Weten & Tech

Wat gaat er mis op onze universiteiten?

05-11-2012 09:11

Het is een eer om academicus te mogen zijn. Je doet geweldig werk, je ontmoet interessante mensen, en je voert heftige discussies aan de grenzen van onze kennis. Het is, voor mensen in mijn positie (post-doc), een behoorlijk onzeker bestaan, maar wel een prachtig vak om te beoefenen. Toch schaam ik mij deze week een beetje voor waar ik werk – als mens en als wetenschapper. Waar zijn de Nederlandse universiteiten in ’s hemelsnaam mee bezig? In wat voor wereld leven ze? En waarom komen ze ermee weg?

Sabbatical boven de Balkenendenorm? Het kan, in Leiden.
We beginnen in Leiden, alwaar het de universiteit behaagt de scheidend rector magnificus Paul van der Heijden (foto) een douceurtje van twee ton toe te stoppen – om het laatste jaar van zijn werkende bestaan te kunnen spelevaren op sabbatical. Het grappige is dat de Leidse universiteit op haar website expliciet stelt dat ‘verantwoordelijkheid jegens de samenleving’ een kernwaarde is. Tsja. Een salaris boven de Balkenendenorm is nou niet echt wat men zoal verstaat onder ‘verantwoordelijkheid jegens de samenleving’ – al helemaal niet als zo’n riant salaris ‘gewoon’ doorloopt tijdens een sabbatical.

Natuurlijk, een sabbatical op de universiteit is iets anders dan een sabbatical in het bedrijfsleven: het is een vrijstelling van onderwijs- en bestuurstaken zodat een wetenschapper zich volledig kan richten op onderzoek. Dat dan salaris doorloopt is normaal, maar dat Van der Heijden tijdens zijn sabbatical het salaris van een rector magnificus uitbetaald krijgt is onbegrijpelijk en onverdedigbaar: dat sabbatical heeft hij niet als rector, maar als hoogleraar, en daarbij hoort dan ook een regulier hooglerarensalaris.

In deze ivoren toren is geen plek voor schoonmakers
Pijnlijk is het contrast tussen de riante regeling voor Van der Heijden en het andere bericht dat deze week in de media kwam: de Rijksuniversiteit Groningen heeft besloten dat de schoonmakers voortaan alleen nog buiten de openingstijden van de universiteit mogen werken.

Dit hebben we de laatste jaren vaker gezien aan de universiteiten: de schoonmaak wordt uitbesteed en verdwijnt prompt naar de marges van de dag. Schoonmakers werken in de vroege ochtend of in de late avond, op momenten dat anderen slapen of een sociaal leven onderhouden, en worden daarmee uit het zicht van de wetenschappelijke staf gehouden – alsof ze sociaal afval zijn. Want ja, je zal als wetenschapper toch eens geconfronteerd worden met iemand die ongeschoold werk doet. Wat blijft er dan in godsnaam nog van je ivoren toren over?

Het stuitende is dat er nog academici zijn die het allemaal prima vinden ook: “zit je net lekker te vergaderen, komt er iemand je prullenbak legen,” twitterde hoogleraar Ewald Engelen (UvA), die de ophef niet zo begreep, want in het bedrijfsleven is het immers heel normaal, dat schoonmakers werken op het moment dat de rest van het personeel er niet is.

De wetenschap kan zich dit niet permitteren
De universiteit is geen bedrijfsleven, en universiteiten moeten vooral niet als bedrijven willen denken – niet wat betreft de bestuurlijke top, en niet wat betreft de mensen die de werkomgeving leefbaar houden. Dat betekent dat je je te houden hebt aan de balkenendenorm – in letter en geest – en zeker als er sprake is van een sabbatical leave. Het betekent ook dat je je schoonmaakpersoneel niet verbant uit het zicht van je wetenschappers en tegen een hongerloontje ’s nachts laat werken. Dat zijn praktijken uit de negentiende eeuw, en praktijken waar door belastinggeld gefinancierde publieke instellingen niet in mee moeten gaan.

Het probleem met dit soort berichten is dat toch het beeld op de loer ligt dat universiteiten vooral goed zorgen voor de Old Boys die het al heel breed hebben – ten koste van de mensen die de alledaagse werkvloer bevolken en tegen een laag salaris hun werk doen.

Dat is een gevaarlijk beeld, dat de wetenschap – die toch al onder vuur ligt – zich op dit moment echt niet kan permitteren. Alleen al daarom moet de Universiteit Leiden de belachelijke regeling met Van der Heijden herzien, en moet men in Groningen gewoon tijdens kantooruren blijven schoonmaken. Misschien een mooie binnenkomer voor onze nieuwe minister van Onderwijs, van die partij die dat eerlijk delen zo hoog in het vaandel heeft, en de graaiers uit eigen gelederen probeert te verwijderen?

Miko Flohr is overigens zeer verheugd dat zijn toekomstig werkgever in Leiden de vrijheid van meningsuiting eveneens tot haar kernwaarden rekent.

Afbeelding: Paul van der Heijden / Wikiportret