Leven

Mijn naam is Ebru Umar en ik ben een junk

21-02-2013 11:00

Ik ben er tótaal klaar mee, met diëten. 61.5 zegt de weegschaal en nee, daar heb ik geen bewijs van. En ik ben er ook niet nog een keer op gaan staan. M’n hersenen kunnen het niet aan. Wat als ik geen gram meer afval? Nooit meer? Wat als dit het is? Dat ik nooit meer iets uit mijn kleedkamer zal passen, behalve die glitterlegging en een paar vesten? Het leven is een hel, een ware hel. En dan moet ik ook nog naar de redactie waar ongetwijfeld weer iemand jarig is en er lekkers te snaaien is.

Paaseitjes

Op de redactie blijkt het rustig. Het gaat een dik uur goed. Dan komt er een collega met een grote schaal en een mega zak paaseitjes. Nee, really, paaseitjes? Ik negeer de gekleurde wikkeltjes lang – totdat iemand met een zak nougat langskomt: “Die heb ik over van de fotoproductie. Nou ja over, ik heb ze expres niet opengemaakt op de set, maar lekker meegenomen. Noga?” Ondanks al dat gesnaai is iedereen op de redactie is slank. Ik ben het dikkerdje.

Salade

Thuis maak ik een salade. Ik word steeds creatiever: minitomaatjes in partjes snijden. In de wok met citroensap en ketjab, hüttenkäse erbij en klaar. Koude salades in de winter, dat gaat er bij mij niet.

Daarna stort ik in. Ik kan dit niet. Diëten, werken, leven. Het moet allemaal wel leuk zijn en diëten maakt het leven totaal onmogelijk. Ik heb honger. Mega honger. En besef dat het van die drie paaseitjes en dat stukje noga komt: suiker doet verlangen naar suiker. Mijn hersenen slaan op hol. Het enige wat helpt om de tijd door te komen is slapen.

Wat een dag. Wat een rótdag.