ThePostOnline

Wie wint de verkiezingen?

04-09-2012 12:53

In het hypothetisch land Absurdistan doet de mythe de ronde dat de verkiezingen gewonnen worden door de partij die de meeste zetels wint. Als de Partij voor brood en spelen vijf zetels heeft en er bij de verkiezingen tien wint, terwijl andere partijen maar drie tot acht zetels winnen of zelfs zetels verliezen, dan heet het dat de Partij voor brood en spelen de verkiezingen gewonnen heeft. Die andere partijen kunnen dan best op twintig of dertig zetels in het parlement uitkomen, zolang ze niet zoveel winnen als de Partij voor brood en spelen heeft deze de verkiezingen “gewonnen”. Rekenen in Absurdistan
De Absurdistani, zult u zeggen, kunnen niet rekenen. Het Absurdistaanse parlement telt hondervijftig zetels, als een partij stijgt van dertig naar achtendertig zetels, dan heeft die partij niet gewonnen. Dat de partij voor meer korte rokjes is vertienvoudigd van twee naar twintig zetels is spectaculair, maar betekent niet per se dat de partij voor meer korte rokjes gewonnen heeft. Zelfs als het Appèl van groenteliefhebbers is gezakt van tachtig naar zestig zetels, heeft het nog steeds het grootste zetelaantal. Dus het Appèl heeft de verkiezingen gewonnen.

Semantisch geneuzel
Maar is het geen semantisch geneuzel om te zeggen dat een partij die veel zetels wint niet echt gewonnen heeft maar een partij die veel verliest wel? De Partij voor meer korte rokjes en de Partij voor brood en spelen hebben gewonnen, toch? Niet dan? Nou dan?

Winnen heeft echter twee betekenissen, namelijk ten eerste relatief winnen, dat wil zeggen meer krijgen dan je al had en ten tweede absoluut winnen, namelijk het meeste krijgen van allemaal.

Winnen in de eerste betekenis wordt soms verward met winnen in de tweede betekenis. Een partij die relatief het meeste wint wordt tot dé winnaar van de verkiezingen uitgeroepen. Het is alsof je zegt dat een voetbalclub die van de eerste divisie naar de eredivisie promoveert meer presteert dan de landskampioen.

Als een kleine partij een grotere (of een minder kleine) partij wordt, is het daarmee nog geen grote partij. Een grote muis is nog altijd veel kleiner dan een kleine olifant.

‘Semantisch geneuzel’ is soms van het grootste belang, om de heel eenvoudige reden dat politiek mede een kwestie van taal ís. Laat u op 13 september dus niet foppen door woordvoerders en andere oplichters die beweren dat deze of gene verdubbelde splinterpartij de verkiezingen gewonnen heeft.