Sport

Het succes van thuislanden op de Spelen

12-08-2012 12:15

Groot-Brittannië staat momenteel op de derde plaats in het medailleklassement. ‘Team GB’ heeft de afgelopen twee weken inmiddels al 28 gouden medailles vergaard. Een absoluut record voor de Britten. Hoewel ze in Peking al negentien keer goud behaalde, oogstte de voormalige wereldmacht op de Spelen van Athene, Sydney en Atlanta een stuk minder medailles. De benoeming van Londen als Olympische Hoofdstad in 2005 lijkt het sportklimaat in het Verenigd Koninkrijk met succes te hebben beïnvloed. Hoe komt het toch dat organiserende landen zo goed presteren?

Voor eigen publiek
Een reden die vaak genoemd wordt voor het succes van organiserende of thuisspelende ploegen is de steun van het publiek. En dan met name het feit dat atleten en ploegen de eigen fans niet willen teleurstellen.Bij clubteams in het voetbal kan ik dat mij goed voorstellen. Sommige stadions zijn met hun harde kern een onneembare vesting gebleken. Toch gaat deze reden er voor mij bij de Olympische Spelen niet in. Hoe geweldig de Britse fans ook zijn, zie alleen al het oorverdovende kabaal bij het baanwielrennen, krijg ik geen enkel gevoel van vijandigheid of intimidatie bij het optreden van rivaliserende ploegen.

Het fanatisme reikt minder ver dan bij toegewijde clubsupporters. De Olympische Spelen trekken toch meer mensen aan met een gevoel van ‘meedoen is belangrijker dan winnen’. Dit is niet slecht, maar het argument van het thuisvoordeel  lijkt me hierdoor onwaarschijnlijk. Alle atleten leven immers jaren toe naar hun Olympische finale. Met maximale concentratie kunnen zij hun sport beoefenen tijdens de Spelen. Er is immers geen publiek dat zich tegen de sporters keert. De Olympische Spelen is hoofdzakelijk een sportief evenement.

Investeringen
Een reden die aannemelijker lijkt voor het succes van thuislanden op Olympische Spelen is het budget dat vrij wordt gemaakt voor de organisatie van de Spelen: de ontwikkeling en facilitering van topsport. Niet alleen in Groot-Brittannië is dit duidelijk terug te zien, maar ook in China (2008) en Australië (2000) wierpen grootschalige investeringen in de topsport rond de organisatie van de Spelen hun vruchten af. Volgens de Volkskrant kon de Britse equivalent van het NOC*NSF tussen 2009 en 2013 ongeveer 337 miljoen euro investeren in topsport.

Een enorm bedrag dat in schril contrast staat met de bezuinigingen op topsport in Nederland de afgelopen jaren. Deze enorme investeringen in de Britse topsport maken duidelijk dat medailles wel degelijk ‘te koop’ zijn. Natuurlijk moet het talent wel aanwezig zijn in een land, maar alleen met investeringen wordt talent ontdekt en optimaal benut. Ook de nieuwste faciliteiten, die met de organisatie van de Olympische Spelen gepaard gaan, spelen een belangrijk rol bij het succes. Het draagt immers allemaal bij aan de optimale voorbereiding van de atleet. Dat regeringen massaal investeren in de topsport rond een Olympische Spelen heeft alles te maken met de presentatie van het land richting de buitenwereld. Het organiserende land vormt immers twee weken lang het decor van ongekende prestaties en wereldnieuws.

Nationale presentatie
Het succes van de Britse ploeg is verklaarbaar uit de enorme investeringen in topsport. Zowel de bouw van nieuwe faciliteiten, als de investeringen in de carrière van topsporters zelf brengt medailles voort. Dit is niet alleen in Groot-Brittannië het geval, maar ook China en Australië leverden als thuislanden hun beste prestaties. Niet het presteren voor eigen publiek was hierbij een doorslaggevende factor voor succes, maar juist het beleid van regering en sportkoepel rond de organisatie van een Olympische Spelen vervullen een belangrijk rol.

Dat regeringen juist rond de organisatie van de Spelen veel meer geld investeren in topsport heeft weer te maken met de nationale trots: het thuisland wil zich optimaal presenteren op het wereldtoneel.