De ‘vrouwencultuur’ van Nederland

23-02-2013 17:03

Enkele weken geleden was ik aanwezig bij een lezing van de Jonge Democraten, de jongerenvereniging van D66, waar ik ook lid van ben. Er waren enkele sprekers aanwezig, onder wie bio-psychologe Martine Delfos en voormalig hoogleraar pedagogiek Louis Tavecchio. In de lezing-slash-discussie werd mij verteld dat er een ‘vrouwencultuur’ in Nederland heerst. Een vrouwencultuur? Jazeker, een vrouwencultuur. De sprekers legden dit uit aan de hand van twee voorbeelden: dat moeders over het algemeen de grootste rol in het gezinsleven hebben (en vaders zich op dat vlak altijd zullen moeten bewijzen) en dat ons onderwijssysteem meisjes bevoordeelt, doordat het beter aangesloten is op hun competenties en ontwikkeling. De conclusie van deze sprekers luidde dat er meer mannelijke rolmodellen nodig zijn voor kinderen, en dan voornamelijk in het onderwijs, wat moet leiden tot meer begrip voor jongensgedrag en –ontwikkeling. Klinkt allemaal op het eerste gezicht erg mooi en waar. De vrouw vervult meestal inderdaad nog de grootste rol in het gezin. Er zullen vast ook meer vrouwelijke dan mannelijke docenten zijn. Het is echter te kort door de bocht om Nederland om die redenen dan maar als een land met een vrouwencultuur te bestempelen.

Waar hebben we het over?

En wat is een vrouwencultuur nu eigenlijk? Als ik het begrip in onze grote vriend Google intyp, krijg ik slechts vage resultaten. De eerste twee hits komen van een website die werk gerelateerde problemen oplost à la suffe hulprubriek in een niet nader te noemen vrouwentijdschrift. Een man heeft moeite met zijn werk omdat hij zich in een vrouwencultuur bevindt. Dat wil zeggen: de meerderheid van de afdeling waar hij werkt, is vrouw. Als dat de definitie vormt van een vrouwencultuur, valt Nederland hier volgens mij toch echt buiten. Deze vrouwen doen uiteraard op hun eigen, vrouwelijke manier hun werk. Niet mannelijk, maar vrouwelijk. Want het zijn vrouwen. En daar heeft deze man klaarblijkelijk moeite mee. De hits die erna volgen zijn al even verhelderend.

Mannencultuur

Als ik een eigen definitie van het woord vrouwencultuur zou moeten geven, zou ik zeggen dat het een cultuur is (en nee, het woord ‘cultuur’ ook nog eens definiëren gaat écht te ver) waarin de meerderheid van alle zaken gericht is op vrouwen en gebaseerd op een vrouwelijke manier van denken en handelen. Voor zover zulke manieren überhaupt bestaan. Het begrip vrouwencultuur gaat zo ook nog kortzichtig uit van het bestaan van een vrouwelijke essentie. Deze essentie is allesbepalend. Vrouwen zouden in deze cultuur dus automatisch bevoordeeld worden. Misschien hebben de sprekers gelijk dat dit in het onderwijs het geval is – daar weet ik zelf onvoldoende vanaf om daar een oordeel over te geven. Maar de Nederlandse samenleving? Nee. Gewoon nee. What about het glazen plafond? Er zijn nog steeds minder vrouwen in topfuncties dan mannen. Men zou zelfs kunnen zeggen dat er in het bedrijfsleven (en misschien zelfs wel in de meeste beroepssectoren, het onderwijs daargelaten) een ‘mannencultuur’ heerst.

En dan het gezin. Na eeuwen van de moeder als spil in het gezinsleven, lijkt me het niet verwonderlijk dat deze situatie grotendeels onveranderd is gebleven. En persoonlijk vind ik dat ook niet erg, zolang de vrouwen de verantwoordelijke taak maar niet tegen hun zin in op zich nemen. Maar heerst er dan meteen een vrouwencultuur? Ik denk dat daar toch echt iets meer voor nodig is. Het tegenovergestelde lijkt me eerder waar. En laten de mannen dat maar niet ontkennen.