Recensie: Speech-Less van Matt Latimer

26-07-2012 14:00


Een jonge Republikein vol idealen dringt door tot het Witte Huis als speechschrijver. Hartverwarmende verhalen over schouderklopjes van de voormalige Amerikaanse president, beschrijvingen van de West Wing als een plek waar aantrekkelijke jonge genieën driftig discussiërend door de gangen snellen met retorisch meesterlijke speeches in hun hand – dat is wat je verwacht. Vergeet het. De Senaat is een “nog oudere en mannelijke versie van The Golden Girls”, Karl Rove is een pestkop, en het enige goede aan het Pentagon is de Diet Coke. Een grove teleurstelling voor iemand die zo verknocht is aan de Grand Old Party (GOP).

Latimer werd geboren in een liefhebbend Democratisch gezin, maar werd langzamerhand een self made Republikein. Hij transformeerde zichzelf op jonge leeftijd van een dik kind tot een slanke den in twee maanden en werd daarmee overtuigd van de kracht van het zelfdoen. Oftewel: ik had geen hulp van de betuttelende overheid nodig om af te vallen. Deze gebeurtenis, en een consequente confrontatie met slecht Democratisch beleid in zijn thuisstad Flint, zorgde ervoor dat hij als enige van het gezin een rechtse draai maakte.

Latimer was een verlegen knul, maar de GOP maakte van hem een naarstige politieke activist – en dat is een understatement, zoals blijkt uit zijn beschrijving van een Republikeinse jeugdconventie:

As it happened, Dole was about to walk right by me. I don’t know the clinical term for it, but I went absolutely nuts. (…) “Senator Dole!” I cried. “Over here! Please! Over here! Oh, senator Dole!” (…) As I worked myself up into a full froth, Dole paused and looked down at me – this crazy young fellow with a sunburned face       screaming Dole’s name at the top of his lungs.

Talloze namen van politici wiens handtekening en aandacht moet worden verkregen, vullen pagina na pagina. Of dit bedoeld is om indruk te maken op de Republikeinse lezer of om te illustreren hoe belangrijk dit moment in Latimers leven was, is niet helemaal duidelijk, maar vermakelijk is het zeker; wanneer hij Alan Keyes’ handtekening bemachtigd heeft beschrijft hij dit als “mijn Sixteen Candles moment (…) Behalve dat ik in mijn geval niet een onderbroekje (van een meisje, red.) vasthield, maar de handtekening van Alan Keyes.”

Latimer ging rechten studeren en besloot na zijn afstuderen niet een rijke advocaat te worden, maar om zijn idealen in praktijk te brengen: werken voor de GOP. Zowel zijn werk voor senator Spencer Abraham als voor congreslid Nick Smith is een enorme deceptie; ze gebruiken een “autopen” die automatisch brieven en foto’s ondertekent, zijn incompetent of onaardig, overal heerst wanorde en zijn collega’s zijn bijna allemaal zichzelf tegenwerkende idioten (behalve heldin Ann Coulter, die trouwens een fan is van zijn boek).
Dan komt echter het moment dat hij speeches mag schrijven voor één van zijn helden: Secretary of Defense Donald Rumsfeld. Hier komt een gewoonte naar voren van Latimer om mensen die hij aardig vindt te beschrijven als aantrekkelijk, en onsympathieke mensen als onaantrekkelijke wezens met lelijke stemmen. Maar Rumsfeld is een soort God:

He was silhouetted against an American flag, and his face glowed in the sunlight that filtered in from the nearby window. He couldn’t have looked more impressive if he had staged it. (…) His silver hair was carefully swept back and his face was lined by fewer wrinkles than you might expect of a man in his seventies who’d worked for four presidents.

Een andere stilistische gewoonte is Latimers verwijzingen naar Star Wars, met als hoogtepunt een scene waarin hij zichzelf ziet als Luke Skywalker, en Rumsfeld als Darth Vader. Dit soort absurde vergelijkingen, talloze anekdotes en droge humor maken dat Speech-less geen loodzwaar boek is over hoe de GOP het hart van een rechtse idealist brak. Naast interessante inzichten – Condoleezza Rice’s macht over George Bush, de werkwijze van een speechschrijver – geeft Latimer ons precies wat we willen: rare details die de lezer het gevoel geven dat ze zelf door het Pentagon of het Witte Huis loopt. We willen lezen over de Dunkin’ Donuts, McDonald’s en de juwelierszaak in het Pentagon, het gruwelijke gevoel voor humor van McCain, de Singing Senators, en over de “bag of swag” die de werknemers van George Bush elke drie maanden kregen (oude golfballen enzo), de Crocs die de laatste draagt tijdens het oefenen van een belangrijke speech, waarop Latimer zich afvraagt: “Hoeveel crises kan een man hebben?”

Matt Latimer zelf kon er niet veel hebben; zijn boek is gelauwerd door o.a. Huffington Post, maar voor de GOP is hij een persona non grata, waar zijn boek op z’n best wordt gezien als een poltieke equivalent van The Devil Wears Prada (of Crocs?). Momenteel schrijft hij columns voor The Daily Beast en geeft stamelende interviews.

Matt Latimer (2009): Speech-Less. Tales of a White House Survivor. 304 pp. Verkrijgbaar in de President’s Bookstore van The American Book Center in Amsterdam en Den Haag. Bezoekers van VS2012-evenementen ontvangen €2,50 korting op deze boeken (op vertoon van kaartje). Emma Anbeek van der Meijden is werkzaam bij campagnebureau BKB voor VS2012, de reeks evenementen rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen.