Weten & Tech

Wie is die ‘euroscepticus’ van Miko Flohr?

13-08-2012 14:04

Als Miko Flohr de maatstaf is, moet het tegenwoordig buitengewoon ongemakkelijk zijn om als zelfverklaard ‘voorstander van Europa’ door het leven te gaan. In zijn laatste artikel ‘Voorstanders van Europa moeten grenzen EU aangeven’ betoogt Flohr krakend en piepend waarom de weldenkende mens vooral niet toe mag geven aan de lokroep der eurosceptici (ook wel eurofoben genoemd). De manier waarop Flohr dat doet is interessant: agendapunten van – zelfverklaarde – eurosceptici worden overgenomen maar de term euroscepticus wordt in de ban gedaan. Dat roept de vraag op: wie is de euroscepticus waartegen Miko Flohr zich verzet?

Definitiekwesties
De eerste zet van Flohr is om de positie van eurosceptici (of eurofoben) in z’n geheel niet te schetsen. Dat mag opvallend heten aangezien Flohr in eerdere artikelen een groot punt maakte van de (ontbrekende) definitie van politieke elites waar Baudet zich op beriep. Flohr besteed weinig tot geen aandacht aan de verschillende stromingen die er zijn binnen de eurosceptische beweging – als we al van een helder afgebakende beweging kunnen spreken – en lijkt zijn peilen vooral te richten op eurosceptici in Nederland zoals Baudet.

Overnemen van kritiek
De volgende zet van Flohr is om veel punten van kritiek van – zelfverklaarde – eurosceptici over te nemen. Flohr erkent ruiterlijk het democratisch tekort in Europa, spreekt over ‘ontluisterende technocratenarrogantie’ en bepleit enkele forse maatregelen om het tij in Europa ten goede te keren. Zo zouden er, zoals door veel eurosceptici bepleit, mechanismen moeten zijn voor lidstaten om uit de eurozone te stappen of uit de EU als zodanig. Zelf zou Flohr zulke maatregelen buitengewoon onverstandig vinden, maar onderaan de streep erkent Flohr dat de mogelijkheid zou moeten bestaan. Voor de democratische legitimiteit is dat essentieel, want zo schrijft Flohr, het doel heiligt niet alle middelen en tot de essentie van democratie behoort dat een electoraat besluiten gemaakt in het verleden ook weer ongedaan kan maken.

Dit klinkt behoorlijk radicaal uit de mond van een zelfverklaard voorstander van Europa. Er is immers ook een tijd geweest dat het democratisch gehalte van de EU nauwelijks een issue was. Natuurlijk, het roept ook ongemakkelijke vragen op. Zoals: hoe komen we van die ontluisterende technocratenarrogantie af? Waarom hebben we daar nu pas oog voor? Als men in Europa het beste voorhad met democratie, waarom is dan niet in een eerder stadium nagedacht over, voor de hand liggende, opt-out mechanismen (om eens wat te noemen)?

Karikatuur
Flohr houdt niet van karikaturen in debatten over Europa. Maar behalve dat Flohr verzuimt om uit te leggen wat het betekent om euroscepticus te zijn, legt hij ook niet uit wat er mis mee is. Flohr zelf roept op geen genoegen meer te nemen met de status quo in Europa en om problemen van democratische legitimiteit serieus te nemen. Uiteindelijk resulteert dat in weinig meer of weinig minder dan de suggestie dat je ‘voorstander van Europa’ bent als je gelooft in ‘Europese samenwerking’, en in algemene zin: als je gelooft dat alles wat krom is in Europa nog ten goede kan worden gekeerd. Maar hoe verhoudt dat idee zich tot verschillende stromingen binnen de eurosceptische beweging?

In Nederland heeft de PVV zich gekeerd tegen de EU in de hoop op electoraal gewin op 12 september. In zijn retoriek lijkt Wilders sterk geinspireerd te zijn door iemand als Nigel Farage / UKIP in het Europarlement. Maar de inhoudelijke verschillen zijn levensgroot. Als Wilders pleit voor een vertrek van Griekenland uit de eurozone doet hij dat op grond van het beeld van luie Grieken die de Nederlandse belastingbetaler op kosten jagen. Als Farage hetzelfde bepleit doet hij dat op grond van het argument dat Grieks gevangenschap binnen de eurozone desastreus is voor het land zelf. Als Farage zich opwindt over de ‘antidemocratische’ EU is dat omdat er oprechte twijfel lijkt te zijn dat zoiets als een democratische EU mogelijk is (een twijfel die oprechter klinkt dan in het geval van Wilders die het binnen z’n eigen partij niet zo nauw neemt.)

Mainstream
Flohr’s jongste pleidooi ligt echter helemaal in het verlengde van zaken waar door zelfverklaarde eurosceptici al jarenlang voor wordt gepleit. De genoemde Nigel Farage / UKIP pleit al jaren voor mechanismen tot uittreding van de eurozone en/of de EU en wil hierover in Groot Britannie een referendum. Thierry Baudet heeft het over ‘volkszwendel’. Die suggestie kon volgens Flohr niet door de beugel maar zelf spreekt Flohr wel over ‘ontluisterende technocratenarrogantie’ en benadrukt dat in Europa het doel niet alle middelen heiligt. Een inzicht dat tamelijk breed gedeeld wordt binnen de eurosceptische beweging(en). Feitelijk neemt Flohr zoveel kritiek over van het kamp der eurosceptici dat hij vooral aantoont dat hun kritiek inmiddels mainstream aan het worden is.