Mijn jaren met Van Gogh (2): de onmogelijkheid van verzoening

20-12-2012 19:34

Op dinsdag 26 juli 2005 kreeg Mohammed Bouyeri levenslang voor de moord op Theo van Gogh. De officier van Justitie, die deze straf geëist en gekregen had, refereerde in zijn requisitoir aan de TV-serie Najib en Julia. “Zachtmoedig en luchtig speelde Van Gogh daarin met wederzijdse vooroordelen”, aldus de officier. Het scenario van die serie was, integraal, door mij geschreven. Als het aan Theo zelf had gelegen, en niet aan de AVRO en mij, was het met die zachtmoedigheid nog wel meegevallen.

De door mij voorgestelde slotscene, waarin de Marokkaanse moeder en de Haagse mevrouw zich door de dood van hun kinderen voorgoed verbonden weten en elkaar troostend omhelzen, was wat betreft Theo een vorm van hoogverraad. Zijn missie was juist het aantonen van de onmogelijkheid van verzoening, op welke manier dan ook.

Aan de officier van Justitie te horen was hem dat alsnog niet gelukt. Wellicht heeft hij mij dat kwalijk genomen, ondanks het succes van de serie. Op de DVD-uitgave stond nergens mijn naam vermeld.

Na Najib en Julia was ons contact voorbij. Terwijl het toch zo veelbelovend begonnen was. Met het ‘Allah-lied’ van cabaretgroep Zak en As:

“Allah houdt van tolerantie,dat wil zeggen: die van u. Maar wie naakt zwemt op vakantie gaat in Allah’s vleesfondue. Allah houdt van godsdienstvrijheid, dat wil zeggen: die van ons. Maar wie Allah’s wet bestrijdt, verdwijnt in Allah’s vleeswagons.”

Misverstand achter de integratie
Het heeft mij nooit meer losgelaten. Eén van de markante punten op Theo’s lange mars naar zijn uiteindelijke dood was zijn bijna kinderlijke enthousiasme over dit cabaretlied. Een tubaïst van bijna twee meter lang gehuld in burqa speelde een snerpende tegenmelodie bij de orkestband. De zanger, ikzelf, spuugde de tekst met een boos gezicht richting publiek.

In ons eerste gesprek ergens in 2000 over wat later de TV-serie zou worden, noemde Van Gogh opnieuw het ‘Allahlied’ als zijn aanleiding om juist bij mij langs te komen. Ik had volgens hem iets tegen Marokkanen, althans genoeg, dus het werk kon eindelijk worden afgemaakt: de tijd was rijp om het grote misverstand achter de integratie genadeloos bloot te leggen.

Het bleek niet eenvoudig hem ervan te doordringen dat mijn wereldbeeld inmiddels was veranderd. Theo daarentegen was al die tijd op zoek gebleven naar de definitieve, wellicht fatale maar zeker heldhaftige confrontatie met de Grote Vijand. Dat werd uiteindelijk de verblinde, niet te hanteren Islamiet.

‘Geitenneukers’
Al in 1987 had hij die in het vizier. Onderweg naar 2004 kregen ook anderen de nodige klappen. De filmmaffia, de 4-mei industrie (de lijkenpikkers rondom de holocaust), plus zijn tientallen persoonlijke ruzies. Theo gaf zijn leven evenveel zin met zijn vijanden als met zijn vrienden, en als vrienden opeens vijanden werden bleven ze in zijn leven een even grote rol spelen. Wat dat betreft lijkt het me fascinerend om alle woedende brieven (meestal ‘s nachts geschreven en vaak voor dag en dauw hoogstpersoonlijk gepost) van Theo van Gogh verzameld te zien.

De Islamitische vijand was in het begin nog op de achtergrond aanwezig en kwam pas laat in zijn leven op de voorgrond te staan. Mede door het bloedige einde lijkt het alsof dat altijd al zo is geweest is, maar pas rond 2000 begon Theo van de ‘geitenneukers’ serieus werk te maken.

Defensief
Zorgen dat het aankomt wat je zegt, tegen de juiste mensen, en op het juiste moment. Daar had Theo zowel het geduld als het talent voor. De geesten waren rijp. De linkse kerk was in het defensief gedrongen. En toen kwamen Pim Fortuijn en 9-11.

De man die altijd tegen de stroom had gezwommen, had het tij voor het eerst in zijn leven volledig mee. Hij liet zich door niemand nog iets zeggen.

Justus van Oel is scenarioschrijver en maakte samen met Theo van Gogh onder andere de televisieserie Najib & Julia. Wekelijks verhaalt hij over zijn tijd met Theo van Gogh.