatjes en hervatten onze tocht. Het regende nog steeds. Even voorbij Coimbra gingen we van de snelweg af en reden we over steeds smallere en bochtigere wegen de bergen in, richting Spanje. Dit was de Beira, een uitgestrekte, dunbevolkte streek, ver van het mondaine leven in de steden aan de kust. We reden door bossen en sluimerende gehuchten. Het was al donker toen we eindelijk de oprijlaan opreden. Lees verder op NRC.nl >>>