Publieke Omroepen hebben 90 miljoen euro opgepot

17-01-2013 09:00

Terwijl de publieke omroepen steen en been klagen dat zij opnieuw een bezuiniging van 100 miljoen euro moeten doorvoeren, hebben zij een riante vermogenspositie. Zo hebben de grootste omroepen bij elkaar meer dan 90 miljoen euro belegd in aandelen en obligaties. Dat blijkt uit onderzoek van ThePostOnline.

Conservatieve financiele instellingen

Grootste belegger is de KRO. De katholieken hebben de laatste decennia een effectenmandje van maarliefst 35 miljoen euro bij elkaar gehandeld. Op een totale balans van 67 miljoen euro heeft de omroep dus meer dan de helft in effecten zitten. Ook de NCRV (23 miljoen), VARA (22 miljoen) en de AVRO (9 miljoen) hebben een fors deel van het eigen vermogen belegd.

grafiekvastg

Of de reserves van de omroepen te hoog zijn is volgens oud-staatssecretaris van FinanciĆ«n en oud-minister van Sociale Zaken Willem Vermeend moeilijk te zeggen: “Het is dezelfde discussie als bij scholen en andere (semi-) publieke instellingen. Ook daar kun je afvragen hoe groot hun reserve moet zijn.”

Ter vergelijking: een commercieel opererend bedrijf als KPN heeft slechts drie miljard euro eigen geld op een balans van 22 miljard. Een omroepvereniging is uiteraard geen commercieel bedrijf, en zal voorzichtig opereren, maar het lijkt erop dat omroepen zich beginnen te gedragen als conservatieve financiele instellingen in plaats van hun kapitaal aan te wenden voor hun kerntaak, het maken van programma’s.

Gestold kapitaal van de verzuiling

De kleinere, jonge omroepen hebben over het algemeen geen beleggingen. Het zijn voornamelijk de traditionele omroepen die beleggen. Dit is het gestold kapitaal van de verzuiling, zoals dat door de omroepleden de afgelopen decennia is opgebracht.

De opvallende uitzonderingen zijn de EO, dat haar geld vooral op spaarrekeningen heeft staan, en de TROS, dat in haar jaarverslag geen melding maakt van beleggingen.

Vereniging

De omroepen zijn gescheiden in een omroepbedrijf een omroepvereniging. De vereniging geeft het omroepbedrijf opdracht om media te maken naar de smaak van de vereniging. Er bestaat daarmee dus een juridische scheiding tussen de vereniging en het omroepbedrijf. De omroepbedrijven zelf hebben geen jaarverslag. Het geld van de verenigingen zou daarmee gezien kunnen worden als het geld van de omroepen. Met het verenigingsgeld financieren ze immers de programma’s.

De leden van de verschillende omroepverenigingen beslissen dus feitelijk over wat er met dit geld dient te gebeuren. Toch zonde dat het deels publiek gefinancierde verenigingsgeld in brave beleggingen zit en niet in de programma’s.