Wielrenners, jullie maken de sport kapot!

29-11-2012 09:24

Afgelopen dinsdag pakte het AD groots uit met een enquete over 50 profwielrenners, die gedurende de periode 1998-2005 – de jaren dat doping in het wielrennen schering en inslag waren – actief waren. Er werd één vraag gesteld: Heb jij doping gebruikt? De meesten ontkenden, sommigen gaven geen duidelijk antwoord en er waren een paar die stelden dat het allemaal de schuld van de media is. ,,Alles wat je nu zegt, voegt toch niets toe. Jullie maken de wielersport zo alleen maar verder kapot”, zo zei Tristan Hoffman. Nou wordt ie mooi. Jullie maken de sport kapot! 

Voordat het op een schoolpleinruzie uit gaat lopen, kom ik maar met de argumentatie over de brug. Allereerst: zo een gek idee was het niet van de AD-jongens, vragen aan wielrenners of je hebt gebruikt of niet. Zeker in een tijd dat iedere wielrenner onder de meetlat wordt gehouden. De antwoorden waren schrijnend. Van: ,,Nee, ik wil hier niks verder over kwijt”, tot: ,,Ik voel me hier heel ongemakkelijk bij.” Tristan Hoffman en Adrie van der Poel maakten het wel erg bont. Dat de meerderheid zich in de ‘dopingjaren’ zich helemaal volspoten, ach, geen goede zaak. Maar dat de media daarover bericht, dat is pas schandalig! ,,Jullie maken de sport kapot.”

Het oude riedeltje
Het is niet raar dat juist uitgerekend deze mannen het oude riedeltje weer herhalen. Bij het woord doping gaan de ogen alle kanten op, wordt er hevig ontkent en vervolgens krijgt de pers nog eens de schuld. We moeten schrijven over de mooie zaken van het wielrennen. En die doping? Ssssst, verleden laten rustig, kan je niks meer aan veranderen, snel verder gaan. Zo ging het in 1998, na de Festina-affaire, zo ging het in 2006, na Operacion Puerto. En wat gebeurde er? Nada, noppes, niks. Tuurlijk, het is niet fijn, al die stront die nu wordt uitgespuwd. Maar die stront kan je weer afspoelen, die grote etterende wond blijft als iedereen blijft zwijgen. En hoe kan je die afstoppen? Door open te zijn, zeggen wat er is gebeurd, vertellen wáárom je geen doping hebt genomen. En niet: nee, wat een stomme vraag.

Dat er een probleem is, dat wisten we al, maar de wielrenners a la Van der Poel en Hoffman doen er wel erg weinig moeite voor  om die problemen kleiner te maken. Want de vragen blijven: hoe kan het dat je niks hebt gezien in een tijd dat, inmiddels gebleken is, een meerderheid foute dingen deed? Had je niks in de gaten als een ploeggenoot een half uur in de kamer van de dokter verbleef? En was het niet frustrerend dat je werd weggereden, terwijl je je de blubber trainde. Als je geen doping hebt gebruikt, wil je die verhalen toch horen? Maar in plaats daarvan moeten wij allemaal onze mond houden en ons weer richten op de toekomst.

Uitzonderingen
Toch werden er ook eerlijke verhalen in de AD-enquete verteld. Gerben de Knegt die zegt dat hij het braafste jongetje van de klas speelde en veel succesvoller had kunnen zijn, Bram de Groot die vertelt dat iedereen liegt die van niks afwist, of Koen de Kort die wel aanvoelde dat het niet helemaal koosjer was wat er gebeurde bij zijn ploegen. Dat zijn de eerlijke verhalen. Vertellen wat je hebt meegemaakt in die tijd, en niet doelbewust de andere kant opkijken.

Het is juist die nieuwe lichting die wel begrip heeft voor de kritische houding van journalisten. Robert Gesink zegt, zonder blikken of blozen en de interviewer recht in de ogen kijkend, dat hij nooit doping heeft gebruikt en voor die uitspraak wel een been over heeft, Marcel Kittel die walgt van wielrenners die het nog opnemen voor Armstrong. Geen van die wielrenners zegt dat de media het wielrennen kapot maken. Integendeel, Laurens Ten Dam zei juist het wel goed te vinden dat die vraag werd gesteld, omdat niemand dat eerder had gedaan.

Neem een voorbeeld aan Jans Koerts
Door de massale ontkenningen wordt het vertrouwen in de wielersport niet groter. De heren wielrenners van de jaren 90, begin 2000 mogen wel een voorbeeld nemen aan Jans Koerts. Tijdens een aflevering van de Avondetappe, in 2007, vertelde hij wél het eerlijke verhaal: “Ik heb doping gebruikt. Spijt heb ik niet. Je komt op een gegeven moment op een punt in je loopbaan dat je moet kiezen. Of je beschouwt je loopbaan als mislukt of je doet mee. Ik heb meegedaan.” Koerts zei de waarheid. Het was gebruiken of wegwezen, lange tijd werd dit niet erkend. Ik klink nu wel heel erg als een hypocriete katholiek, maar ik zou de wielrenners van die tijd best willen vergeven. Maar dan moeten zij het echte verhaal vertellen. Ik snap best dat je in die dopingjaren aan de verboden middelen ging snoepen. Als je elke dag keihard traint, alles ervoor over hebt en ziet dat iedereen je lachend voorbij fietst, dan snap ik dat je radeloos wordt en uiteindelijk je heil zoekt tot doping.

Maar zeg dat dan! Door te spreken kan je fouten uit het verleden voorkomen. Door je mond te houden, houd je de omerta in stand. Openheid is nu noodzakelijk! Anders blijft het beeld bestaan van een sport waar iedereen elkaar de hand boven het hoofd houdt en waar iedereen doping slikt. Terwijl de hedendaagse werkelijkheid best positief is. Doping is geen schering en inslag meer. Maar om die boodschap uit dragen, moet je open zijn over vroeger. De media maken de sport kapot? Dat doen jullie! Degene die zwijgen. Want met vrienden als Adrie van der Poel en Tristan Hoffman heb je geen vijanden meer nodig.