WarRoom

In Oakland werd Occupy een burgeroorlog

26-09-2012 09:23

Nu is het een keurig gazonnetje met wat kalme sproeiers, nog geen jaar geleden werd deze plek omgeploegd tot de thuisbasis van de meest radicale tak van Occupy: die van de stad Oakland, aan de andere kant van de baai waaraan San Francisco ligt. Nu kent elke stad wel z’n eigen opstanden, maar in Oakland loopt radicalisme als een rode draad door de geschiedenis. Dit is de geboorteplek van de Black Panthers, en het ligt vlak naast de universiteit van Berkeley, de huishoudschool van radicaal-links Amerika. Als mensen al een beeld hadden van Oakland, dan was dat voornamelijk als het criminele broertje van San Francisco. Gevaarlijk, vol gangs, opstanden en de plek waar 2Pac leerde rappen.

In de afgelopen jaren werd Oakland steeds vaker bestempeld als het ‘het Brooklyn van het Westen’, vanwege de grote instroom van jongens met baarden en meisjes met mutsjes. Maar voordat het zover was, moest het wel een pijnlijke Occupy-episode door.

Scott Olsen

Occupy Oakland begint op 10 oktober 2011, ongeveer een maand nadat Occupy Wall Street van start was gegaan in New York en een paar dagen voordat in Amsterdam het beursplein zou worden bezet. Twee weken later vindt de (linkse) burgemeester van Oakland het mooi geweest; ze ontmantelt het kamp omdat het onveilig zou zijn. Die nacht ontstaat een veldslag met de politie.

Oakland is wereldnieuws als beelden laten zien dat veteraan Scott Olsen wordt geraakt door een traangasgranaat. Het lijkt op de krakersrellen uit de jaren ’80 of de studentenprotesten uit de jaren ’60. De schuld van het geweld wordt afgeschoven op het mismanagement van de burgemeester en een drang naar geweld van de politie.

Veldslag

“Er hing toen toch nog iets moois in de lucht,” zegt Alanna Rayford (30) nu. Ze heeft een winkel die mode en kunst verkoopt van lokale ontwerpers en kunstenaars. En dat vlak naast het plein waar Occupy Oakland plaatsvond. “Er was een soort onbeschrijfelijke energie. De gedachte dat er van alles anders zou worden.”
Alanna liep wel eens vanaf haar winkeltje naar de openbare vergaderingen, en steunde de ideeën van Occupy. De rellen met de politie vonden letterlijk plaats op haar stoep. Zolang het goed ging, ging het goed.

Een paar dagen na de eerste veldslag ontstaat een soort climax van Occupy Oakland, als men op het idee komt om de haven te blokkeren. Dat zou immers grote bedrijven schaden en dat is goed voor de inkomensongelijkheid, zo is de gedachte. Duizenden demonstranten marcheren richting de containers en de kranen om het ‘gansche raderwerk’ tot stilstand te brengen. Maar iets verandert er op die tocht. Voor Alanna, en voor steeds meer sympathisanten.

“Toen we begonnen was het zo prachtig. De ondergaande zon, het idee dat we met iets zinvols bezig waren,” Alanna’s ogen stralen nog bij de gedachte. Maar iets viel haar op: elke keer probeerde men elkaar tot stilte te manen, omdat er iemand iets belangrijks wilde zeggen. “Maar elke keer als ze dan het woord kregen, kwam er een soort anti-climax.”
Niemand had iets zinnigs te melden, laat staan iets concreets te zeggen.

Incident
Het leek wel alsof alle spanning en hoop die in de lucht hangt, op die mooie herfstmiddag in de haven van Oakland, met elke stap richting de haven een beetje wegsmelt. En de twijfel slaat toe: pakken we met deze actie wel het grote geld en niet de arme havenarbeiders? Waarom zijn er geen concrete doelen gesteld voor deze demonstratie? Wat hebben we na deze dag nu uiteindelijk bereikt? En terwijl Alanna staat te twijfelen, wordt de avond alleen maar chaotischer. De hele nacht zijn er rellen in het centrum van Oakland.

Als Alanna de volgende ochtend haar winkel wil openen, ziet ze hoe een ruit is ingegooid met een baksteen. Meerdere stukken kunst zijn verdwenen. Allemaal van lokale kunstenaars die niet bepaald bij de “1%” behoren.

“Ik zag het als een incident, en nog steeds hoor,” verdedigt Alanna Occupy. “Het waren vast een paar kids die niet snapten wat wel en niet mocht. Ik wil die mensen niet symbool maken voor de hele beweging.” Maarja, ze ontkwam er niet aan dat een van de leukste schetsen (een gorilla die een joint rookt) een dag later prominent bij de ingang van Occupy Oakland hing.

Burgeroorlog

De kunst kreeg Alanna terug. Maar andersom had Occupy de sympathie van de buurt en de natie verloren. De beweging miste elke focus, kreeg een rigide sociale orde terwijl ze de mond vol had van openheid en was gekaapt door radicale anarchisten die met geweld probeerden een nieuwe samenleving te vormen.

“Uiteindelijk werd het een burgeroorlog. Niet alleen tussen de politie en de Occupiers, maar ook tussen de Occupiers onderling. Er kwam onderlinge strijd, die soms op mijn stoep werd uitgevochten.”
Alanna houdt haar negativiteit voor zich.
“Al dat geweld was zo ongeïnformeerd, men wist vaak gewoon niet tegen wie ze aan het rellen waren.”

Bijkomend probleem voor Occupy was ook dat de economie van de stad zo lang op z’n gat had gelegen dat er bijna geen grote bedrijven zitten waarvan ruiten konden worden ingeslagen. Dus dan waren het al snel familiebedrijfjes die de klos waren. Oh, en ook het plaatselijke Obama-kantoor moest eraan geloven.

Brooklyn van het westen
Wonder boven wonder, denkt Alanna, heeft het hele Occupy-gebeuren Oakland op de lange termijn goed gedaan. “De banden tussen de bedrijven hier zijn sterker geworden, we geloven allemaal weer in de gemeenschap hier, en mensen vanuit de hele wereld hebben toch weer eens de naam Oakland gehoord”.
Ze vraagt of ik dat ook wil opschrijven. “Het Brooklyn van het Westen, ik denk het echt”.

Op het voormalige Occupy-veld zijn de nieuwe grassprietjes bijna weer klaar voor gebruik. Een lang hek voorkomt dat het plein wordt geheroccupied en zorgt dat het gras weer kan aangroeien. Het veld was zo verwoest dat het gras moest helen als een grote wond, midden in de stad.

Thijs Roes is Amerikadeskundige en Journalist, en reist voor De Jaap tijdens de verkiezingen door de Verenigde Staten. Hij duikt in de diepe kloof tussen links en rechts. Voor wie meer wil lezen over de radicale geschiedenis van Oakland, de New York Times liep een tijdje mee met Occupy.