Welke sportjournalist sabelt hautaine voetbaltrainers neer?

24-09-2012 12:36

In de échte wereld bestaan tovenaars niet. Hoogstens types die ons dat willen doen geloven. Dat is meteen ook de enige overeenkomst tussen de voetbalwereld en de echte wereld. Want er is een beroepsgroep binnen het betaald voetbal die graag de tovenaar uithangt. Ik heb het dan natuurlijk over voetbaltrainers. 

Ongetwijfeld zijn er goede en slechte trainers. Een érg slechte voetbaltrainer zet een bijziende dwerg op doel. En drukt hem op het hart geen handsballen te maken. Goede trainers doen gewoon wat ze moeten doen: de poppetjes die ze tot hun beschikking hebben op de goede plek zetten. En de groep tot een hechte vechtmachine smeden.

Toegegeven: er zijn voetbaltrainers die het nooit verder schoppen dan een zondagvierdeklasser. Tegen reiskostenvergoeding. En wat consumptiebonnen. En trainers die tegen een riant salaris actief zijn in de eredivisie. Waardoor ze kunnen orakelen alsof ze Van Nazareth zelf zijn.

Netwerk
Wie denkt dat bovengenoemde selectie met kwaliteit te maken heeft, komt bedrogen uit. Het gaat niet om kwaliteit. Het gaat om het juiste netwerk. Ik leg dat uit. Een trainer die als voetballer zijn sporen verdiende bij clubs als Huzaren ’58, SZWZ (Samen Zijn We Sterk) en Voorwaarts Vleuten bouwt zijn netwerk op in díe kringen. Een voetballer die Ajax, Feyenoord, PSV of zelfs Oranje achter zijn naam kan zetten, heeft dús veel betere contacten. En kan dús een versneld traject naar de top afleggen. Waarom een voetballer van faam automatisch voor een trainer van faam wordt versleten, is me overigens volslagen onduidelijk. Een goede eter is niet automatisch een goede kok.

De enige verklaring waarom bepaalde trainers op het hoogste niveau presteren, zou kunnen zijn dat het niet meevalt om te degraderen. Met de spelersselecties die ze krijgen voorgeschoteld. Het maakt namelijk nogal wat uit of je over een voorhoede De Gruijl – Fluks – Naaktgeboren beschikt. Of over een voorhoede Narsingh –  Drost  – Assaidi. Om eens wat te noemen.

Minachting
Voetbaltrainers in de eredivisie moeten dus vreselijk dankbaar zijn met de deuren die zich automatisch voor hen openen. En het topmateriaal waarmee ze mogen werken. Nederigheid zou gepast zijn. Ik heb me dan ook enorm gestoord aan de reactie van NEC-trainer Alex Pastoor na afloop van het duel NEC – Willem II (0-0). Pastoor, de best gesoigneerde lachebek van het Nederlandse trainersgilde, straalt in alles uit helemaal geen zin te hebben in dit interview. Als de tijdteller van de video 2 minuten 43 seconden aangeeft, weigert Pastoor zijn minachting voor de sportjournalist langer onder stoelen of banken te steken.

Boycot
Pastoors antwoord “Gaat je geen moer aan” is kenmerkend voor de houding van veel eredivisietrainers. Ze antwoorden met zichtbare tegenzin. Na een klinkende overwinning lukt het wat beter om prettig over te komen. Maar na een tegenvallend resultaat wensen ze niet tegengesproken te worden. In hun pogingen om verzachtende omstandigheden aan elkaar te rijgen. In hun hart voelen voetbaltrainers zich veel te goed om met een minkukel van een sportjournalist te praten. Door de sportjournalisten zelf worden trainers totaal niet gecorrigeerd. Anders raakt zo’n journalist zijn baan kwijt. Want wordt hij geboycot door de trainer in kwestie.

Sukkel
Het wachten is op een sportjournalist die van zich afbijt. Eentje die het hautaine gedrag van een trainer publiekelijk aan de kaak stelt. Een reactie richting Alex Pastoor als “Maar als het mij dan toch geen moer aangaat, waarom sta ik mijn tijd hier dan met jou te verdoen? Sukkel!” zou geweldig zijn geweest. Ik snak inmiddels naar voetbalinterviews waarvoor ik wél op het puntje van mijn stoel ga zitten.

Authentiek taalknutselaar Ton Broekhuisen is tekstschrijver/journalist/ghostwriter. Maar vooral columnist (onder meer vele jaren voor Metro) en blogger.