Cult

Proza: Routine

22-11-2012 11:30

Lizá was een meisje van weinig woorden. Ze studeerde, speelde zo af en toe op haar bugel en ging zo nu en dan naar een feestje. Ze was tevreden met haar leven. Ze had een fijne studentenkamer met een fijne kanariepiet in een fijne buurt. Ze had een rustig leventje.

Tijdens het afwassen filosofeerde ze graag over hoe sokken altijd eenzaam eindigden, hoewel ze toch vrij geliefde voorwerpen waren. Ook kon ze zich afvragen waarom iedereen zo begon te schuifelen in de metro als een man met een baard zachtjes woordjes begon te prevelen in een onbekende taal. Ook zij fronste, besefte ze.

Lizá genoot van de dingen die ervoor zorgden dat er soms een paar uur een glimlach op haar gelaat te zien was. Zo gaf ze af en toe met een stalen gezicht haar koffie of handschoenen weg aan een dakloze, die het overduidelijk kouder had dan zij. De rest van de dag hoefde ze zich dan alleen nog maar zorgen te maken over de maat van de handschoenen of het suikergehalte van de koffie. Als ze na haar studie huiswaarts keerde nam ze dus meestal andere routes, zodat ze de daklozen niet onder ogen hoefde te komen. Ze zouden er maar eens niet gelukkig van worden.

Zo kabbelde Lizás leventje rustig door de samenleving. Een deuntje op haar bugel, een goed boek, of een gedachte over handbijbeltjes (of -korans) in de buurt.

Lizá was een meisje van weinig woorden. ‘s Ochtends poetste ze vakkundig de mascaravlekken weg die de nacht op haar wangen en oogleden creëerde.

Tijd voor koffie.