Leenstelsel: beter een goede chirurg dan een slechte slager

22-10-2012 09:19

Lodewijk Pessers beweert in een column in de Volkskrant dat het niet erg zou zijn als minder kinderen naar de universiteit gaan als gevolg van het leenstelsel. Ik ben het er mee oneens. Laten we voor het gemak veronderstellen dat een leenstelsel een afschrikwekkend effect zal hebben, zoals men in ScienceGuide beweert.

Waarom op geld uitfilteren?
Pessers beweert dat minder studenten het tekort aan vakmensen (zoals kappers, opticiens, loodgieters, timmerlieden, stratenmakers) zal verzachten. Laten we – for the sake of argument – deze premisse accepteren. Het is me echter onduidelijk waarom we op geld zouden willen filteren.

Stel dat je de beste schaatsers voor de olympische ploeg wil hebben. Ga je dan slechts in Urk zoeken? Nee, je zoekt naar de beste schaatsers uit zestien miljoen Nederlanders. Hetzelfde geldt voor universitaire opleidingen. Als je onder het mes ligt wil je de beste chirurg uit zestien miljoen, niet het beste uit het aantal kinderen van de 1 procent rijkste mensen in dit land. Als we op geld filteren, dan zullen er getalenteerde chirurgen bakker worden en getalenteerde bakkers chirurg. Wat heb ik dan aan een chirurg die er niks van bakt?

Oligarchie
Kennis is macht. Als alleen rijke kinderen veel kennis hebben, zal de macht in dezelfde handen blijven. Smith en De Mesquita schrijven in hun boek (The Dictator’s Handbook: Why Bad Behavior is Almost Always Good Politics) dat 31,2 procent van de vrouwelijke Amerikaanse wetgevers een familielid als voorganger in de politiek heeft en hetzelfde geldt voor 8,4 procent van de mannen. Bijna 20 procent van de Amerikaanse presidenten is familielid van elkaar. Denk bijvoorbeeld aan de Bushes, Kennedys, Rockefellers en de Roosevelts. De kinderen van deze rijke families studeren aan de beste universiteiten en dat is een van de redenen dat ze steeds aan de top belanden, bij bedrijven en in de politiek.

Ook de Tweede Kamer is voor 95 procent hoger opgeleid. Ik zou daardoor geloven dat als de universiteit minder toegankelijk voor de massa is, we steeds meer met dynastie- en oligarchievorming te maken zullen hebben. Veel meer dan nu. En ik heb geen enkel belang  bij oligarchische toestanden.

Intelligentie en democratie
Meer opleiding vergroot de intelligentie van de mensen en dat is goed voor iedereen. Als ik TV-programma’s bekijk en stukken in de krant lees, dan lijkt het op een stoelendans met voldoende stoelen voor bluffers. Zij rouleren van het ene medium naar het andere – in een oneindige carrousel van dezelfde drogredenaars. Zij maken de opinie in Nederland. Zij verkrijgen daarmee onverdiende voordelen, omdat hun opinie gehoord wordt, terwijl correcte argumenten minder podium krijgen. Zie bijvoorbeeld de combinatie Willem Holleeder, Bram Moszkowicz en Leon de Winter.

Dit is slechts mogelijk omdat de rest van de Nederlanders dom is. Als de rest intelligent zou zijn, zouden de media meer mensen met correcte argumenten een podium geven.

De intelligente mens stemt anders in het stemhokje dan de domme. Het is absoluut niet in mijn belang dat een domme meerderheid de toekomst van het land bepaalt.

Intelligentie is toekomst voor problemen
De doemdenkers onder ons weten dat we in de toekomst grote problemen moeten oplossen, zoals tekorten aan water, voedsel, energie, landbouwgrond en grondstoffen; overbevolking en klimaatverandering. Volgens een onderzoek van World Wildlife Fund, hebben we over vijftig jaar twee nieuwe planeten nodig om aan de behoefte van grondstoffen te voldoen. Volgens een onderzoek van het Amerikaanse Ministerie van Defensie maakt klimaatverandering over dertig jaar grote delen van de aarde onbewoonbaar. Dit onderzoek voorspelt ook oorlogen om grondstoffen en overlevingsmiddelen.

