Proza van Rosa

04-03-2013 16:00

Oké, misschien word ik wel een eenzame schrijfster, met halve peuken nog smeulend in de asbak. Kopjes achtergelaten met koude koffie en krantenknipsels verspreid over de vloer, het is laminaat, maar wat doet het ertoe.

Op de grond ligt een tweepersoons matras met een laken dat wit was, maar nu geel uitslaat door de Duitse zoete witte wijn die er van gisteravond per ongeluk overheen is gegaan. Ik zit in kleermakerszit op de koude vloer, in een versleten hemd en een afgedragen spijkerbroek vol met gaten. Schrijf ik over liefde, passie, hartstocht, affectie, lust en seks, pure seks. Een boek dat mensen interessant vinden, een boek waar ze iets bij voelen, waar ze iets in herkennen, van gaan verlangen en uiteindelijk van zullen houden.

Naast mijn slordig opgemaakte bed hangen een paar zwart wit foto’s, liggen lege kartonnen pizza dozen. Er komt zo nu en dan een meisje langs om ook weer op tijd te vertrekken. Dezelfde. Steeds dezelfde.

Dat doet er even goed niet toe, ze is prachtig om zo nu en dan tijdelijk van te genieten. Ik heb delen van haar gezicht boven mijn matras op het plafond gehangen. Elk deel apart zodat ik, wanneer ze weer komt, haar alles kan vertellen. Over haar neus die niet groot is, maar ook niet klein, dat ze beschikt over een smal bovenlipje, wat al snel is vergeten wanneer ik mijn lippen op de hare druk. En twee foto’s van haar ogen, ieder apart, omdat ze allebei afzonderlijk maar buitengewoon mooi zijn. Begrijp mij niet verkeerd, met haar ogen dicht is ze mooi genoeg om mijn nek voor te verdraaien, maar open is een aanslag op de schoonheid van de mens, overstroomd door een golf van sensatie, sensatie in haar ogen. Ja, zij fascineert mij tot op het bot.

Soms vraagt ze of ik wel gelukkig ben. En dan antwoord ik: “Ja, want ik heb jou niet voor onbepaalde tijd, maar mijn kamer wel en dat is genoeg.” Met dit antwoord gaat ze meestal akkoord en draait zich dan loom om. Dit moment wil ik het liefst op pauze zetten, want ik bewonder haar het meest als ze slaapt, hoe ze vredig ligt te doezelen op mijn versleten matras, wetend dat ze nog even blijft, dat ik nog even mag kijken. Kijken naar haar, haar naakte lichaam verstrengeld tussen de geel uitslaande lakens. En als ik niet snel genoeg bij haar kom liggen, komt zij mij halen met een blik die smacht naar genegenheid.

Foto: ANP