De opkomende machten – zoals China, India en Brazilië – concurreren om de schaarse overlevingsmiddelen. We kunnen daardoor steeds minder uit de Derde Wereld bemachtigen. Hoe meer kennis en intelligente mensen we hebben, hoe beter voorbereid we zijn deze problemen op te lossen. Niet alleen voor onszelf, ook voor de hele wereld.

Bovendien verhuizen fabrieken naar goedkopere arbeid. Als we nog iets aan het buitenland willen verkopen, moeten we voortdurend intelligenter worden, hoogwaardige kennis en geavanceerde technologie verkopen; of tevreden zijn met hetzelfde loon als Chinese kinderen.

Rechtvaardigheid
Pessers beweert dat het onrechtvaardig is dat de staat een bloemist geen startgeld geeft, maar wel een aspirant-chirurg steunt. Deze stelling slaat de plank om vier redenen mis.

Ten eerste, het is ook voor de chirurg onrechtvaardig dat hij meer belasting betaalt dan de bloemist. In feite betaalt de chirurg de hele overheidshulp terug en meer belasting dan de bloemist in zijn hele leven. Hoogopgeleiden verdienen dubbel zoveel als laagopgeleiden, dus die betalen ook tenminste dubbel zoveel belasting.

Ten tweede, alle staatsinvesteringen zijn onrechtvaardig voor een persoon. De kinderloze chirurg betaalt belasting voor de steun van de kinderen van de bloemist. De openbaarvervoerverslaafde betaalt belasting voor de snelwegen. De pacifist betaalt belasting voor defensie. Pietje Puk is misschien gelukkig als vuilnisman en heeft helemaal geen onderwijs nodig. Toch is hij verplicht voor alle andere mensen te betalen, die meer dan hij studeren.

Ten derde, stel dat de bloemist geen belasting voor de chirurgen zou willen betalen en dat zijn kinderen later naar universiteit willen en niet kunnen omdat het te duur is. Die bloemist rekent zich misschien rijk zonder de extra belasting, maar hij neemt ook een beslissing voor zijn kinderen, die misschien andere aspiraties zullen hebben.

De hemelpositie
Ten vierde, rechtvaardigheid kunnen we op een andere manier bekijken, vanuit ‘de hemelpositie’. Stel je voor dat je met de anderen in een ‘democratiekamer’ zou kunnen debatteren en onderhandelen, al vóór je geboorte. Bijvoorbeeld als ‘geesten’ in een denkbeeldige hemel, zonder te weten als welke persoon je geboren zal worden. Je kan een man of vrouw zijn, blank of zwart, gelovig of atheïst, rijk of arm, slim of dom, superfit of (geestelijk) gehandicapt. Welke gedragsregels, wetten en instituties zou je dan bedenken, als je rationeel zou zijn?

In de hemelpositie wil je twee dingen. Ten eerste wil je dat de maatschappij de beste sappen uit iedereen zuigt. Als men ieders potentie maximaal benut, zal ook jouw leven beter zijn, omdat de kwaliteit van het leven in het algemeen beter is.

Ten tweede wil je dat jij de kans krijgt om je talenten maximaal te ontwikkelen. Je weet niet van tevoren of je een getalenteerde bloemist zal zijn of een getalenteerde chirurg. Maar je wilt niet het risico lopen dat je geen chirurg kan worden omdat jouw toevallige ouders minder verdienen. Daarom is het rationeel om een contract te tekenen waarin de maatschappij vleugels geeft aan alle mensen die willen en kunnen vliegen.

Dus de steun aan de chirurg is rechtvaardig omdat je ermee zou instemmen voordat je geboren bent. Het zou juist onrechtvaardig zijn als jij je talenten niet kan ontplooien, maar wel de buurjongen omdat zijn toevallige ouders meer geld hebben.